Appie Bogers ging al jaren naar de Canarische eilanden, op Lanzarote of Fuerteventura op vakantie. Omdat hij fanatiek vist, probeert hij daar ook een plaatselijke charterboot te regelen voor een vistrip. Vaak trof hij echter een typische ‘toeristenboot’ die voor de gevorderde sportvisser minder interessant was. Maar op een dag ontmoette hij schipper Victor Malillos…

Het ruige vulkanische landschap van Fuerteventura trekt veel toerisme. Er is dan ook een groot aanbod aan hotels…

 

Dolfijnen spotten

De toeristenboten op dergelijke locaties zijn niet per se verkeerd hoor, maar ze willen vooral geld vangen en ervoor zorgen dat iedereen een vis uit het water weet te halen. Dus wordt er eerst twee uur getrold voordat er boven een rif geankerd wordt en er gevist wordt met inktvisjes. Tijdens die vele keren trollen heb ik nog nooit een aanbeet meegemaakt, maar het is natuurlijk wel leuk om dolfijnen te spotten en af en toe een walvis.

Fuerteventura is ook populair bij reisorganisaties als Corendon.

In More Jable ontdekte Appie Bogers de Albakora…

 

Enkele jaren geleden zag ik in de haven van More Jable op Fuerteventura een kleine charterboot liggen. Hij heette de Albakora. De eigenaar is Victor Malillos. Op de Albakora kunnen maximaal vijf man meevaren. Ik heb de schipper benaderd en sindsdien ben ik jaarlijks twee tot drie keer met hem meegegaan. Victor kent de wateren op zijn duimpje en zoekt de mooiste locaties voor jigging en spinning voor de kust van Fuerteventura.

Het is een feest om met deze visgids mee te gaan. De naam Fuerteventura zegt het al: ‘sterke wind’, dit gebied is niet voor niets populair bij wind- en kitesurfers. Maar dat betekent ook dat er niet altijd uitgevaren kan worden. Als hij uitvaart, zijn er altijd wel wat golven aanwezig, maar dan zet Victor koers naar de andere kant van het eiland om beschut te kunnen vissen. Het is inmiddels ook een populaire vislocatie bij de bewoners van de andere Canarische eilanden en het Spaanse vasteland.

Onbekende merken, maar prima hengels.

 

Victor (foto rechts) kent de stekken op zee op zijn duimpje.

 

Windfinder

Direct na aankomst, wanneer ik in augustus op ons vakantieadres op Fuerteventura arriveer, heb ik me bij Victor gemeld, zodat hij me kon inplannen voor de eerstvolgende gelegenheid. De vooruitzichten op de app van Windfinder voorspelden weinig goeds: golfhoogtes tussen 1,7 en 2,4 meter de komende dagen. Toch krijg ik ‘s middags een bericht met de vraag of ik de volgende dag mee wil gaan vissen. Tuurlijk! Om 8.30 uur de volgende dag word ik dus opgehaald van het hotel en vertrekken we om 9 uur uit de haven van More Jable. Terwijl we wegvaren toont de zee zich redelijk kalm, maar dat verandert zodra we de zuidpunt van het eiland ronden. Door samenspel van wind en stroming stuiteren we aardig over de golven. Wanneer we echter de bocht om zijn en in noordoostelijke richting varen, is het prima te doen en zou het ook op de beoogde stek aan de zuidoostzijde van het eiland goed toeven zijn.

Hier een mooi filmpje van Magroswelt voor een indruk van More Jable op Fuerteventura.

 

Villa Winter

Deze stek kende ik nog van twee jaar daarvoor. Een kenmerkende plek met een witte villa op de kust. Op tv had ik eens een documentaire gezien van dit huis, genaamd Villa Winter. Een locatie met een mythe omgeven. In WO2 werd deze villa bewoond door Gustav Winter en er zouden er U-boten tijdens de oorlog via deze locatie bevoorraad zijn. Ook zouden er twee wrakken moeten liggen. En sommige bronnen melden zelfs dat er nazi-kopstukken via deze locatie ontsnapt zijn naar Zuid-Amerika aan het einde van de oorlog…

