JAN VAN SCHENDEL – Waar heel vroeger veelal met de vaste hengel op de Maas werd gevist, wordt vanaf de jaren ’90 de visserij door brasems en de feederhengel gedomineerd. Destijds wogen die brasems zelden meer dan een kilo, maar tegenwoordig zijn vissen van twee kilo eerder regel dan uitzondering! Wat je nog meer kunt verwachten zijn onder meer grote voorns, windes en hybrides…

Ik koos vandaag voor een stek bij het gemaal van Haghoordt. Dat ligt aan de noordoever van de Bergsche Maas, in de buurt van het dorpje Dussen. De noordoosten wind zorgde ervoor dat je daar mooi met de wind in de rug zit. Bovendien hoef je er niet ver te lopen. Dat lopen is wel soms een nadeel aan het vissen op deze rivier. Vaak is er toch wel wat afstand te overbruggen tussen de parkeerplaats en de visstek. Viskarretjes om het materiaal mee te verplaatsen zijn ideaal, maar niet wanneer je enkele keren tijdens de ‘reis’ een prikkeldraad over moet. Het is dan ook belangrijk om vooraf je spullen zo goed mogelijk te organiseren.

SPRINGENDE VIS

Ik kende deze stek nog heel goed van vroeger. Toch was ik bijna in shock toen ik de dijk overkwam: wat was het water helder! In combinatie met een felle zon meestal niet de ideale omstandigheden voor een visdag.

Zelfs op de rivier is het water tegenwoordig helder.

Terwijl ik mijn spullen aan het opbouwen was zag ik enkele vissen springen – op hooguit 30 meter vanaf de kant – en dat gaf me toch wel moed op een goede visdag. Mede omdat ik helemaal alleen viste, leek me een visafstand van 34 meter mooi om mee te beginnen. Tevens was het daar al aardig diep; ver genoeg uit de oever om vis te kunnen vangen. Nou, dat viel tegen!

Net als de bodemgesteldheid. Ik zat meerdere keren vast en raakte zelfs een voorslag kwijt. Daarna besloot ik meteen om verder te gaan vissen. Nadat ik verlengd had naar 42 meter bleek hier de bodem probleemloos.

Hoewel de Maas zeker geen echt getijdewater meer is, heb je er op dit stuk nog een beetje invloed van. Dit is nog versterkt doordat de Haringvlietsluizen op een kier zijn gezet. Ik begon te vissen met afgaand water en op het moment dat ik stopte stond het water zowat stil. Het verschil in waterstand was ongeveer 40 cm.

De wisselende stroming; dat is de belangrijkste factor bij de feedervisserij hier! Iedereen begrijpt dat de vissituatie nooit de gehele dag hetzelfde blijft. Sterker nog, er is amper een uur dat de situatie hetzelfde blijft. De stromingssnelheid wijzigt constant en als visser moet je je daarop aanpassen.

STEVIG MATERIAAL

De Maas is absoluut geen water voor een lichte en fijne visserij. De voerkorfgewichten spreken boekdelen. Je werpt dat soort gewichten niet met een 14/00 lijntje. Stevig materiaal is noodzaak en dat geldt zowel voor de hengel – die de gewichten moet kunnen weg werpen – als de rest van het materiaal. Vaak, zo ook deze dag, gebruik ik een lichte zeemolen. Hoe groter de molenspoel en hoger de inhaalsnelheid, des te beter. Je moet nu eenmaal zowel de voerkorf als de gehaakte vissen over de stenen bepakking krijgen. Soms best een probleem als die stenen al korter bij de oever ondiep liggen.

Stevig materiaal om ervoor te zorgen dat de voerkorf niet tussen de stenen vastloopt.

