Tekst en foto’s: Johan Struwe – Vaak hoor ik om me heen verzuchten dat het in de winter zo lastig is om vadertje glasoog te verschalken. Plekken die in de zomer gegarandeerd vis opleverden blijken in het koude seizoen improductief, en de koude en vaak ook winderige en natte omstandigheden doen veel vissers afhaken in hun jacht op één van onze meest geliefde sportvissen. Toch is dit jammer. Want juist nu kun je selectief vissen op aantallen óf op formaat! En met een beetje volharding en vertrouwen in je techniek is dit een periode waarin je echt mooie resultaten kunt boeken. In dit artikel geef ik je tien tips om succesvol op snoekbaarzen te vissen in het koude jaargetijde. Veel succes

BIGGER IS BETTER

Wanneer je je richt op grotere vissen, zoals bijvoorbeeld op de rivieren, is het juist nu belangrijk om vast te houden aan groot kunstaas. Zelf gebruik ik hiervoor graag shads van een centimeter of 15, zoals de grote Lieblingsköder, de SPRO Playboy en Wobshad en de Westin Kickteez.
Met de lage watertemperaturen in dit seizoen zal een flinke snoekbaars zich alleen in willen spannen, indien die inspanning ook veel energie (voeding) oplevert. Een prooi die de moeite niet waard is zal in dit seizoen dikwijls geweigerd worden. Gebruik bij dit soort grote shads altijd een stinger! Je zult zien dat veel vissen juist aan de stinger worden gehaakt.

Klaar voor de start van een koude snoekbaarsessie.

 

Je zult merken dat het met deze grotere aasjes lastiger is om je presentatie mooi bij de bodem aan te bieden door de grotere weerstand. Pas daarom gerust je loodgewicht aan. Ook een zo dun mogelijke lijn helpt je de weerstand te verlagen. Zelf vis ik jaarrond met een lijndikte van 13/00 Dyneema. Dit is in principe redelijk aan de zware kant, maar hier op de rivieren is het redelijk gebruikelijk dat er nogal eens een flinke riviersnoek of zelfs meerval tussen de snoekbaarzen door komt schuiven.

STEKKEN

Het is nu zaak om actief op zoek te gaan naar stekken die zowel wat stroming als wind betreft wat in de luwte liggen. Het grindgat in verbinding met de rivier is natuurlijk een klassieker, maar vlak ook havens aan groot water en doodlopende riviertakken en vaarten niet uit. Hier verzamelt zich de prooivis in groten getale om de koude winter zo energiezuinig mogelijk door te brengen. De watertemperatuur is hier net wat hoger dan op het wijd, en ook hoeft de vis zich niet staande te houden in de stroming. De roofvis houdt zich uiteraard ook massaal bij deze makkelijke voedselbron op.

Ik vind dat er bij een grotere shad een stinger aan hoort.

 

Vergeet hierbij ook de zogenaamde microklimaten niet. Je zult versteld staan over de hoeveelheid snoekbaars die zich in het kleine stille stuk achter bijvoorbeeld een brugpijler verstopt! Je kunt de roofvis dan ook zeer geconcentreerd aantreffen in deze periode, en als je er één vangt, weet je dat de kans groot is er meerdere aan te treffen. Vis de stek dus geconcentreerd af!
Ook blijft er altijd een deel van het bestand achter op het wijd of de rivier. En vaak zijn dit de grotere exemplaren. Het blijft dus lonend om ook de ‘zomerstekken’ af en toe met een bezoekje te vereren. Zelf doe ik dit volgens het hit-and-run-principe. Ik vis zo’n stek voor hooguit twintig minuten keihard af, en wanneer dat niets heeft opgeleverd, ben ik weer vertrokken naar de volgende stek.

STATISCH

Waar in het warme seizoen een actieve aaspresentatie vaak lonend is, mag ik in de winter mijn shads graag bijna statisch aanbieden. De vis is veel langzamer met deze temperaturen, en mijn ondervinding is dat het al gauw te snel is voor onze gestekelde vriend. Hier komt dan ook weer het nut van groter kunstaas bij kijken. De vis zal makkelijker te verleiden zijn om een grote, langzame prooi te pakken, dan een voorbijflitsend klein prooitje.

