De Wobbegong is een van de twaalf soorten ‘carpet sharks’ (Orectolobidae) die je rond de warmere diepe oceanen bij Indonesië en Australië in de Great Barrier Reef kunt vinden. Hij ziet eruit als een grote gecamoufleerde platvis die één wordt met de bodem en zodoende eenvoudig prooivissen kan ‘opzuigen’ die te dicht in de buurt komen.

Een van de twaalf soorten ‘carpet sharks’: de Orectolobus maculatus. Hoofdfoto: de ’tasseled wobbegong’ is versierd met bijna 30 franjes rond de bek, wat hem de Nederlandse naam Franjebakerhaai opleverde (foto Reddit)

Tapijthaai

De vissen die ten prooi vallen aan de wobbegong hebben waarschijnlijk geen weet hoe deze ‘tapijthaai’ eruit ziet. Het laatste wat ze weten is dat ze tussen de tanden gespiest zitten en in een zwart gat verdwijnen; de maag van de wobbegong.

De Tasselled wobbegong (Eucrossorhinus dasypogon) is door zijn verborgen leefwijze nog in veel opzichten een geheimzinnig dier. De levendbarende haai kan uitgroeien tot zo’n 180 cm – ook al zijn er verhalen over veel grotere exemplaren van zelfs 350 cm of groter – en heeft een prachtige camouflagekleur en rond de brede platte bek groeien tentakels die op koralen of planten ‘franjes’ lijken. De wobbegong jaagt zowel overdag als ’s nachts, maar in donker is hij het meest actief, en beweegt zich vrijelijk over het rif op zoek naar prooi. De haai heeft geen stekels, maar kan flink van zich afbijten met naaldscherpe tanden wanneer mensen op dit ‘levende tapijt’ gaan staan.

De populaire namen van de  ‘Franjebakerhaai volgens Fishbase.se

Pieter Bleeker

Ondanks dat deze haai aan de andere kant van de aardbol rondzwemt, zit er verrassend genoeg een Nederlands tintje aan. Hij werd namelijk in 1867 voor het eerst beschreven door de Nederlandse ichthyologist (vissenkundige) Pieter Bleeker, die in voormalig Nederlands-Indië woonde en daar duizenden vissen onderzocht en op naam bracht, waaronder de wobbegong.

Klik hieronder om een filmpje van Discovery te bekijken.