Het Deense ‘tagging project’ van blauwvintonijnen trekt veel aandacht. Deze reuzen zijn sinds enige jaren weer te zien vanaf de Engelse, Ierse, maar ook Deense en Zweedse kusten. 

Een tonijn met een Pop-up Satellite Archival Tag (PSAT) en een conventionele tag (foto Kim Birnie-Gauvin, DTU Aqua)

Professor Brian MacKenzie leidt samen met Kim Aarestrup namens de Technical University of Denmark (DTU) het Deense tagging project. Tientallen bootvissers deden mee aan dit project rond het Skagerak.

Sportvissers

MacKenzie: “De tonijnen moeten tijdens de vangst, het taggen en vrijlaten de minst mogelijke stress ervaren. De visserij met hengeltuig heeft het hoogste overlevingspercentage voor dit werk. Er zijn veel boten nodig en het kost het veel energie om voldoende tonijnen te vangen. We hebben vanuit het instituut de expertise en de middelen niet om zelf tonijn te kunnen vangen. Daarom hebben we sportvissers nodig die weten wat ze doen.

De deelname van sportvissers aan ons project slaat een brug tussen het publiek en wetenschappelijk onderzoek. Daarmee vergroten we de algemene kennis over de zee, het leven in zee en de manieren waarop we dit leven bestuderen.”

 

Klaar voor een encounter! (foto: Brian R. MacKenzie, DTU Aqua) 

 

Formaat

“Tot nu toe hebben we meer dan 200 tonijnen van verschillende soorten tags voorzien. We hebben al aardig wat interessante data verzameld, maar ons budget is te beperkt om die data snel te verwerken. Het gemiddelde formaat hebben we wel al vastgelegd; de tonijnen die we van 2017 t/m 2019 vingen hadden een gemiddelde lengte (tot vork van de staart) van 247 cm.”

Tot zover een preview uit de komende Zeehengelsport nummer 375 die half januari verschijnt. Wil je dit gehele artikel lezen? Neem dan een abonnement of koop dit nummer los in de winkel zodat je alles erover kunt lezen! Klik hier voor  een aantrekkelijke abonnement van 9 nummers voor de prijs van 6.

 De indrukwekkende doorleefde kop van een blauwvintonijn (foto: Brian R. MacKenzie, DTU Aqua)