Witvissen op de Overijsselse Vecht

MAURICE PRIJS – De Overijsselse Vecht, of in het oosten van Nederland kortweg aangeduid als de Vecht, is één van de mooiste rivieren van Nederland. Niet alleen de omgeving is erg fraai, maar ook het visbestand is erg divers. In dit artikel ligt de focus met name op de soorten die voor de witvisser interessant zijn.

In het natte gras achter me zie ik het pad dat ik afgelegd heb richting het water. Weg uit de drukte en de natuur in. Het is rustig aan de Overijsselse Vecht. Een merel vertoont zijn zangkunsten vanuit een boom verderop, een paar eenden zwemmen achter elkaar rustig tegen de lichte stroom in en het gladde oppervlak van de Vecht wordt af en toe verstoord door een, zo lijkt het althans, winde die jaagt op kleine vliegjes. Het water van de Vecht is vrij helder en tussen de leliebladen zwemmen kleine blankvoorns rond op zoek naar voedsel. Deze visstek in de buurt van Dalfsen ziet er fantastisch uit!

Een mooi visbestand in een prachtige omgeving!

De Vecht is gemiddeld 60 meter breed en ongeveer 3 meter diep. Anders dan grote rivieren als Maas, Rijn en IJssel is de Vecht een relatief kleine rivier met minder stroming. Natuurschoon is er echter in overvloed en dat gaat alleen maar toenemen vanwege natuurontwikkeling. Het is de combinatie van natuurschoon en een divers visbestand dat deze rivier voor de sportvisser zo aantrekkelijk maakt.

De Overijsselse Vecht ontspringt in Duitsland en de totale lengte van deze rivier is ruim 150 kilometer. De Vecht is een echte regenrivier. Op momenten dat er veel regen valt, is dat direct te merken aan de rivier. Met name in de buurt van Dalfsen, Ommen en Hardenberg zijn mooie stekken te vinden. Een aanrader is het stekkenboekje ‘Sportvisserreisgids Overijsselse Vecht’ uitgegeven door Sportvisserij Oost-Nederland, te koop in hun webwinkel. De Overijsselse Vecht is in z’n geheel opgenomen in de Landelijke Lijst van Viswateren.

Het roofvisbestand is goed; zo worden er ieder jaar zeer grote roofbleien gevangen! Ook snoek, baars en snoekbaars zwemt op de Vecht. Voor karpervissers is de Vecht een uitdaging; ga er niet vanuit dat je jezelf klem vangt, maar mooie vissen zwemmen er beslist, ook zwemt er grote graskarper. Wat betreft witvis zijn met name brasem, blankvoorn en winde goed vertegenwoordigd.

Het heeft de afgelopen tijd weinig geregend en dus staat er weinig stroming; dat biedt uitstekende mogelijkheden om te vissen met de vaste hengel en een medium feederhengel.

Een voerplekje maken

Ik begin met het aanvoeren van de feederstek. Ik kies een boom als vast richtpunt aan de overkant, werp de korf ongeveer 30 meter uit de kant en leg de lijn achter de lijnclip op de molenspoel. Met tien korven voer plus aas, maden, casters, wat maïskorrels en hennep, maak ik de stek aan. De losse aassoorten zijn goed om frequent met het voer in de voerkorf naar de stek te brengen. De stroming van het water neemt altijd losse voerdeeltjes en aassoorten mee. De azende vissen zullen deze deeltjes stroomopwaarts volgen en uiteindelijk bij de voerplek terecht komen.

Na het aanvoeren krijgt de feederstek rust zodat vissen de kans krijgen om het te vinden en er het nodige vertrouwen te krijgen.

Een plek voor de vaste hengel

Op zes tot zeven meter gaan drie ballen donker lokvoer iets stroomafwaarts het water in. Dobber, lood en haak krijgen daardoor de tijd om iedere keer perfect over de voerplek heen te gaan. De plonsen van de voerballen en de aantrekkingskracht van het voer moeten met name de nieuwsgierige voorns op de stek lokken. Op de haak gaan vervolgens twee casters en de eerste drift is begonnen. Bij de derde drift is het raak… de felgele antenne van de dobber verdwijnt onder water. De eerste Vechtvis is gehaakt. Zoals verwacht is dit een kleine, maar puntgave voorn die de casters niet kon weerstaan.

Na 10 minuten is een school mooie voorns op de stek gearriveerd. De driften leveren allemaal gave voorns op.

Deze snelle azers kunnen zich helemaal vinden in de casters en actieve aasaanbieding. De één grams dobber drift langzaam met de stroming mee en dat blijkt onweerstaanbaar voor de voorns. Soms krijgt het haakaas niet eens meer de kans om helemaal naar de bodem te gaan en ik zie de dobber bij menig aanbeet hoog in het water blijven staan.

