De ultieme connectie

Molen, hengels, haken, kunstaas, dobbers, lood, wartels; stuk voor stuk essentiële elementen bij een succesvolle hengeluitrusting, maar gaan we niet voorbij aan het meest cruciale onderdeel, de vislijnen?

Goed vissen zit hem zeker in de details. De vislijn is daar een onderdeel van, maar eigenlijk kunnen we dan niet over een detail spreken, maar over een cruciaal element van de uitrusting. Het is leuk om eens een blik te werpen op de ontwikkeling van vislijnen. Kun je je voorstellen dat we begonnen te vissen zijn met zijde? Laten we daar maar niet te lang bij stil staan.

In de ontwikkelingsfase wordt de lijn onder spanning door de geleideogen gevoerd om wrijvingsweerstand te onderzoeken.

Beter kijken we terug naar de eerste grote evolutie, die rond 1958 plaatsvond; de overstap naar polymeren nylon (monofilament). Deze technologie kwam voort uit ontwikkelingen tijdens de tweede wereldoorlog.

Meer recent, namelijk rond 1990, was er de invoer van fluorocarbon, ofwel PVDF. Ontwikkeld in Japan en op dat moment nog heel beperkt voor wat betreft de mogelijkheden, maar reeds prima als bijvoorbeeld leadermateriaal te gebruiken. Nu is het materiaal doorontwikkeld en nagenoeg onbeperkt inzetbaar! Kort daarop volgde, in 1993, de introductie van gevlochten lijnen, gemaakt van polyethyleen (PE). PE een product van bijvoorbeeld het Nederlandse petrochemieconcern DSM, onder de naam Dyneema.

Geloof het of niet, deze korrels vormen de basis voor een nylon vislijn.

Deze technologie ontstond tijdens de ontwikkeling van de ruimtevaartindustrie; dunner, sterker en lichter in gewicht, dat was waar de mensen naar zochten! Tot dusver de ontwikkelingen van lijnen in vogelvlucht; laten we elk lijntype nu eens nader bekijken.

Nylon

Al in 1958 waren het de Amerikaanse hengelsportmerken Stren en Berkley die de door Dupont geproduceerde polymeren verwerkten tot een goed visbare lijn, nylon monofilament. Dit was een doorbraak want het werd zo mogelijk om een transparante lijn te gebruiken die veel minder zichtbaar was, dat leverde uiteraard veel meer aanbeten op. Het materiaal was ook toen al gemakkelijk te verwerken en te gebruiken en is dat nog steeds. Knopen leggen werd een makkie en dus was nylon een doorbraak van jewelste.

Het testzwembad: de robot ‘vist’ de lijn met aas door de buitenste ring. Centraal de bakken met levende vis. Met camera’s wordt hun reactie vastgelegd.

De nylon lijnen werden vervolgens steeds sterker, steeds robuuster ook. Zo heeft door nieuwe technieken zonlicht geen effect meer op kwaliteitslijnen, terwijl het voorheen lijnen in de prullenbak kon doen laten verdwijnen!

Zinkend nylon

Nylon Monofilament wordt in technische terminologie soms ook wel co-polymer of tri Polymer genoemd, dit is niet zo heel erg spannend, want dat zegt alleen iets over het gebruik van meerdere soorten polymeren om zo tot één lijn te komen. Het resultaat zit hem in de dichtheid van het materiaal, die bijna gelijk kan staan aan die van water. Het gevolg? De lijn zinkt heel langzaam en is bijna suspending.

Kleurenspectrum microscoop om de houdbaarheid van een kleur te bekijken.

Voor vaste hengelvissers en matchvissers kan dat echt een plus zijn. Zeker bij de matchvisser die zijn lijn niet op het wateroppervlak wil zien drijven. Met veel zijwaartse wind is een zinkende lijn voor de vaste hengelvisser ook een pré. En tot slot kan dat ook voor de feedervisser bij dezelfde omstandigheden alleen maar in het voordeel werken.

Twee proefkonijnen voor een nieuwe lijn.

Met nylon monofilament is de trekkracht op de knoop (mits juist gelegd) bijna 100%! Doordat er rek zit in de lijn kan de bocht die bij een knoop leggen ontstaat heel strak aangetrokken worden, zonder dat er te veel spanning op de lijn ontstaat.

Kwalificaties

De productie van nylon? De polymeren worden aangevoerd als pellets, kleine harde, op plastic lijkende korrels; deze worden gesmolten en door een kleine diameter opening(en) gespoten. De warme substantie wordt daarna snel afgekoeld in een bad en onder rek opgespoeld. Hierbij wordt de gewenste diameter geproduceerd.

Om aan de vraag te voldoen gaat de productie van vislijnen 24 uur per dag, 7 dagen per week door.

