Aangespoord door de vissers aan boord (dat je het volhoudt), de kinderen (jij bent echt gek) maar vooral Detteke die het ondertussen 58-jarige vleselijke omhulsel van het vermetele knokenpakket zo langzamerhand van het ene pijntje in het andere zuchtje ziet veranderen, komt met de snelheid van een zojuist wakker geworden luiaard toch echt wel het besef dat het een ietsiepietsie rustiger aan moet. Stoppen? Ben je bedonderd! Maar in plaats van zeven dagen in de week op het water bivakkeren zou vijf ook wel mooi zijn. Toch?

Bladeren door de fotoalbums…

Door Hank Perrée (ms. Wiesje)

Allerlei trucs worden op dit moment uitgehaald om een iets of wat normale levensstijl op de rit te krijgen. Het inwerken van reservekapiteins, stokken achter de deur aanschaffen enzovoort.  In de winter is het nog wel te doen, meestal zorgt een dagje west 7 of 8 wel voor een stukkie rust maar in de zomer met de avondvisserijtjes erbij wordt het toch wel wat pittiger.

Maar waarom is dat loslaten dan zo moeilijk?

Die vissen, dat geloof ik zo onderhand wel. Natuurlijk vind ik elke schar prachtig en iedere wijting fenomenaal maar je moet maar van me aannemen dat als je vanaf zeg begin oktober (hoogseizoen voor schar en wijting) op zo’n drijvende blokkendoos zit, je na wijting 4756834 en schar 3980765 wel zo ongeveer weet hoe die beesten eruit zien.

Voor deze rubriek bladerde ik vanmorgen effe door de foto’s vanaf 20 oktober om te zien of er iets bruikbaars tussen zat. Ik schrok me eerst de pleuris van wat er in zo’n korte tijd aan ontzettend leuke foto’s voorbij flapperde. ‘Man met triplet wijting’ bedoel ik dan niet, maar al het andere moois wat je op zo’n dag te zien krijgt. Daarna kwam het besef dat de matrozen een viske vangen leuk vinden maar dat er zo veel andere zaken zijn die een dagje zeevissen zo ontzettend leuk maken. En ook het besef waarom loslaten zo ontzettend moeilijk is. Hieronder een bloemlezing van bootgebeurtenisjes van de afgelopen tijd.

 Vis vangen is gewoon hartstikke leuk, zeker met Anouk aan boord…

Bloemlezing

Ooit ben ik wel eens (en dat was niet leuk bedoeld) uitgemaakt voor cafébaas op een drijvend terras. Dat was in den beginne en ik was er destijds niet helemaal blij mee. Toch blijkt de geschiedenis te bewijzen dat dat misschien wel de spijker op zijn kop is. Het is al lang niet meer vissen, vissen, vissen. Een van de allermooiste voorbeelden vind ik een opstapdag van een week of wat geleden. Bij groepsafhuur is er altijd een ‘ons kent ons’ sfeertje en omdat iedereen elkaar kent hoef je je met de intermenselijke relaties die dagen niet veel te bemoeien.  Bij losse opstappers heb je als schone taak de vissermannen en -vrouwen te verenigen tot een vriendenclub. Altijd kicken als dat weer lukt.

Het was zo’n dag dat er een zeer uitbundige visserij was. Zeg maar dat ze je om half twee na het in ogenschouw nemen van een uitpuilende emmer vis aan zitten te kijken van: ‘En nu??’ Gezien het nog vroege tijdstip van de dag is dan het standaard antwoord: ‘Tsja, of doorvissen of naar de haven.’ Dat naar die haven gaan gebeurt feitelijk nooit om half twee maar de visdrang is er af en na wat schoonmaakwerkzaamheden en het opruimen van hengel 2 en het voor spek en bonen doorvissen met hengel 1 buikt men uit… Dan is het de kers op de taart als je Dick en Eddy, ze hadden elkaar nog nooit gezien, als twee broers de wereldproblematiek hoort bespreken. Het kon ook visserslatijn zijn, dat weet ik niet. Maar ik vond het wel prachtig.

Dick en Eddy bespreken de wereldproblematiek …

Als mensen echt op hun gemak zijn, blijkt het na gedane arbeid goed rusten. De grootste kwèèèkers en de wildste ingooiers moeten hun drukke werkzaamheden tijdens een inspannende visdag vaak bekopen. Ongeveer op een vergelijkbaar tijdstip als waarop Eddy en Dick zich op de wereldeconomie stortten, waren er ook matrozen die een uiltje knappen.  Nou nam Bobby dat dutje wel heel erg serieus want het was een ronkend geweld waar een Finse groep houtzagers bij in het niet viel.  De overige matrozen vroegen of ik de motor aangezet had. Nou dan weet je het wel.

Over lijnzwemmers gesproken…

En dan de vogels. Natuurlijk verstoren we de ecologie door die beesten niet hun natuur te laten volgen maar voor een wel heel gemakkelijke prooi te laten kiezen. Naja, die schrokoppende verenpakketen eten ook friet en rommelen in vuilnisbakken, dus wat visafval komt dan toch wel enigszins bij het menu-van-de-dag zullen we maar zeggen. Toch is het wijs om het visafval niet als een Klein Duimpje via een broodkruimeltjes-spoor in het water te kieperen. Doe maar in een emmer. Dat is beter. Er zijn weer de nodige Jan van Genten en meeuwen (al dan niet in drieteen-specificatie) kortstondig aan dek van het schip geweest.  Die vliegen namelijk in hun jong enthousiasme om de lekkernijen te bemachtigen in de lijnen en na een woeste knik op de hengeltop blijkt een meeuw de oorzaak van deze bloedstollende ‘gullenbeet’.

Het touwtrekken begint dan en soms ontwart de dappere meeuw zichzelf. Onder luid gegil gaat deze zijns weegs weer. Niet gehinderd door enige herinnering, want het korte geheugen van een meeuw is heeeeel kort, en deze stort zich weer met ware doodsverachting tussen de lijnen door in het water voor nog een lekker hapje…

Tot zover een deel van de rubriek ‘Hank Ahoy’ uit de Zeehengelsport nummer 381 die volgende week bij de abonnees in de bus valt en in de winkel te krijgen is. Heeft de winkel ze niet altijd in huis, kijk dan eens naar de mogelijkheden van een abonnement: klik hier.