Bart van de Walle is een streetfisher van het eerste uur. Vanaf 2010 was hij een regelmatige deelnemer aan wedstrijden in Nederland, Duitsland, België en Frankrijk en wist daarbij vrijwel altijd een plek bovenin te bemachtigen. Finessetechnieken met ultra light materiaal is hierbij altijd de basis geweest voor zijn succes. Ook anno 2021 zijn deze technieken nog altijd bepalend, relevant en moeten eenvoudigweg tot het arsenaal van de moderne roofvisser behoren.

Streetfishing is het afgelopen decennia ongekend populair geworden en dat is niet zonder reden!

Tekst: Bart van de Walle, foto’s: Bart van de Walle en Nathan Wattimena 

 

Tot in het handvat

De basis van de ultralichte stadsvisserij is de hengel, in dit geval een (dropshot)hengel van rond de 2 tot 2,30 meter met een werpgewicht van 0,5 – 5 gram. Door het gebruik van hoogwaardig carbon kunnen hengels met een laag werpgewicht inmiddels toch strak en licht worden gemaakt. De actie van de hengel moet met name in de top plaatsvinden en daarna goed doorgegeven worden richting greep. Bovendien moet de hengel snel zijn tijdens het zetten van de haak en wanneer er een vis gedrild wordt, moet de hengel tot in het handvat doorbuigen zonder daarbij volledig dubbel te vouwen. Een molen is wat dat betreft gemakkelijker te kiezen.

De perfecte techniek om snel een baars te kunnen vangen!

Combinatie

Zoals eerder aangegeven is balans in het materiaal zeer belangrijk bij het ultralicht vissen. Met een hengel en molen komt het vaak wel goed, maar heel vaak zie ik een mooie combinatie van beide teniet gedaan worden door het gebruik van een verkeerde lijn. Hoe vaak hoor je in een winkel niet dat mensen op zoek zijn naar een ‘beetje sterke lijn’? Sta je jerkbaits te werpen van 80 gram, dan is het inderdaad handig om een sterke lijn te gebruiken. Echter, wil je met finesse vissen dan is het vooral belangrijk dat een lijn dun, soepel en goed zichtbaar is.

Als je slim inpakt en goed organiseert, dan kun je terugvallen op veel technieken en tegelijkertijd licht bepakt op pad

 

Onderlijn

Omdat een gevlochten lijn vrij kwetsbaar is, zeker in een lichte uitvoering en omdat deze onder water nog goed zichtbaar is, wordt er altijd gebruik gemaakt van een onderlijn van fluorocarbon. Door middel van een Allbright- of FG-knoop is de overgang tussen beide lijnen bijna niet merkbaar en zal niet blijven hangen in de micro-ogen.

Tot zover het artikel van Bart van de Walle dat je kunt lezen in de BEET Magazine die zojuist is uitgekomen en ook in de winkels ligt. Wil je voortaan niks missen van deze artikelen, word dan abonnee en krijg je het magazine als eerste in de bus: klik hier.