Wat voor mij vaak heel goed werkt, is ervoor te zorgen dat mijn aas zo stil mogelijk een centimeter of tien boven de bodem zweeft, waarbij ik om de paar seconden even bodemcontact zoek, of een venijnig tikje omhoog geef. Dit is meer dan voldoende actie om de vis op je aas te attenderen. Soms zie je duidelijk een flinke vis op je scherm liggen, en duurt het zomaar een minuut of vijf voor de aanbeet volgt. Dit toont voor mij wel aan hoe lethargisch de vis bij kou is, en het is dus heel belangrijk je presentatie daar zoveel mogelijk op aan te passen. Het gaat je beslist vis opleveren!

Als je er één vangt, weet je dat de kans groot is er meerdere aan te treffen.

SCHERP VISSEN

De keiharde beuken van aanbeten die zo ontzettend verslavend zijn, en die in de warmere tijd zoveel duidelijkheid verschaften over wat er aan het andere eind van de lijn precies gebeurde, zul je in deze periode (helaas) minder ervaren.

Aanbeten zijn in dit jaargetijde vaak amper waarneembaar, en het vergt een behoorlijk fingerspitzengefühl om deze soms te herkennen. De aanbeet kan variëren van de karakteristieke ‘beuk’ tot aan het slechts weinig zwaarder of lichter worden van je loodkop, en alles er tussenin. Mijn tip: sla op álles! Het is me al zo vaak overkomen dat ik dacht een blaadje te haken, en er bij het ophalen ineens iets begon te knokken aan de andere kant!

Sla op alles… In de meeste gevallen hangt ie er gewoon aan!

Het slaan op elke onregelmatigheid heeft me inmiddels al tientallen extra vissen opgeleverd!

Ook karakteristiek voor deze tijd zijn wat ik de ‘frummelaanbeetjes’ noem. Het voelt dan of iemand even je shad door de vingers laat gaan. En ook het ‘pokje’ komt regelmatig voor: een zacht, maar overtuigd tikje op je kunstaas. Nogmaals, sla op alles… In de meeste gevallen hangt ie er gewoon aan!

Scherp vissen moet natuurlijk altijd, maar juist onder deze omstandigheden, met vaak flinke golfslag, harde wind en andere zaken die de aandacht afleiden van het vissen is hypergeconcentreerd vissen echt een gamechanger!

NATUURLIJK AAS SCOORT!

Hoewel dat ik zelf toch wel voornamelijk een kunstaasvisser ben, neem ik in de koude periode toch ook graag mijn toevlucht tot natuurlijk aas. Doordat de snoekbaars de scholen aasvis opzoekt, krijgt deze in de vorm van stervende, neerdwarrelende prooivisjes steeds een makkelijk maal, en ik vermoed dat de snoekbaars zich juist in de winter snel aanpast aan deze jachttechniek.

Zelf mag ik graag een tweede hengel in de steun plaatsen, met daaraan een spiering, voorntje of kleine sardine aan de dropshot gevist. Wist je trouwens dat je bij elke Turkse supermarkt kleine sardines onder de naam Hamzi kunt kopen? Een puik aas voor de snoekbaars! Wanneer je bij elke aanbeet je visje gehalveerd terug krijgt, kun je een klein dregje aan een stinger bijplaatsen. Zorg er wel voor dat deze zo licht mogelijk is, anders hangt je aasvisje slap langs je lijn.

Ook het vissen met een aasvis aan de fireball is in deze tijd zeer lucratief! Vis deze aan de handhengel, en bied deze net zo mooi statisch boven de bodem aan als we zojuist al bespraken. Bij een aanbeet is het zaak om even met de vis mee te geven, en dan pas te slaan. Bijkomend voordeel is dat je met de fireball toch vaak selectief op de grotere exemplaren vist. Zeker het proberen waard!