Voedselnijd brengt de voorns omhoog en gaandeweg blijkt het formaat van de voorns wat kleiner te worden. Een voerbal met meer hennep en casters gaat naar de bodem en dat zal de vis ook naar de bodem brengen. Het blijkt te werken. De grotere voorns worden weer gevangen.

Tussendoor pakt een kleine brasem, een winde en zelfs een baars het haakaas. Op de Vecht weet je eigenlijk nooit wat je precies gaat vangen. Het vangen van de voorns met de korte vaste hengel blijft een mooie sport, maar ik ben toch wel benieuwd of er ondertussen ook al andere en grotere Vechtbewoners op de feederstek zijn gearriveerd.

Ook feedervissen is hier mogelijk

De vaste hengel wordt ingeruild voor de medium feederhengel. De feedertop steun ik een meter boven het water af. Op deze wijze heeft de stroming van het water nauwelijks invloed op de feedertop en voelt de vis minder weerstand bij het pakken van het haakaas. Ik beaas de haak met vijf casters en werp de voerkorf op de stek.

Het duurt maar een paar minuten of de feedertop laat duidelijk blijken dat het haakaas door een vis gepakt is. Aan de beet te zien, kan het niet anders dan een mooie winde zijn. De Vecht staat bekend om haar mooie bestand aan windes en nummer één is gehaakt.

De eerste winde is kennelijk het startsein voor meerdere windes om zich vol overgave op de casters te storten!

Wat is vissen toch mooi… in zo’n natuurlijke omgeving met een kromme hengel in de hand! De vis zwemt stroomafwaarts en gebruikt de stroming goed om zich te verweren. Ik draai voorzichtig aan de molen en hoop zo dat de vis meter voor meter binnenkomt. Wat een actie is dit… Ik krijg de winde uit de hoofdstroom en hij komt langzaam binnen. Ik ben blij met mijn schepnetsteel van vier meter en kan na een paar minuten een mooie Overijsselse Vecht winde landen!

Schitterende windes!

Windes houden van veel aas en daarom wordt de voerkorf aan de onderkant met wat voer gevuld, vervolgens gaan er ruimschoots casters en hennep in en wordt met een klein beetje voer de korf dichtgemaakt. Het voer houdt het aas goed bij elkaar tijdens het werpen, maar eenmaal op de bodem komt alles er snel uit. Een onderlijn van een meter met een aantal casters op de haak is het eerste wat een azende winde tegenkomt en dat zal die dan ook graag pakken.

Schitterende windes!

Rond de middag vaart af en toe een kleine bootje en plezierjacht voorbij. Dat hoort ook bij de Vecht. De vissen ondervinden er geen hinder van en blijven goed doorazen. Meerdere grotere, maar ook wat kleinere windes worden veilig geland. Ondanks de felle aanbeten, blijven de windes toch wel secuur in het aasgedrag. Een aantal maden of maïs als haakaas laten ze links liggen. Casters zijn veruit favoriet vandaag.

https://youtu.be/6-7tNlNq62g

Genoeg accommodaties om te overnachten

Een fantastische omgeving, een mooie manier van dobbervissen, een goede benadering met de feeder en genoeg actie. Kortom, een geslaagde visdag op de Overijsselse Vecht zit er op! Wie van de monding van de Vecht naar de grens met Duitsland reist komt verschillende vakantieparken, b&b’s en campings tegen, waarvan sommige direct aan het water liggen. Ideaal om een (gezins)vakantie te combineren met af en toe een avondje of ochtendje vissen! Een erg handige en overzichtelijke website is www.vechtdaloverijssel.nl. Hier vind je naast een duidelijk overzicht van de overnachtingsmogelijkheden ook informatie over wat er in de omgeving, naast het vissen, te zien en te doen is.

Zo vis je op de Vecht met de vaste hengel

Een vaste hengel met een lengte van zes of zeven meter is voldoende om achter de leliebladen in de stroming te vissen. Verder is echt niet nodig. Juist zo relatief dicht bij de kant en achter de leliebladen bevinden zich de mooie voorns.

Op de 16,5/00 hoofdlijn gaat een G-Tip 2 dobber van één gram. Deze dobber heeft een holle antenne waardoor die extra goed zichtbaar is. Op de 15/00 onderlijn een maat 16 haak. Met de vaste hengel kunnen driftjes gemaakt worden om zo de voorn tot aanbijten te verleiden.

Zo vis je op de Vecht met de feederhengel

De tweede visplek ligt in het midden van de Vecht en dus in de stroming. Het stroomt niet hard, vandaar dat een medium feederhengel met een 2,5 oz carbon topje én een speciale gaaskorf van 40 gram volstaat.

Deze Drennan Oval Cage voerkorf blijft door de ovale vorm erg goed op de bodem van stromend water liggen. Hierdoor kun je met relatief minder gewicht vissen.