Niets heeft een groter effect op het succes van een karpersessie als de juiste plek. Maar wat doe je als nergens een karper springt en wanneer de klassieke hotspots niets opleveren? In een dergelijke situatie heeft Bernd Brink een paar ongebruikelijke tactieken achter de hand.

Waar zouden ze uithangen?

 

Tekst & foto’s: Bernd Brink

 

Als er geen vis op de stek zwemt zijn zelfs de meest uitgekiende rigs en het beste aas nutteloos. We kennen allemaal de klassieke plekken: plateaus, wiervelden, eilandjes en de oever aan de windzijde. Maar zelfs die bijna zekere stekken leveren niet altijd het gewenste resultaat op.

Hotspots: met voedsel, wier en planten…

 

Tactieken

Op sommige wateren ontbreken die klassieke hotspots en op andere is er juist een overvloed aan aantrekkelijke plekken. Dat laatste is niet altijd een voordeel. In een water met slechts één wierveld is het duidelijk waar ik mijn aandacht op richt. Maar in een water dat overgroeid is met wiervelden, moet je weer van voren af aan beginnen met het zoeken naar de vis. Als ik met zulke omstandigheden word geconfronteerd, heb ik zo mijn tactieken die me helpen karpers op te sporen.

 

Hotspots

Hotspot; een begrip dat vaak door karpervissers wordt gebruikt. Maar wat maakt een stek tot een hotspot? Vissen verspreiden zich niet in het water als krenten in een krentenbrood. Hetzelfde gaat op voor het natuurlijke voedsel in het water. Een hotspot is een plek waar de karpers volop voedsel op een kleine plek vinden. Maar niet iedere plek waar je karpers aantreft, is een hotspot. Het kan ook een rustplaats zijn waar ze luieren, maar niet eten. Goede voorbeelden hiervan zijn gebieden met veel waterplanten en rustige oevers, vooral met overhangende struiken en omgevallen bomen in het water, waar ze al luierend het eten van elders verteren.

Ook plekken met voldoende voedsel zijn niet vanzelfsprekend hotspots. Dit gaat vooral op bij wateren met een beperkte karperpopulatie en veel voedsel. Op zulk water is mijn eerste prioriteit het vinden van de vissen.

Een plotselinge verstoring verraadt de aanwezigheid van de vis…

Verstoormethode

Een bijzondere methode om vis te vinden, ontdekte ik bij toeval. Op een langgerekt, 80 meter breed water, had ik twee lijnen uitliggen tegen de overkant. Voor het bijvoeren liep ik langs de oever naar de overkant. Omdat ik nog een eindje van mijn visplek verwijderd was, had ik de vaart er goed in. Dit verstoorde drie karpers die met dikke boeggolven uit de oever vluchtten. Ik veranderde mijn tactiek en plaatste één van mijn rigs op de plek waar ik de karpers had verjaagd. Toen de rust was wedergekeerd bleek deze plek verreweg het productiefst te zijn. Als karpers een ‘hangplek’ hebben gekozen, is de kans blijkbaar groot dat ze na een kleine verstoring snel weer terugkeren…

Tot zover een deel van het artikel van Bernd Brink dat te lezen is in het huidige nummer Karperwereld 138 dat nu in de winkel ligt. Wil je voortaan als eerste deze artikelen lezen, neem dan een abonnement: klik hier voor info.