Overigens vis ik die fireball gewoon aan mijn ‘standaard’ verticaalstok. Die geeft me ook bij deze visserij de beste communicatie over wat er daar beneden precies gebeurt.

Het resultaat van een ‘frummelaanbeetje’…

ZOEK DE AASVIS

Om snoekbaars te vangen, zul je moeten vissen op plekken waar ook snoekbaars zit. Dit lijkt logisch, maar toch maken veel vissers de fout om ‘op goed geluk’ te gaan vissen, in de veronderstelling dat de vis ook nu verspreid ligt.

De waarheid is dat de meeste wateren nu voor een groot deel leeg zijn. De prooivis vormt in deze periode grote scholen, duidelijk waarneembaar als grote ‘ballen’ op je fishfinder. Om die scholen heen verzamelt zich ook de roofvis, die op deze manier een prachtig buffet voor handen heeft. Het is ook verbazend om te zien hoe de verschillende soorten rovers elkaar in deze tijd in elkaars buurt tolereren. Wanneer je eenmaal een groepje gevonden hebt, vang je vaak alle soorten door elkaar!

Wanneer je eenmaal zo’n ‘baitball’ hebt gelokaliseerd, is de roofvis nooit ver weg. Vaak zie je naast en onder de school al de veelbelovende signalen liggen, maar soms ook ligt de roofvis zo dicht tegen de bodem dat ze amper zichtbaar zijn. Vis het gebied rondom zo’n school in elk geval secuur uit. Het zal je gegarandeerd vis gaan opleveren!

Wanneer je niet in het bezit bent van een boot met fishfinder, of wanneer je vanaf de oever vist, heeft moeder natuur nog genoeg aanwijzingen voor je. Zoek naar visetende watervogels, zoals de fuut en de aalscholver. Op plekken waar zij duiken, ligt meestal een school vis. Een verrekijker kan je helpen om ook te onderscheiden waarmee deze vogels bovenkomen, een gegeven wat jou weer handvatten biedt qua keuze van je aas.

Door scherp te blijven vissen, kwam na een tijd van stilte deze serieuze snoekbaars aan boord.

DE BAKKEN LIGGEN ONDIEP

Of je nou op de rivier, een kanaal, een grindgat of het grotere water vist; de ervaring leert dat de grote snoekbaarzen meestal niet op grote diepten te vinden zijn. In de praktijk merk ik dat ik al mijn betere vissen op dieptes van één tot zo’n vijf meter heb gevangen, zomer of winter.

Ook op de diepe grindgaten, die soms tot wel zo’n dertig meter diep kunnen zijn, kwam alle vis van boven de zestig centimeter vanaf hoog op de taluds. Meestal vis ik daar niet dieper dan zo’n zeven meter, wat ook nog eens beter voor de vis is.

Een mooi ezelsbruggetje is de volgende stelling: hoe lichter, hoe dieper. Snoekbaars is een lichtschuwe vis, die zich bij een teveel aan licht in de diepte terugtrekt. Nu kan verduistering op twee manieren ontstaan: door het wegvallen van de zon (schemer of bewolking) en door vertroebeling van het water. Met het recente hoge water op de rivieren, en de bijbehorende vertroebeling ving ik ineens weer vissen op nog geen meter water. Toen het peil weer zakte, en het water weer minder troebel werd, schoven de snoekbaarzen weer naar iets diepere stekken. Het eerste wat ik dan ook doe als ik op een stek kom, is mijn hengel in het water steken om het doorzicht te interpreteren. En dat doe ik meerdere malen per dag. Overigens is het bij zeer troebel water altijd lonend om kunstaas te gebruiken dat veel trillingen veroorzaakt. De v-staartjes en pintails kunnen in die omstandigheden gerust in de tacklebox blijven.

Zo’n baars als bijvangst? Daar maalt niet één snoekbaarsvisser om!

PELAGIC

Een relatief nieuwe techniek, die toch je dag goed kan maken is het pelagic vissen. Dit houdt in dat je actief op zoek gaat naar vissen hoog in de waterkolom. Juist in de winter is dit een lonende techniek, doordat je met het vinden van scholen aasvis je te bevissen gebied al veel kleiner maakt.

