Een ode aan een groot visser en bijzonder mens

Het is altijd triest als ons visserswereldje een markant figuur kwijtraakt. Piet Ott valt zeker onder die categorie. Hij was niet alleen een goed visser en een begenadigd surfcaster, hij was ook nog eens een minzaam en sociaal mens die niets liever deed dan zijn kennis en vaardigheden te delen, in informele ontmoetingen of tijdens georganiseerde bijeenkomsten. Een herinnering aan een mens en visser die ’heerlijk ongecompliceerd in het leven stond’.

Door John Willems

 

Een ontmoeting in de voormalige hengelsportwinkel van Rik Hagedoorn in Beverwijk. Piet Ott stond op een afstandje te luisteren naar twee vissers die op een hanige manier aan het discussiëren waren. Beiden vonden zichzelf een goede strandvisser. Zeg maar: even met wat zwaardgekletter laten weten wie de beste is. Piet hoorde het aan en leek zich kostelijk te amuseren. Toen er even een stilte viel nam hij het woord. Iedereen was stil terwijl Piet zijn ervaring en kennis deelde. Dat was een goede dag voor iedereen die luisterde. We gingen allemaal naar huis met de wetenschap dat we weer wat hadden bijgeleerd over strandvissen.
Zo herinner ik me Piet: een fijn mens, maar zeker ook een geweldige visser met een fantastische werptechniek. Hij ving altijd vis en vaak groter en meer dan zijn collega-vissers. Piet is niet meer, maar bij zijn naasten, zijn oude vrienden en collega-wedstrijdvissers leeft hij nog voort. Ze herinneren hem zoals hij was: zittend op zijn viskist of met een hengel in de hand, werpend: mooi en ver. Het meest leeft hij voort door zijn grote hart en de aandacht voor iedereen in zijn omgeving.

 

Een visser met een fantastische werptechniek.

Een visser met een fantastische werptechniek.

 

Van het kanaal naar zee

Broer Gerard en zus Henny herinneren zich dat Piet altijd al viste. Ze woonden op het fruitteeltbedrijf van hun ouders aan de Nekkerweg in de Beemster, een paar honderd meter van het Noord-Hollands kanaal. Piet was altijd al aangetrokken tot het water en de vissers langs het kanaal. Toen hij een jaar of zes was kreeg hij de smaak goed te pakken.
Zijn vader was niet zo blij met de visserij van zijn oudste zoon. Hij was doodsbang dat Piet in het water zou vallen en verdrinken. Het hengeltopje net over de rietschoot was ver genoeg, vond vader Ott.
Dat was niet voldoende voor Piet die dus maar besloot zichzelf zwemmen te leren. Een buurman zag hem spetterend als een hond naar de overkant van het kanaal en weer terug zwemmen. Voor Piet was het nu duidelijk dat zijn vader zich niet meer ongerust hoefde te maken.
Het werk op de kwekerij maakte dat Piet, Henny en Gerard niet op vakantie konden. Dagjes uit ging wel, met moeder in de Daf en als bagage hengels en aas. Op één van die uitjes ving een trotse Piet zijn eerste snoek. Een paar jaar later werd het vuurtje nog verder aangewakkerd, tijdens een logeerpartij bij zijn ome Joop, zelf een fanatieke sportvisser. Piet leerde van Joop van alles over het juiste materiaal. Door veel bessen te plukken in het familiebedrijf kon Piet zijn eerste serieuze hengel bij elkaar sparen.
Toen Piet zestien werd, was hij al een jaar of wat verslingerd aan de zeevisserij. De familie dropte hem tijdens ritjes naar Friesland, met zijn hengels bij de spuisluizen van Den Oever. Aan het einde van de dag pikten ze hem weer op.

 

De reels van Piet hebben volop actie gezien.

De reels van Piet hebben volop actie gezien.

 

De rest van het artikel lees je in Beet Magazine nummer 8, dat begin oktober zal verschijnen. Voor een abonnement op Beet Magazine ga je naar: https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.