Wanneer je de juiste typen pellets in exact afgemeten hoeveelheden mengt is het mogelijk bijzondere eigenschappen aan een lijn mee te geven. Denk daarbij aan een hogere trekkracht, souplesse, oftewel kwalificaties die je in staat stellen om het aas veel natuurlijker aan te bieden, sterkere knopen te maken en een betere schokabsorptie tijdens het drillen of werpen.

Fluorocarbon

Het productieproces van fluorocarbon is vergelijkbaar met dat van nylon monofilament; toch zijn er wezenlijke verschillen tussen beide producten. De zichtbaarheid van fluorocarbon is namelijk zeer gering, het materiaal is nagenoeg onzichtbaar onder water. In moeilijke terminologie is de refractieve index van PVDF bijna gelijk aan die van water. Het gaat dus op in zijn omgeving!

Machine om de sterkte van lijnen te testen.

Fluorocarbon is bovendien schuurvaster dan nylon! Belangrijk om te weten als je op zoek bent naar een goede leader bij het karpervissen; het wordt zelfs als onderlijn gebruikt tegen de scherpe tanden van snoek. Ook zinkt fluorocarbon, het heeft namelijk een hogere dichtheid dan water!

Een nadeel van gewoon fluorocarbon is dat er meer geheugen in de lijn zit en dat het op kleine diameter spoelen springerig wordt. Momenteel wordt er hard doorontwikkeld om dit obstakel te overbruggen en met het label Trilene 100% Fluorocarbon XL lijkt Pure Fishing dit euvel verholpen te hebben.

Gevlochten lijnen

Met gevlochten lijnen hebben we waarschijnlijk de meest spraakmakende ontwikkeling te pakken. Dyneema is een uit meerdere individuele vezels bestaande lijn waarbij door vlechting in diverse patronen en met wisselende aantallen vezels oersterke constructies worden gemaakt. Belangrijk hierbij is het onderdeel polyethyleen (PE). PE is een supersterk en licht fabricaat dat, geloof het of niet, sterker is dan staal!

Tot slot is de enorme sterkte van dit type lijnen een machtig wapen om ook de grote vissen de baas te kunnen.

Eenmaal op een juiste manier verwerkt in het product kun je spreken over ultradunne, supersterke en extreem gevoelige lijnen met praktisch geen rek. Geen rek betekent direct contact en met dunnere lijnen heb je minder wrijving en dus kun je gemakkelijker werpen of heb je minder zijwaartse water- of luchtdruk op de lijn. Tot slot is de enorme sterkte van dit type lijnen een machtig wapen om ook de grote vissen de baas te kunnen.

Touw

Helaas is er ook veel imitatie dyneema vanuit het Verre Oosten op de markt. Ze noemen het zelf gevlochten lijnen, wij als productontwikkelaars noemen het touw. Het is slechts getwist en bevat niet of nauwelijks PE. Voor het vissen is het ook niet geschikt; dat zie je aan de prijs en zeker ook in de prestaties.

Het vislab. Hier wordt onder andere gedrag en voedselvoorkeur onderzocht. 

Met echte PE gevlochten lijnen kun je vissen op grote afstand. Het is met andere woorden mogelijk je afstand te vergroten zonder het directe contact te verliezen. Je kunt steeds dunner vissen en toch de trekkracht behouden.

Een aanrader is om in veel gevallen een leader van nylon monofilament of fluorocarbon te gebruiken. Zo behoud je specifieke eigenschappen, bijvoorbeeld de soms broodnodige rek! Die rek komt van pas wanneer je hard vechtende vissen drilt, maar ook bij het werpen. Het biedt bescherming tijdens krachtige worpen en kan zelfs een katapultwerking hebben ten behoeve van nog verdere worpen.

Uni filament

PE gevlochten lijnen zijn minimaal vier keer zo sterk als andere lijnen, ze hebben nagenoeg geen rek en drijven! Oeps, drijven? Jazeker! Dat drijven kan een nadeel zijn, maar ook een groot voordeel wanneer je bijvoorbeeld met een losse lijn vist (denk aan broodkorsten of oppervlaktekunstaas); de lijn is dan je beetindicator. Om de lijn toch onder water te krijgen, kun je hem ontvetten met (liefst neutraal geurend) zeepsop. Daarbij is het raadzaam om een zo dun mogelijke lijn te gebruiken en druk op de lijn te creëren om de lijn als het ware onder te trekken.

Testen, testen en nog eens testen.

Daarnaast zijn er ook zinkende gevlochten lijnen die uit een combinatie van PE en een verzwarende vezel bestaan, bijvoorbeeld gore of kevlar zijn. Spiderwire Fluorobraid is daar een goed voorbeeld van.

Gaan we nog een stapje verder, dan komen we terecht bij gefuseerde PE gevlochten lijnen zoals FireLine. De naam zegt het al, er wordt namelijk met hitte een proces gestart waardoor meerdere kernen een verbinding met elkaar aangaan; zo krijg je een lijn die minder frictie kent door het gladde oppervlak; voor het werpen een grote plus! Dan is er nog de zogenaamde Uni Filament, een PE lijn waarbij geen vlechting, maar biologische verbinding is gemaakt; alle vezels staan in één richting en dat verbetert het werpen tot schier onmogelijke afstanden. Elke gek, maar ook elke lijn kent zijn gebrek. Uni Filaments zijn minder schuurvast en lastiger te knopen (volg altijd de aanwijzingen voor het beste resultaat).

