Tijd is kostbaar en schaars en met die reden heb ik veel sessies uitgesteld. Maar langzamerhand begon ik mezelf de vraag te stellen of het nu echt wel zo’n vereiste is om veel tijd te investeren, wil je een goede sessie draaien. Natuurlijk zal het de sessie geen kwaad doen, maar om nu te zeggen dat je korte sessies beter kunt laten schieten is. Integendeel!

Het blijft moeilijk om zo min mogelijk mee te nemen, maar het gaat me steeds beter af.

Veel factoren bij onze visserij zijn beïnvloedbaar; denk aan het weer, de bijtlust van de vis en uiteraard ook de geluksfactor. Gelukkig zijn er ook aspecten waar wij wel degelijk vat op hebben. Met een gedegen voorbereiding, goede waterkennis en uitgestippelde strategie kun je al een heel eind komen. Dit zijn dan ook zaken die ik bij korte sessies extra aandacht geef.

Het grootste verschil met normale, langere sessies, is nogmaals de kortere tijdsspanne; de vissen krijgen nog minder tijd om de voerplek te vinden. Anders gezegd, de kans dat karper ons haakaas opneemt, is aanzienlijk kleiner. Het klinkt wat pessimistisch, toch hebben die korte sessies zo hun voordelen.

Alles en in de auto en gaan met die banaan.

Allereerst hoef je niet een geheel kampement te versjouwen en op te bouwen; een relatief lichte uitrusting volstaat. Ik ga daar redelijk ver in en beperkt me rustig behoorlijk in comfort. Daarentegen concentreer ik me louter op het hoognodige. Bijkomend voordeel hiervan is, is hoe lichter je uitrusting, des te flexibeler je bent.

Voorbereiding

Het liefst heb ik de compacte uitrusting ook zo kant-en-klaar mogelijk liggen en thuis zorg ik dan ook voor de nodige voorbereidingen. Zo zijn de hengels volledig opgetuigd en klaar voor actie; bij de avonduurtjes beaas ik de haken zelfs al.  Eenmaal met de auto bij het water moet het gesmeerd lopen. Parkeren, spullen pakken en meteen naar de stek. Mocht het wat verder lopen zijn, dan pak ik een trolley, zodat ik in ieder geval maar één keer hoef te lopen…

Alles valt of staat bij een goede voorbereiding.

Ook op de stek zelf geen getreuzel; banksticks in de grond, net uitklappen, hengeldelen in elkaar en rigs beazen. Vervolgens kies ik de stekken uit en ook hierbij ga ik op zoek naar gemak. Liefst kies ik voor stekken dicht onder de kant die eventueel met een onderhandse worp al aan te werpen zijn.

Mocht ik alsnog stekken op het oog hebben die verder liggen, dan gebruik ik mijn voerboot of zodiac om de lijnen uit te varen. Het mooie hiervan is dat je voer en aas meteen exact op dezelfde stek kunt krijgen.

Zo min mogelijk geneuzel aan de waterkant.

Lokwerking

Extra belangrijk bij de korte sessies is dat mijn haakaas goed opvalt. In het ideale geval koerst karper direct naar het haakaas wanneer hij eenmaal de voerstek in het vizier heeft. Bij voorkeur maak ik zodoende gebruik van pop-up boilies en/of felgekleurde aasvarianten. Behalve de visuele prikkel, wil ik dat mijn haakaas ook attractief ruikt en een lokkende werking heeft. Gezien het feit dat het maar kortstondig in het water ligt, moet het snel zijn werk doen. De oplosbaarheid van ingrediënten, verspreiding van attractoren en watertemperaturen zijn daarbij van belangrijke invloed.

Easy acces tot het kleine materiaal. Toch wil ik daar zo min mogelijk mee bezig zijn.

Zo zul je mij in het vroege voorjaar niet snel zien kiezen voor dikke, olierijke vismeelpellets; die zullen geen intensieve lokwerking hebben in dit jaargetijde waarbij de watertemperatuur nog te wensen over laat. Veel eerder zal ik dan gebruik maken van een voermix met grondvoer, havervlokken, amino-pellets van 4 mm, kleine particles en vloeibare attractoren.