Kort gezegd komt het er op neer dat je op zoek gaat naar signalen van vis op je scherm, en deze gericht aanprikt met je kunstaas. Je zult zien dat lang niet elke vis zo maar aanbijt, en dat de meeste vissen of weigeren, of vluchten, maar deze techniek kan je beslist de kers op de taart opleveren!

Voor het pelagic vissen gebruik ik dezelfde hengel waarmee ik ook bij de bodem vis in dit seizoen; een 40-grams baitcaster met 13/00 lijn en een reel met flipping-functie. Hiermee kan ik snel kleine stukjes lijn nemen en geven, wat de precisie ten goede komt. Als loodkop gebruik ik 30-grams koppen, zodat ik snel bij de vis ben en de presentatie mooi verticaal kunt houden.

Wist je dat je ook pelagisch kunt trollen? Deze techniek heb ik jaren geleden al succesvol in Zweden toegepast, en ook hier is het een manier om toch een aanbeet te forceren als niets anders meer werkt. Vis je kunstaas (pluggen of shads) slepend boven zeer diep water. Ook nu willen ze hem nog wel eens komen halen!

STEL JE VERWACHTINGEN BIJ

In de winter is de vis, zoals eerder al gezegd vaak erg passief. Veel meer dan in de zomer is er sprake van bijtmomenten, die in deze periode ook nog eens redelijk kort zijn.  Urenlang hebben gasten bij mij aan boord, zich wanhopig zitten afvragen of die gids van ze ook maar enig idee heeft waar de vis zit, om vervolgens in een korte tijd met dubbele cijfers van het water af te gaan. Snoekbaars kan soms urenlang totaal passief zijn in deze periode. Maar wanneer je absoluut vertrouwen hebt in je presentatie en techniek, zul je het geduld kunnen opbrengen om niet voortijdig de moed op te geven. En wanneer het feest dan  ineens losbarst zit je met je aas midden in de actie!

Een mooie manier om dit zelf te ervaren, is eens gaan vissen op het IJ of het Noordzeekanaal rond Amsterdam. Deze wateren zitten zó vol met (vooral kleine) snoekbaars, dat je dit verschijnsel mooi kunt waarnemen. Op het ene moment vraag je je af of ze er überhaupt zitten, en een uur later zit je een tijd ontzettend te harken, waarbij je aas nog niet de kans krijgt om de bodem te raken. Ook op andere wateren doet dit verschijnsel zich voor, maar daar is de dichtheid aan vis wat lager, waardoor je geduld wat meer op de proef wordt gesteld.

Zelf proberen? Hángen…!

VEILIGHEID

De laatste tip is ook veruit de belangrijkste. Let nu nog meer dan anders op je eigen veiligheid! De watertemperaturen liggen momenteel dicht bij nul graden, en wanneer je daar onbeschermd in valt, is het binnen een paar seconden met je gedaan. Je verstijft, je ademhaling stokt en normaal zwemmen is absoluut onmogelijk.

Een reddingsvest alleen voldoet dus duidelijk niet onder deze omstandigheden. Ik heb er zelf voor gekozen om daarom voor mij en mijn gasten drijfpakken aan te schaffen. Een flinke investering, maar een levensreddende factor en eigenlijk onontkoombaar wanneer je jaarrond het water op gaat.

Ook je bootverlichting is nu van levensbelang! Zichtbaarheid in schemerige en donkere omstandigheden is enorm belangrijk, en de (verplichte) verlichting voor snelle motorboten draagt daaraan bij.

Het is ook verstandig om niet alleen het water op te gaan, hoewel ik me daar zelf nog regelmatig schuldig aan maak. Twee zien meer dan één, en wanneer de ene visser wat overkomt kan de andere levensreddend optreden of eerste hulp verlenen.

Ik hoop dat ik je met deze tips handvatten heb gegeven om van deze winter een succes te maken, en wellicht zien we elkaar op het water!