“Wie denkt dat een charterbootmeneer alleen een beetje in de rondte vaart en slap ouwehoerend de bemanning een hart onder de riem steekt als de vis niet meewerkt, slaat de plank volledig mis. Een helpende hand bieden voor de matrozen die voor de eerste keer op zee zijn hoort er ook bij. Ervoor zorgen dat de mensen weer veilig in de haven komen, lijkt een vanzelfsprekendheid, maar dat is het niet altijd…” Charterbootschipper Hank Perrée over zijn EHBO-lotgevallen aan boord.

Het gaat ook wel eens goed; deze haak belandde in de muts van de matroos en niet in een lichaamsdeel…

 

Verpleegkundige

Maar daar gaat dit epistel helemaal niet over. Een van de onbekende, maar zeker onderschatte kwaliteiten die een schippert nodig heeft, is een transformatie tot Verpleegkundige op C-niveau. Mag ik u met een aantal volledig los staande anekdotes aan de hand nemen? Dokter Hank neemt u mee in de duistere doch bloederige wereld van een zot op zee, met instemming overigens van redacteur van dienst Berend, die in zijn schrijfsels verdacht vaak de onderwerpen zeeziekte, daarbij behorende pillen en andere visgerelateerde kwetsuren aanhaalt . Of ik niet eens iets afschrikwekkends kon produceren. Nou, daar gaat ie dan.

  

Het resultaat van een glad ochtendtrappetje.

 

Plons

Laat ons eens beginnen met het opstappen op de boot. Dat lijkt een vrijwel risicoloze aangelegenheid maar niets is minder waar. De trappetjes bij ons op de steiger voldoen aan alle hypermoderne veiligheidseisen. Met andere woorden: het is gewoon een trappetje. Houten treden met reliëf erin zodat je niet al te snel op je bakkes gaat. Als het zonnetje op zo’n ding heeft gestaan zijn ze zo stroef als de pieten, maar de eerste betreder, doorgaans de kapitein van het vaartuig, krijgt in de vroege ochtend te maken met vochtige omstandigheden die het hulpmiddel om aan boord te komen ietsje, of soms ietsje teveel gladder maken. Ik zal geen namen noemen maar een collega-schipper had in zijn ene hand twee bladen met kakelverse pieren en in de andere hand een kistje bier. Goedgeluimd betrad ons lijdend voorwerp het trappetje – wat niet echt meewerkte die ochtend. Ik stond er met mijn rug naar toe, maar duidelijk waren er diverse plonzen te horen. Plons 1 was de kist bier. Plons twee was pierenblad 1 en plons drie bleek pierenblad 2 te zijn. Het meest in het oor springende geluid was echter een gortdroge ‘Knak’. De kapitein kon met allerlei kunsten een vierde plons van zichzelf voorkomen maar dat resulteerde in een middelvinger die in een wel zeer eigenaardige hoek aan de hand bevestigd stond. Dat was die knak. Volgens mij heeft hij die dag nog gevaren en de vinger is ondertussen geheeld. Hij kan hem in ieder geval weer opsteken bij pesterijtjes.

 Gevaarlijke uitpulkerij bij een haak in het ooglid.

 

Wapperen

Een tweede onheilsbrenger is de wapperlijn. U kent ze vast wel. Die afhouders met twee bezemdraadjes en dan aan de onderkant zo’n venijnige onheilsbrenger van een halve meter lang. Het vist geweldig op het strand en ook op de boot brengt dat zijn visje. Dan MOET er echter onderhands gegooid worden. Bij een spiegelglad zeetje gaat het overhands nog wel als de bestuurder van de hengel tenminste achter zich kijkt. De zee is groot genoeg en daar ploft het lood wel neer. Er is aan de andere zijde van de boot echter een zeer beperkt aantal oren, neuzen en ogen ter beschikking dus ACHTER je kijken verdient aanbeveling. Na 422 keer waarschuwen was ik het op een dag zat en ging maar even iets belangrijks in de kajuit doen. En dat was fout. Als een schoolmeester blijven roepen: ‘Kijk nou achter je’ was beter geweest. Een ijselijke kreet volgde en toen ik met zevenmijlslaarzen aan de kajuit uitspurtte trof ik een allerakeligst schouwspel aan. Een oor gaat nog wel, een neus doet zeer, maar dat overleef je ook nog wel, maar een haak in een ooglid had ik nog niet meegemaakt. In minder precaire gevallen wordt er NIET afgeknipt en doorgestoken want dan verrekt het slachtoffer van de pijn. Nee, een stukje nylon om de haakbocht, haak platdrukken en in één keer trekken gaat écht het allerbeste. Dat zag ik me bij een oog nog niet zo een, twee, drie doen dus met het slachtoffer zittend in de kajuit werd met behoorlijk wat kunst- en vliegwerk de haak uit het ooglid gepulkt. Operatie geslaagd, de man kon nog steeds zien en heeft zelfs de dag vissend uitgezeten. Er heeft die dag niemand meer met overhands een wapperlijn ingegooid…

 

Tot zover een deel uit de column Hank Ahoy! die zal verschijnen in Zeehengelsport magazine editie 378 die rond 15 juli bij de abonnees in de bus valt en niet lang daarna ook in de winkels verkrijgbaar is. Wil je hem dus als eerste lezen, neem dan een abonnement: klik hier.