VOERKORVEN

Deze dag gebruikte ik voerkorven van tussen de 50 en 90 gram. Niet eens extreem zwaar voor dit water. Soms heb je wel 140 gram nodig om de bodem te kunnen houden. Bij dat soort omstandigheden zijn de zogenaamde ankerkorven ideaal. Het stelt je in staat om nog iets lichter blijven vissen. Dat is belangrijk, omdat langs de Maas stenen oevers liggen; hoe zwaarder de gebruikte korf, des te meer kans dat de korf tussen die stenen blijft hangen, al dan niet met een vis aan de haak.

Rechts een ankerkorf, veel langer zijn de ankers niet nodig. Wist je bovendien dat een plastic (gaas)korf sneller omhoog komt dan een metalen gaaskorf?

Als hoofdlijn gebruikte ik 10/00 gevlochten lijn, met daaraan vastgemaakt een voorslag van 30/00 mm nylon van twee keer de hengellengte, plus drie extra molenslagen. Op die manier heb je de rek in het nylon op de momenten dat dit belangrijk is, namelijk bij het werpen en bij het landen van een vis vlakbij de oever.

De gevlochten lijn heeft eigenlijk niet mijn voorkeur, maar op veertig meter uit de kant zorgt deze voor de maximale beetregistratie. Vroeger viste ik vaak ‘rechtdoor’ met nylon. Voor afstanden tot dertig meter zou ik dat nog steeds aanbevelen!

Een foute redenering van veel vissers is de invloed van de lijndruk – en het verschil – tussen een dikkere nylon ten opzichte van een dunnere gevlochten lijn. Ja, bij nylon komt er meer druk op de lijn te staan, maar dat wordt gecompenseerd door rek van de nylon. Gevlochten lijn bezit absoluut geen rek. Probeer het maar uit: je kunt met een 30/00 nylon hoofdlijn met lichtere korven vissen dan wanneer je op dezelfde afstand met een dunnere gevlochten lijn vist!

Na het verlengen van de visafstand begon het opeens beter te lopen!

MET DE SLAPPE LIJN

Een andere manier om de stroomdruk te verminderen is het vissen met een ‘slappe lijn’. Dat klinkt tegenstrijdig, maar laat me het uitleggen, want voor mij is dit de perfecte feedertechniek op dit water. Je zorgt voor een bocht in de lijn tijdens het vissen en die bocht zorgt ervoor, samen met de naar boven afgesteunde hengel, dat het stuk lijn dat het dichtst bij de korf in het water meer parallel met de stroomrichting komt te liggen. Uiteraard zorgt het stuk lijn dat boven water blijft voor hetzelfde effect.

De ideale werpmanier is om de lijnclip op de molen te gebruiken, waardoor je nooit te ver kunt vissen. Als je nu tijdens de worp de hengel naar achteren brengt, bijvoorbeeld tot 45 graden naar achteren, dan kan je daar al de voorwaarts vliegende voerkorf opvangen met de molenclip. Belangrijk: houd de hengel tijdens de zinkfase van de korf in die positie, tot het moment dat de voerkorf de bodem raakt. Haal ook niet de slappe lijn binnen. Breng dan de hengel naar voren en leg deze op de feedersteun: zo heb je altijd een bocht in die lijn.

DE MONTAGE

Dit is de door mij gebruikte montage. Als je goed kijkt zie je links onderaan een klein warteltje waaraan de onderlijn wordt bevestigd. Daarboven zie je een stukje getwiste lijn met daarin enkele knopen. Die zorgen ervoor dat alles mooi strak en stevig blijft. Weer daarboven zie je een kleine lus waarin de speldwartel is bevestigd, waaraan de voerkorf hangt. Hoe zwaarder het gewicht van de korf, des te meer het stukje getwiste lijn als een afhouder fungeert. Zo krijg je bijna nooit problemen met in de war geraken en ligt alles in het water mooi strak tegen de bodem.