Op weg naar Villa Winter…

Cabrilla…

Na een uurtje varen liggen we tegenover de villa boven een rif met diepte tussen 45 en 30 meter. We vissen met een lichte hengel met een pilker van 120 gram. Ik leen de hengel van Victor, het is een 210 cm lange lichtgewicht hengel van het merk Nuba Slow met een maximaal werpgewicht van 150 gram. De molen – een Khads 5000 – heeft een gevlochten lijn van 18/00 met een breeksterkte van 45 lb. Tijdens het wrakvisssn in Nederland ben ik gewend de pilker op de bodem te laten zaken en steeds 1 tot 1,5 meter boven de bodem op te halen en weer de bodem te laten aantikken. Hier is het de gewoonte om na de landing op de bodem, de pilker met korte rukjes, steeds een halve slag met de molen, zo’n 20 meter omhoog te halen en dan weer rustig te laten zakken. Met een driftzak aan de boot maken we drifts over het rif van circa 20 minuten. Bij de tweede drift is het zo goed als tegelijkertijd raak bij alle drie de opvarenden. Ongeveer 2 meter boven de bodem ‘blokt’ de lijn, direct gevolgd door rukken, en vervolgens gaat de molen even door de slip. Nu moet ik de lijn strak houden, voorzichtig hijsen en opdraaien. Af en toe voel ik een ruk, maar geleidelijk komt de dader boven: een Red Snapper van ca 70 cm. Een erg mooie vis! We blijven nog even boven dit rif, waarbij ik nog twee ‘Cabrillas’ (Serranus cabrilla) van 30 en 40 cm vang. Deze vissen laten zich ‘braaf’ naar boven hijsen zonder al te veel tegenstribbelen.

  Appie met een Red Snapper…

De mythe van Villa Winter…

 

Dieper

Na 1,5 uur gingen we een stukje verder liggen op een dieper rif tussen 80 en 100 meter diepte. Ik laat de iets zwaardere pilker van 150 gram zakken. Het is eerst even het gevoel krijgen wanneer je echt de bodem raakt. Maar in dit geval was het bij ‘de landing’ en de eerste lift direct raak. Zat ik vast? Nee, maar beweging zat er niet in. Lijn strak draaien en hijsen: lukt niet echt. Vervolgens is er een tegenreactie: de lijn zoeft door de slip en de vis gaat er vandoor. De hengeltop wijst helemaal naar beneden. Dat duurt wel een minuut. Ik ben even bang of de lijn het uithoudt, maar inmiddels gaat het tempo van de run weer iets omlaag en kan ik voorzichtig weer wat lijn binnendraaien. Dat gaat moeizaam en weer neemt de vis een sprint,  nu wat korter gelukkig. Weer hijsen en draaien, stapje voor stapje. Nu is er geen of weinig tegengas meer. Het wordt een hele hijs vanuit de diepte, wel 10-12 minuten tot er zicht is op vis die omhoog komt. Maar uiteindelijk laat de vis zich braaf in het net begeleiden. “Jurel!“ roept Victor enthousiast. Het blijkt een hele smaakvolle vis te zijn – een soort horsmakreel.

Even uitblazen en opnieuw uitgegooid. Direct daarop weer beet. Ditmaal zo’n 10 meter boven de bodem. Heel raar; alweer lijkt het of ik vast zit, maar vervolgens volgen er flinke rukken en komt de slip in werking. De vis vecht flink terug. Dit voelt als een Red Snapper. En jawel, als even later na het hijs- en draaiwerk de vis bovenkomt, laat een mooi dik exemplaar met scherpe tanden zich bewonderen.

Flinke ‘Jurels’ (horsmakrelen).

 

Sonar

Zo maken we die dag nog twee drifts op dezelfde locatie. Ik vang nog een mooi exemplaar Jurel en Red Snapper. Het loopt inmiddels tegen 14 uur en we gaan ons opmaken voor een uurtje terugvaren. Ditmaal met golven in de rug, wat wel aangenamer is. Het was een heerlijk dagje op een mythische locatie, waarbij we geen U-boten op de sonar zagen, maar wel mooie rifjes met veelbelovende stippen en ‘banaantjes’.

Later die week huurden we nog een auto en bezochten Villa Winter. Via een smal stoffig bergweggetje reden we naar de andere kant van het eiland. Een spectaculair tochtje waar je uitkomt in een dorp. De villa heeft zijn langste tijd inmiddels gehad. Maar het betonnen fundament en de kelder en sommige inventaris doen wel erg Duits aan, dus een kern van waarheid zal er vast inzitten bij deze mythe.

Struinen door Villa Winter: oude hengels en molen en zendapparatuur en accu’s voor de U-boten?

 

YouTube

Ben je in de toekomst op Fuerteventura en zoek je een charterboot, denk dan maar eens aan Victor en zijn Albakora. Veel reclame maakt hij niet, maar op YouTube kom je diverse visavonturen tegen op de boot van Victor als je in de zoekfunctie ‘jigging Fuerteventura’ intikt. Doe hem maar de groeten van Appie!