Met name de kleinere voedseldeeltjes zullen door azende kleine witvis al snel opdwarrelen en voor een attractieve voerwolk zorgen.

Je zult zien dat deze rijke verscheidenheid aan ingrediënten met elk zijn eigen werking onder water veel eerder voor roering zal zorgen. Met name de kleinere voedseldeeltjes zullen door azende kleine witvis al snel opdwarrelen en voor een attractieve voerwolk zorgen. Geloof maar dat dat karper triggert…

Voedselnijd

Of ik nu met de hand, katapult of (voer)boot vis, ik wil het voer zoveel mogelijk op de stek hebben en dus niet te verspreid. Nogmaals, we zitten een korte sessie uit en het moet niet zo zijn dat we vis lokken , zonder dat ze uiteindelijk het haakaas oppakken. Het mag logisch zijn dat ik ook niet veel voer.  Een gedoseerde hoeveelheid voermix belandt zo precies op de stek, waarbij ik twee handen boilies ietwat verspreid hier om heen voer. Op deze manier is er toch sprake van enige lokwerking, kan het haakaas relatief snel en makkelijk gelokaliseerd worden door karper en in het gunstige geval kan er zelfs voedselnijd ontstaan, wanneer er meerdere karpers op de stek arriveren.

Het net goed binnen handbereik om de stek zo min mogelijk te verstoren.

Een tweede vis

Heb je weinig tijd voor een sessie, dan wil je effectief en efficiënt aan de slag gaan. Geen minuut moet verloren gaan. Elke handeling zou ‘vis vangen’ als doel moeten hebben. Hierbij valt of staat alles bij een gedegen voorbereiding vooraf. Op je visstek het voer nog moeten bevochtigen, de rigs beazen, een voorslag op de hoofdlijn knopen of nog bepalen waar je nu eigenlijk precies wil gaan vissen, zijn mijns inziens geen dingen waar je je eenmaal aan de waterkant nog druk om moet maken.

Hoe goed je voorbereidingen ook zijn, of je voer, rigs of wat dan ook, bij het minste of geringste aan lawaai of onverhoedse bewegingen kan alles in de prullenbak.

Hoe goed je aanpak ook is, heel belangrijk is dat je geen lawaai maakt. Zeker wanneer je vlak onder de kant vist, is dat uit ten boze en is rust het allerbeste medicijn. Hoe goed je voorbereidingen ook zijn, of je voer, rigs of wat dan ook, bij het minste of geringste aan lawaai of onverhoedse bewegingen kan alles in de prullenbak. Onder water is dat een ander verhaal; daar mag het van mij krioelen van jewelste! Graag zelfs, dat triggert alleen maar karper!

Een beauty op topsnelheid.

Ik kan me voorstellen dat je tijdens zo’n korte sessie al heel blij kan zijn met één karper, maar waarom niet kijken of er nog meer te halen valt. Dan zijn er wel enkele aandachtspunten van belang. Zoals je weet kunnen de vluchtbewegingen van een gehaakte karper soortgenoten afschrikken. Die stresssignalen zullen er altijd zijn, toch probeer ik dat zoveel mogelijk in te perken door met name rustig te drillen en waar mogelijk de vis buiten de ‘strike zone’ te dirrigeren.  Ook zorg ik dat ik alles zoveel mogelijk binnen handbereik klaar heb liggen; denk hierbij o.a. aan het landingsnet en de onthaakmat.

Altijd op zoek zijn naar actieve vissen.

Bovendien wil ik natuurlijk de rig weer snel op de stek hebben liggen. Boven water zul je geen vis vangen. En hoe sneller des te beter. Wie weet is er onder water een vreetroes gaande, die ook zomaar snel voorbij kan zijn. Soms gebeurt dat bij mij zelfs met de vis nog op de kant. De karper ligt nog in het net op de onthaakmat, de mat vouw ik voor de zekerheid dubbel en ondertussen gooi ik de hengel opnieuw in; het aas zal ik bij zo’n korte sessie niet vervangen voor een verse boilie. Dat is ook niet nodig. Nogmaals, met die ene vis ben ik al heel content; alles wat daarna volgt is mooi meegenomen.