 

Wat je ook doet om de bocht in de lijn te verkrijgen; het ‘proces’ moet telkens hetzelfde zijn, zo vis je iedere keer op dezelfde plek. Ik laat het liefst ‘gecontroleerd’ de bocht in de lijn ontstaan door de hengel langzaam richting feedersteun te brengen. Vaak heb je al een aanbeet voordat de steun is bereikt en die beten mis je zelden of nooit!

Je mist trouwens sowieso weinig aanbeten als deze vismanier op de goede manier wordt gedaan. Een tweede essentieel aspect is de keuze van het gewicht voerkorf; deze moet net de bodem kunnen houden met de bocht in de lijn. Dat komt echt op tien gram nauwkeurig. Een speldwartel in de montage is een must om makkelijk van korfgewicht te kunnen veranderen.

Wat gebeurt er wanneer er een vis bijt? De gebogen hengeltop valt slap op het moment dat de vis aanbijt. De voerkorf – die maar net blijft liggen op de bodem – wordt op dat moment meegetrokken door de bocht in de lijn en de vis haakt zichzelf tegen die korf.

Het enige dat je nu niet moet doen is hard de haak zetten. Zo kun je de gehaakte vis namelijk weer snel ‘onthaken’. Dus rustig de hengel oppakken en binnendraaien. Geloof me, als dit systeem klopt, dan is het een fantastische vismanier met amper of helemaal geen gemiste aanbeten!

Wat is dit toch een fantastische vismanier!

VIS BOVEN DE BODEM

De aankomende periode zal de watertemperatuur flink stijgen. Ik ben ervan overtuigd dat dan veel vissen zich een eind boven de bodem ophouden, zeker in combinatie met helder water. Niet alleen op de Maas, maar op heel veel wateren in Nederland. Het vissen met drijvende aassoorten is dan een optie.

Maden drijvend maken is al vaak uitgelegd en ook het vissen met wat drijvend kunstaas op de haaksteel helpt fantastisch. Met name Cresta heeft geweldig materiaal op dat gebied. Ook casters drijvend maken, door ze een dag voorafgaand aan de vissessie al (licht vochtig bij voorkeur) in een aasbakje verder donker te laten kleuren werkt geweldig goed.

Ik probeerde vandaag allerlei aassoorten, tot zelfs aan wafters toe. Maar het beste aas waren simpelweg enkele drijvende casters op de haak, al dan niet in combinatie met een stukje spaghetti-kunstaas. Ook aan wormen op de haak ving ik vis. Zelfs toen ik tijdens de beste visperiode van de dag een wafter probeerde, kreeg ik daar simpelweg geen enkele beet aan. Dat blijft het mooie aan onze sport, op sommige wateren is dat vaak andersom.

Naast wormen, vielen vandaag ook casters goed in de smaak.

NIEUWE GENERATIE

Het werd al met al een mooie visdag, maar zeker geen spectaculaire vangst. Ik ving wel een aantal prachtige vissen, en uiteindelijk ook nog heel wat vissoorten. Het getijde was zeker niet optimaal, met op het laatst nog amper stroming. Hoe dan ook heb ik ervan genoten! Het was alweer een heel tijdje geleden dat ik deze visserij nog eens had beoefend en eerlijk is eerlijk, ook dat was soms te merken vandaag. Het feedervissen op stromend water blijft een van de mooiste visserijen die ik ken. Toen ik de oever verliet bedacht ik me dat ik dit weer eens vaker moet gaan doen.

Wat heel goed was om te zien waren de prachtige brasems die ik wist te vangen. Naast een aantal ‘oude krijgers’ tot tegen de twee kilo, ving ik ook enkele kleinere brasems. Stuk voor stuk licht gekleurde vissen met een veel hogere rug dan hun oude, grotere soortgenoten. Dat zijn absoluut nieuwe vissen; een nieuwe generatie die ons nog jaren visplezier gaat geven!

|> DIT ARTIKEL VERSCHEEN EERDER IN BEET JUNI 2021

Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.