Eindelijk voorjaar! Zo luidt de kop van de Dutch Masterclass in de BEET magazine die nu uit is. Die magische periode dat de natuur weer ontluikt en uit de winterslaap komt, en weidevogels en zwaluwen weer terugkeren, en ook de vissen actiever worden. Dat laatste is nog geen garantie voor een goede vangst in deze tijd, maar de ‘Masters’ helpen je in dit artikel op weg…

Ben van Ek…

 

In deze Dutch Masterclass daarom lentetips van Reijer Kros, Ben van Ek en Twan Swart.

BEN VAN EK

Waar kun je brasems verwachten en waar houden ze zich op in het voorjaar?

Brasem verzamelt zich vaak in grote scholen en verplaatsen zich dan naar de wateren of plekken waar ze gaan paaien. Plekken met veel plantengroei en voedselrijke struiken zijn vaak ware hotspots. Je vangt de vis in die tijd ook vaak dicht tegen de rietkragen, soms zelfs heel erg ondiep. Wanneer die rietkragen aan de overzijde van het water staan, kun je er met de feeder perfect tegenaan vissen. Wateren met veel van die hotspots zijn bijvoorbeeld de Amstel of de Vecht, maar ook diverse dode rivierarmen langs de grote rivieren.

Speelt vismeel ook een rol bij het vissen op open water? Wanneer kies je wel of niet voor een vismeelvoertje?

Vismeel speelt wel degelijk een rol wanneer er veel brasem te vangen is. Het werkt alleen niet overal even goed. Wat wel opvalt, is dat vooral bij langere sessies of wedstrijden vismeelvoer doorslaggevend kan zijn. Je hoeft echter niet met puur vismeelvoer te vissen, een combinatie met traditioneel zoetig voer is vaak de beste optie. Bij wedstrijden langer dan zes uur gebruik ik altijd 30% vismeel. Bij een 24-uurs is dit 50%.

Reijer Kros

 

REIJER KROS

Welke invloed heeft de watertemperatuur op het gedrag van de vissen en daarmee uiteindelijk ook op tactiek en strategie?

Watertemperatuur is heel erg bepalend voor het gedrag van vissen. Wanneer je weet hoe vissen hierop reageren, kun je de stekkeuze hierop aanpassen. Bijvoorbeeld, zodra er maar een streepje zon schijnt tegen een rietkraag, ga ik daar absoluut vissen, want de vissen voelen de warmte van de zon en vinden het net als wij heerlijk om daarin te vertoeven. Zeker in het voorjaar is het dus van belang juist daar te gaan vissen waar de temperatuur van het water net even iets hoger kan zijn.

Probeer de vis wel heel voorzichtig te benaderen met een punchje brood of een paar dode maden, want in het voorjaar staat de vreetmodus nog niet aan en zullen ze zeker sneller worden afgeschrikt dan in de zomer. Voorzichtigheid troef! Ook qua hoofd- en onderlijn zal ik nog steeds zo dun mogelijk vissen, denk daarbij aan 13/00 bovenlijn en 11/00 onderlijn in combinatie met een SLWG haak 18.

In de winter vormen maden een belangrijk en veelgebruikt aas. Is dat ook zo in het voorjaar of gaan andere aassoorten en grotere rol spelen?

Tijdens de winterperiode gebruik ik als aas heel vaak maden en ook tijdens de overgang van winter naar voorjaar blijft ik dat doen. Wat ik wel aanpas met betrekking tot aasgebruik is dat ik meer blikmais ga gebruiken voor het vissen onder de kant. Mais is heel goed zichtbaar en heeft bijna geen voedingswaarde, dus daar kan je in het voorjaar best wel iets meer van voeren dan je misschien denkt. Ook tot prut gemalen mais werkt in deze periode vaak erg goed, zeker onder de kant, want het laat een wolk achter waardoor de vissen zich veiliger voelen. Gaandeweg zal je merken dat ook een pellet beter gaat worden. Dit komt mede doordat gretige witvis de maden eerder te pakken hebben dan karpers…

Twan Swart

 

TWAN SWART

Wat zijn specifieke kenmerken van de wateren waarin je zeelt kunt verwachten? Wat is jouw favoriete water voor deze visserij?

Specifieke kenmerken van een ‘zeeltenwater’ zijn troebele wateren met een zachte modderbodem, denk aan poldersloten, maar ook in de bebouwde kom zijn vaak watertjes te vinden die veel zeelt herbergen. Zeelt heeft eveneens een voorkeur voor water met veel waterplanten zoals riet, waterpest en waterlelies. De begroeiing biedt ze tevens bescherming. Tegenwoordig zie je ook steeds vaker dat er zeelt wordt uitgezet in de commerciële vijvers en putten. Dit laatste ook omdat de zeelt de kwaliteit van het water goed op peil houdt. Om gericht op zeelt te vissen, richt ik mij graag op een gracht in mijn woonplaats Woudrichem.

Wat zijn de hotspots wanneer je eenmaal een geschikt water hebt gevonden?

Als je op een water aankomt waar je zeelt kunt verwachten, is het zaak om een geschikte stek uit te kiezen. Wanneer er lelies of andere waterplanten aanwezig zijn, is het vaak een heel goede strategie om hier dicht tegenaan te vissen. Hetzelfde geldt voor andere obstakels, zoals overhangende takken of een struik die het zicht vanaf de kant gezien ontneemt. Dit zijn goede plekken om kort tegenaan te vissen, omdat zeelt graag de beschutting opzoekt. Daar waar de beschutting ontbreekt, kun je zeelt doorgaans op de diepere gedeeltes van het water aantreffen.

Jij vist het liefst met de vaste stok. Hoe ziet je set-up eruit om deze sterke vissen succesvol te benaderen?

Zeker omdat ik op wateren vis waar je dicht tegen obstakels aan kunt vissen, is het zaak om niet te dun te vissen. Een gehaakte vis moet eigenlijk niet de gelegenheid krijgen om de planten of takken in te zwemmen. Dit zullen ze uiteraard altijd proberen, omdat ze zich daar veilig wanen. Als bovenlijn gebruik ik 16/00 Classic Mono, mijn onderlijn bestaat uit 15/00 fluorocarbon, beide van Browning. Als haak kies ik de Beast barbless in maat 14. Dit model is mijn favoriet vanwege de mooie brede haakbocht, waar ik veel verschillende aascombinaties op kan aanbieden. Voor deze visserij gebruik ik de 2.3 mm hollow elastiek van Browning, omdat je hiermee genoeg controle hebt om de vis van de obstakels weg te houden.

Tot zover een deel van het gehele artikel Dutch Masterclass in de BEET die nu in de winkel ligt. Wil je dit magazine liever voortaan als eerste lezen, neem dan een abonnement: klik hier.

 Een typisch zeelthoekje voor het voorjaar!