PASPOORT
Naam: Raymond Hakkert
Woonplaats: Lelystad
Werk/beroep: Eigenaar grafisch ontwerpbureau / Hengelsportjournalist / Fotograaf

Geen gras- maar een gaskarper! Als een raket ging ie!

Geen gras- maar een gaskarper! Als een raket ging ie!

Wanneer en hoe ben je begonnen met vissen?

Dat is rond mijn tiende (1983) geweest, ik was verhuisd naar een waterrijke omgeving en zag overal vis zwemmen. Er lag een half vergane bamboehengel in de schuur en daar ben ik zelf mee op pad gegaan. Geen familie die viste, geen internet, niks. Ja, ik wist dat je ze met brood en wormen kon vangen, dat was het dan qua kennis. Een dikke nylon lijn, een gaar dobbertje en een botte haak, daar moest ik het mee doen, wist ik veel. Zo ving ik toch mijn eerste voorns en baarzen, maar ik kwam er al snel achter dat het anders moest.
Het jaar erop kreeg ik voor mijn verjaardag een werphengel en een prachtige oranje viskoffer inclusief inhoud. Zo werd ik al rap een heus straatvissertje, het begrip streetfisher bestond nog niet. Kortom: ik was niet meer van de waterkant weg te slaan. Het mooie is nu dat nu mijn beide zoons tieners zijn, ik me die visbeleving van toen weer goed kan herinneren en herbeleven. Heerlijk!

Ze weten hun stekjes wel te vinden die twee van Hakkert.

Roy met een mooie baars.

Ze weten hun stekjes wel te vinden die twee van Hakkert.

Ze weten hun stekjes wel te vinden die twee van Hakkert. Hier Sven met een grove baars.

Op karperavontuur, met de boot de weidse Flevopolder in.

Op karperavontuur, met de boot de weidse Flevopolder in.

Vangst met de boys.

Vangst met de boys.

Heb/had je een voorbeeld, zo ja, wie?

Toen ik begon met karpervissen (rond mijn veertiende) en er later veel over ging lezen, waren er zeker iconen, ja. Het bekende rijtje; Rini, Joris & Cor, De Lucs, de Kevins, Co, Phil, Leon, Rob, Rod, etc.. Weer veel later leerde ik – o.a. door het uitgeven van de boeken en het journalistenwerk in de hengelsport – vele persoonlijk kennen. Sommige werden zelfs vrienden. Verder keek ik als tiener elke keer weer enorm uit naar het tijdschrift Beet en zijn schrijvershelden, welke ik als abonnement cadeau had gekregen. Dat gevoel wanneer het blad op de deurmat viel: Fantastisch!

Kun je iets vertellen over je eerste karper?

Het was een benauwde zomerse juli-avond in het jaar 1987. Ik ‘frisbeede’ wat broodkapjes – welke ik van moeders had gekregen – in een flinke kom van de Lage Vaart en zag na een tijdje dat deze in het midden uit elkaar werden getrokken door flinke kanaalwindes.

Nog wat later zag ik duidelijk een brons beschubde rug welke zich in het vreetfestijn mengde. Karper! Ik was direct in alle staten, dit was een gouden kans! Bij het allerlaatste korstje (welke ik ook nog lastig op de haak kreeg) gaf ik de moed bijna op, omdat ik gewoonweg de afstand niet haalde met werpen.

Ik liet het korstje maar een beetje ronddrijven, totdat het van ellende nog langzaam begon te zinken ook. Terwijl ik daar op de oever al mijn nagels zat af te bijten vloog plots mijn werphengeltje door het gras. De karper schoot er als een idioot vandoor. Maar ik ving hem wel! Helemaal gek was ik met deze schub van 53 cm.

Nog steeds na al die jaren karperen vangt Hakkert ze nog veel en graag op brokken en brood.

Nog steeds na al die jaren karperen vangt Hakkert ze nog veel en graag op brokken en brood.

Wat is voor jou de charme van het karpervissen?

De veelzijdigheid aan toe te passen tactieken die één sportvis kan bieden vind ik mooi. Je kunt de vis op allerlei manieren belagen. Ik mag de verschillende manieren dan ook allemaal (en bij de juiste omstandigheden) graag inzetten, wat vanzelf weer zorgt voor de nodige afwisseling binnen de hobby. Het ene moment zit je verlaten in Frankrijk heerlijk met een Kronenburg in de hand voor je tentje naar je set-up en de horizon te turen, het andere ben je niet te houden omdat in een verlaten Nederlandse polder een puike vis je brokken aan het inspecteren is.

Uitzicht met een Kronenburg. Zen!

Uitzicht met een Kronenburg. Zen!

Welke sessie of vangst is het je meest bijgebleven?

In al die jaren heb ik heel wat meegemaakt en gevangen, maar ééntje (en de weg ernaar toe) springt er toch wel bovenuit. Dat is de vangst van mijn zwaarste Nederlandse vis (47,4 pond) in 2010. De drie zenuwslopende struinsessies die voorafgingen en de uiteindelijke vangst aan de oppervlakte van deze zeer oude en in Zuid-Holland bekende en begeerde ‘PP-vis’ maakte diepe indruk op me, en nog steeds! