Niet zo lang geleden heb ik met twee van mijn gasten op het Volkerak gevist. Vier lange dagen slepen met erg groot kunstaas in de hoop een groene reuzin te vangen. Rubber nepsnoeken van 50 centimeter, die net als een echte snoek van dit formaat de hengel in een flinke bocht trekt onder alleen het gewicht ervan. Je moet wel heel erg veel ‘hengel‘ hebben om dan nog een haak te zetten. Resultaat: vier gemiste aanbeten op dit mega grote kunstaas. 

Twee weken op rij wilde Esox alleen klein kunstaas.

 

Tekst & foto’s: Bertus Rozemeijer

 

Gezien de mate waarin het stalen haaksysteem verfrommeld was, waren dat geen kleintjes op die grote lappen kunstaas. En ja, wie op het Volkerak vist hoort te weten dat dit het beste water is om niets te vangen, maar dat het ook een water is waarin absolute recordvissen zwemmen.

Snoeken is zoeken. Zo is me dat altijd verteld en zo vis ik ook. Altijd op zoek naar die vis, die zich op zo enorm veel verschillende manieren laat vangen. Dat kan natuurlijk slepend, maar werpend vissen vind ik nog steeds leuker. Op een of andere manier rendeert het vaak ook beter, want naar verhouding vang ik werpend echt meer vis, om over het formaat maar niet te spreken. Ik sleep wel, maar enkel als het werpend vissen niet lukt of er wordt gesleept om even een korte pauze tijdens het werpen in te lassen. Bakje thee of koffie, broodjes naar binnen werken en zo de batterij even opladen.

 

Slepen

Ga ik toch slepen dan vis ik altijd met een hengel in de hand, zodat je ook kunt voelen wat je kunstaas doet. En nog belangrijker: actief blijven werken en het kunstaas zo levendig mogelijk presenteren. Natuurlijk heb ik tijdens een langere sleepsessie ook een tweede hengel in de steun, maar ik ervaar de fysieke aanbeet op een handhengel met meer emotie dan de visuele aanbeet op een afgesteunde hengel. Ik zal vast tegen een paar zere benen schoppen wanneer ik schrijf dat ik de lol er niet van inzie wanneer ik een boot passeer die zes planerboards heeft uitstaan. In mijn beleving is dat meer snoek oogsten dan snoek vangen. Ik wil een aanbeet voelen of liever nog, bij het werpend vissen een aanbeet zien aankomen om de vis daarna naar behoren te drillen.

 Werpend vissen met klein kunstaas hou je vol van zonsopgang tot zonsondergang. Probeer dat maar eens met kunstaas wat dubbel zo groot is.

 

Maar goed, je gaat – omdat dit van je verlangd wordt – met extreem groot kunstaas aan de slag. Lappen rubber van soms een halve meter. Maar hoe klein of groot mag of moet het nu écht zijn om snoek te vangen? Laten we eerst eens wat relativeren. Wat is het verschil tussen het vangen van een snoek van 120 cm op een zeer zware hengel en het vangen van een tachtiger op een veel lichtere uitrusting?

Tot zover een deel van het artikel Zomersnoek van Bertus Rozemeijer, dat te lezen is in de Beet Magazine die nu ‘vers’ in de winkels ligt. De abonnees krijgen hem natuurlijk als eerste in de bus. Ook interesse? Klik dan hier voor een abonnement.