De corona heeft veel niet-vissers richting hengelsportzaken gedreven en aan de waterkant was het drukker dan ooit. Maar nu de vakantie is aangebroken zullen er toch wel weer de nodige stekken vrijkomen? We vragen ons dit af voor een vriend…

 

Deze blog verschijnt als Voorwoord in de Zeehengelsport nummer 378 die momenteel in de winkels ligt.

 

“Op het moment dat ik dit schrijf – eind juni – is de viruswaanzin enigszins aan het luwen en er gonzen geruchten over verdere versoepelingen. Gaat de storm nu eindelijk liggen? Komend weekend lijkt het weer normaal te gaan worden; op veel plekken kunnen de mondkapjes weer af en moeten we uit voorzorg van hogerhand alleen de anderhalvemetergrens nog aanhouden. Landen waar we maandenlang alleen van konden dromen, knipperen tussen oranje, groen en geel. Elke dag, soms elk uur, checken sommigen hun smartphone en hun social media over de ophanden zijnde groene lichten. Ben je voldoende gevaccineerd en kun je een negatieve PCR test overhandigen? Groen licht, ga maar! Goed nieuws uiteraard voor de ‘piscatorial travellers’ (zou Rex Hunt zeggen) die naar Noorwegen, Ierland, IJsland of Denemarken willen en eindelijk hun scharretjes en scholenbaarsjes kunnen inruilen voor wat grotere ‘Jan pakt de leuning’ vissen die de metergrens en de tien-kilo-barrière slechten. Heilbot, kabeljauw, ruwe haai, dat spul.

In mijn woonwijk gonst het van de geruchten. ‘Kunnen we op vakantie?’ klinkt het bij de overburen. ‘Is Frankrijk nu ook op geel?’ hoor ik naast me door de heg. Net of het oude ‘normaal’ weer terugkeert. De afgelopen maanden was de wijk één groot bedrijfsterrein; krijsende cirkelzagen, schurende Black & Deckers, zoemende grasmaaiers, overspannen moeders en huilende kinderen. Maar nu is het anders. Er hangt een andere vibe; een nieuwe ‘oude’ koorts kruipt als zeemist de woonwijk binnen; het is de vakantiekoorts. Het gereedschap wordt opgeborgen en er worden koffers gepakt.

 

“Een nieuwe ‘oude’ koorts kruipt als zeemist de woonwijk binnen;

het is de vakantiekoorts…”

 

Ik heb de auto gepakt en ben naar zee gereden om wat mooie stekken te gaan verkennen. Het is  alweer een tijd geleden dat ik dit deed. Ik herinner me de laatste twee keer. Alle stekken waren overbezet. Zelfs de meest afgelegen dijken en stranden waren ingenomen door dagjesmensen en vissers die ik nooit eerder zag. Vriendelijke mensen overigens. En ze hadden bovendien groot gelijk om het besmettingsgevaar in hun steden, dorpen en woonwijken te ontvluchten. Veel nieuwe sportvissers zaten ertussen. Ze genoten van de buitenlucht en de door wetenschappers bewezen (!) heilzame werking van de aanwezigheid van water. Op de pieren was de drukte zelfs niet te harden; daar bleven we dus maar weg en kozen de juiste momenten op doordeweekse dagen of tijdens specifieke EK-interlands.

Maar nu is het weer anders. Auto’s met dakkoffers verlaten toeterend de woonwijk. De buren kunnen weer naar Frankrijk, IJsland, Spanje, België, Duitsland, en straks naar Noorwegen en Denemarken. De wijk verandert van een bedrijfsterrein weer in een oude rustige woonwijk. En mijn zeevisstekken lonken, ze ademen opnieuw de rust van weleer. En onder water krioelt het van de zomervis! Er knalt zeebaars door het oppervlak; makreel en horsmakreel  pakken alles wat beweegt en in de schemering kruipt de tong vanuit de vaargeul naar de oeverzone.

Ik kan mijn geluk niet op. Is iedereen al op vakantie? Ga gerust!”

 

Berend Masselink