Stel je eens voor… Je hebt je maden gewassen, je korfjes gepoetst, je feederhengels voorzien van nieuwe lijn, je lokvoer gezeefd. En de volgende morgen ga je vissen, gericht op dikke brasems en specimen voorns. En bij het inhalen van je derde voerkorf knalt er een dikke snoek op je spulletjes, raakt verward in de lijn en met veel moeite weet je de vis te landen. Is dat vervelend? Nee, natuurlijk niet, een bijvangst is leuk!

In de vorige aflevering van ‘Kronkelen’ verhaalde ik over mijn zoektocht naar giebels. Uiteindelijk kwam ik thuis met een bruut karpertje op de gevoelige plaat. Had ik een naar gevoel? Voelde ik mij een loser omdat die giebel het liet afweten en ik ‘m niet vangen kon? Nee, ik had een grijns van oor tot oor, ik was stomweg blij! En daar gaat deze editie over, blije bijvangsten!

Voorgenomen plan?

Helaas moet ik bekennen dat ik jongens ken die kotsen op brasems tijdens het karpervissen. Ik vind dat echt überstom! Een brasem is een vis en als jij een lekker hapje voorschotelt bedoeld voor karper en een brasem verhapt zich daaraan, dan moet je niet zeuren. Dat is onderdeel van het spelletje, ik geniet van iedere vis, of ik er nu gericht op vis of niet. De onderwaterwereld laat zich niet bepalen, de onderwaterwereld bepaalt lekker zelf wel of je niks, iets of iets anders vangt. Da’s toch mooi? Ik wil jullie graag meenemen naar een paar van mijn memorabele bijvangsten. Vangsten waar mijn visvrienden en ik echt oprecht in een jippie-stemming van kwamen.

Bijvangst

Op een zinkende broodvlok.

Grachtensnoekbaars

Ik heb een voerplek op de gracht. Daar voer ik dagelijks een kilootje geurende boilies en zo’n twee keer in de week room ik de boel af in sessies van maximaal vier uur. De ene keer vang ik niks of een brasem, de andere keer is het los en pak ik twee mooie uitzetspiegels en een dikke schub. Deze keer gebeurt er echter wat anders. Het is een zomerse avond en samen met mijn Chinese mattie Tsak vis ik op mijn voerplek. Ik vang al snel een bruut, wild schubje van een pond of 12 en juist als het donker wordt staat de hengel van Tsak te stuiteren. Geen run, meer iets van een brasemaanbeet. We kijken het even aan en dan besluit mijn vriend zijn hengel op te pakken en de boel binnen te draaien. Stomverbaasd zijn we als er plots een snoekbaars aan de oppervlakte verschijnt. Een zoete boilie bleek een smakelijk hapje, met 77 centimeter een welkome bijvangst!

Bijvangst

Een snoekbaars op een zoete boilie.

Tinca power

De Randmeren hebben mijn hart veroverd. Meestal vang ik niks, soms een winde en met een beetje mazzel een brute karper. Ik kan ze me nog allemaal herinneren, maar die bijzondere vangsten staan me toch echt wel het meeste bij. Ik vis met een 25 mm boilie met daarop een 20 mm boilie. Om de zogenaamde ‘nuisance-fish’ bij voorbaat al uit te sluiten. Als ik dan een run krijg en even later mijn net onder een zeelt van 63 cm mag steken, ben ik naast verbaasd ook erg blij! Het aashapje paste niet eens in zijn bek, ik heb het geprobeerd. De natuur laat zich niet dicteren!

Bijvangst

Het aas paste niet eens in z’n bek!

Gericht op baars

Daar sta je dan met je blauwe Salt Shaker inclusief stingertje met een fluorocarbon-voorslag en een 10-grams hengel in je handjes. Lekker werpend naar hoekjes en gaatjes en af en toe een gave baars strikkend. Het is echter nooit genoeg en die 30plus, 40plus of nog betere baars, die zwemt er en die moet eruit! ‘Kaboem!’ Nooit eerder drilde ik langer dan drie minuten een baars, dit duurt al bijna een kwartier! En dan komt de baars boven en ik weet niet wat ik zie! De shad zit in een bek met baarddraden, een kleine karper had trek in iets sappigs en vergiste zich in het rubbertje. Deze vergeet ik nooit meer.

Bijvangst

Een roofkarper?

Harder dan hard!

Mijn mooiste bijvangst beleefde ik, met afstand, toch wel de keer dat ik de haven in ging met kunstaas op baars. In de haven zwemt altijd harder, en normaal gesproken vinden zij shadjes maar irritant en oninteressant. Vandaag was het anders. Na de eerste worp zwommen er direct al drie harders achter mijn aas aan, maar ze bleven op afstand. Ik besloot de shad bij te knippen. Dat leek te helpen, want de afstand ging van 50 naar 25 cm, maar happen deden ze niet. En dus knipte ik nog 3 cm van de shad af en met het schaartje maakte ik een soort van V-tail. En het ging direct los! In twee worpen ving ik evenzoveel harders. De vissen gingen echter zo los in het net en op de kant dat ik besloot te stoppen, de schubben vlogen me om de oren!

Bijvangst

Een harder die trek had in rubber.

Mama Aarde

Moeder natuur laat zich niet leiden. Zij bepaalt gewoon hoe dingen gaan. Daar kun je boos om worden, gefrustreerd van raken zelfs, je kunt je er ook bij neerleggen. Dat doe ik. Iedere vis is er eentje, of je er nu gericht op vist of niet. Ik vind Mama Aarde een tof wijf en ik ga haar opzoeken op Tinder, ik wil met haar dansen!