WITVIS

In dit artikel gaan we op een nazomerse dag met Frank Van Waelderen feedervissen op de Maas in het Nederlandse stadje Doveren. De Maas is een 950 kilometer lange rivier die ontspringt in Frankrijk en stroomt daarna door België en Nederland waar ze via de Nederlandse rivierdelta uitmondt in de Noordzee. Het is een sterk stromend water met op sommige plaatsen een breedte van maar liefst 140 meter, ze staat bekend om de scheepsvaart en natuurlijk ook om het mooie visbestand; van kleine voorns tot gigantische meervallen. Deze sessie ligt de focus op voorn en brasem. Hoe de voormalig wereldkampioen feedervissen dit aanpakt lees je hieronder.

Tekst & foto’s: Sven Boon

 

Nadat Frank zijn viskist waterpas heeft gezet geeft hij aan dat het van het uiterste belang is om de bodem in kaart te brengen. Eventuele taluds, obstakels of kuilen kunnen een visdag maken of juist breken. Voor het verkennen van de bodem gebruikt hij een relatief zware korf zodat hij exact kan voelen wat er zich op de bodem afspeelt. Randjes zijn vaak echte hotspots voor hem en hij probeert een vuile of zachte bodem zoveel als mogelijk te vermijden. Over het algemeen is een harde bodem beter dan een modderig stukje bodem. Op ongeveer een 40 meter vindt Frank een relatief hard stuk net naast een stijgend talud. Deze afstand markeert hij even door Distance Sticks te gebruiken. Dit stelt hem in staat om andere hengels ook exact op deze afstand te zetten of om de juiste afstand terug te vinden na een eventuele lijnbreuk.

 

Aan het lokvoer wordt veel aandacht besteed.

Aan het lokvoer wordt veel aandacht besteed.

 

DIEPTE TELLEN

Om de diepte van het water te bepalen kun je simpelweg werpen met een korf op de gewenste plaats. Het moment dat het loodje het water raakt, druk je de chronometer in en dit doe je opnieuw wanneer het loodje de bodem raakt. Hierbij kun je op de chronometer aflezen hoeveel seconden de korf onderweg is. Een korf zakt ongeveer een halve meter per seconde. Met andere woorden is je korf tien seconden onderweg dan is het ongeveer vijf meter diep.

 

SCHUURBESTENDIGE VOORSLAG

Tijdens het in kaart brengen van de bodem wordt als snel duidelijk dat er over de eerste tien tot dertien meter enorm grote stenen liggen. In deze situatie is het heel belangrijk om de hengeltop zo hoog mogelijk te positioneren, zodat de lijn de stenen niet raakt. In tegenstelling tot de meeste gevallen waar de hengeltop meestal zo laag mogelijk staat, zodat de draad mooi op de bodem ligt. Aangezien er heel wat obstakels in het water liggen vist Frank ook standaard met een voorslag. De lengte van de voorslag is van cruciaal belang voor garantie op succes volgens Frank. Wanneer je de voorslag te kort neemt, krijg je te veel belasting op je knoop met als gevolg: lijnbreuk! Neem je de voorslag te lang, gaat de snelheid bij het werpen afnemen, omdat je een grotere weerstand krijgt op het moment dat je voorslag door je hengelogen glijdt.
De ideale lengte is wanneer je de hengel in de werppositie houdt en de voorslag vijf of zes slagen op de molen hebt zitten. De ideale dikte van een voorslag voor het vissen op rivieren is 30/00.

 

Ook casters worden toegevoegd aan het feederlokvoer.

Ook casters worden toegevoegd aan het feederlokvoer.

 

LIJNKEUZE & SETUP

Bij het vissen op dit soort wateren gebruikt Frank altijd een gevlochten hoofdlijn. Het grote voordeel van een gevlochten lijn is dat er geen rek in zit, het is enorm sterk en gaat ook nog eens lang mee. Omdat er geen rek in de lijn zit is de beetregistratie ook super nauwkeurig, zelfs de kleinste tikjes en indicaties zijn zichtbaar, dit maakt het vissen op grote afstanden ook gemakkelijker. Voor deze sessie maakt Frank gebruik van 8/00 Pulse 8.

 

De rest van het artikel lees je in Beet Magazine nummer 8, dat begin oktober zal verschijnen. Voor een abonnement op Beet Magazine ga je naar: https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.