Mega tank met onderwater ramen voor gedrag lijnen.

Samenvattend hebben we zo te maken met een wijd scala aan lijntypen; elke met hun eigen plus- en minpunten. Mijn advies blijft dat je niet alleen goed let op de kwaliteit, maar zeker op de knopen. Bovenal is het cruciaal dat je de juiste lijn kiest bij de heersende omstandigheden of de visserij die je voor ogen hebt!

Verpakken van de lijnen. Ook een heel proces.

Situatieschetsen:

Grote afstanden en grote gewichten: Sterkte en goede werpeigenschappen zijn nu belangrijk, maar ook direct contact. Mijn aanrader is een gevlochten hoofdlijn met een leader van nylon monofilament. De dikkere nylon leader is 1,5 keer de hengellengte, de kracht en rek haal je dan uit de mono, de dunnere gevlochten lijn zorgt voor een verdere, soepele lijnafwikkeling!

Verticalen op matig stromend, obstakelrijk water: Aan te bevelen is een gevlochten (fused) lijn zoals FireLine; supersterk, een hoge schuurvastheid en door het gladde oppervlak pakt de lijn weinig druk van water of wind. Hieraan een fluorocarbon leader van ¾ lengte van de hengel. Met fluorocarbon heb je schuurvast, zinkend materiaal wat makkelijker knoopt dan gevlochten lijnen en nagenoeg onzichtbaar is.

Vissend met de vaste hengel: Vis je met de vaste hengel, dan is er eigenlijk maar één optie voor de hoofdlijn. Nylon monofilament! Met de onderlijnen kun je variëren; nylon of fluorocarbon.

Werpen op grote afstand of uiterst secuur met kleiner kunstaas met weinig obstakels: Hier kies ik voor unifilament. Ook hier kun je er natuurlijk voor kiezen om een korte fluorocarbon leader te gebruiken.

Diameters en kleuren zijn een topic op zich: Veel hangt af van jou skills en ervaring om de juiste keus te maken; vraag je dealer naar de beste lijn voor jouw omstandigheden! Begin je met vissen, kies dan nylon monofilament! De allrounder!

De uiteindelijke distributie.

Lijnfacts

  • Let op! Niet alle op de verpakking aangegeven diameters en trekkracht zijn waarheden. Zeker bij de niet-gerenommeerde vislijnen wordt hier nogal eens mee gesjoemeld. Kijk of er op de verpakking een EFTTA logo staat. In dat geval kun je er zeker van zijn dat de lijn getest is en dat de gegevens kloppen.
  • Nylon neemt water op! Nat is mono zwakker en ook zwaarder dan droog nylon, tot wel 10%. Een uitzondering hierop is Trilene Sensation, deze lijn neemt absoluut geen water op!
  • Fluorocarbon neemt slechts gering water op en behoudt zo goed als alle trekkracht onder natte omstandigheden!
  • Fluorocarbon werd tot voor kort alleen gebruikt als voorslag en of leadermateriaal. Meer en meer zien we het ook terug als hoofdlijn.
  • Nylon en gevlochten lijn is verkrijgbaar in alle kleuren van de regenboog. Even een foute aanname wegnemen. Kleuren zouden op bepaalde dieptes verdwijnen en daardoor onzichtbaar worden. Larie! De kleuren verdwijnen wel, maar worden zwart of grijstinten! En geloof mij nou maar, er bestaan meer dan 50 tinten grijs!
  • Het voordeel van PE gevlochten lijnen is dat ze erg dun zijn en dus gemakkelijk de waterspiegel doorbreken; ook onderwatervegetatie is een minder groot probleem.
  • Het kleuren van lijn geschiedt doorgaans met het simpelweg kleuren of coaten van de lijn. Een uitzondering is de nieuwe Black Velvet lijn; deze lijn heeft een pigmentkleuring in de vezel. Het resultaat is een soepele lijn die nooit zijn kleur verliest.
  • Spoel regelmatig nieuwe lijnen op de molens. Ondanks alle nieuwe technologieën is beschadiging niet uit te sluiten.
  • Probeer, indien mogelijk, te voorkomen dat je de voorslagknoop continu door het topoog binnen draait ten behoeve van een langere houdbaarheid van deze knoop. Dit verlengt de houdbaarheid van de knoop!
  • Lijnen met meer dan één kleur, zogenaamde Tracer lijnen, zijn gemaakt om een indicatie te hebben van beweging, het liften van je aas bijvoorbeeld of het verleggen van je aas! Ook geven ze een soort stroboscoop effect bij het werpen en dat biedt je de nodige precisie.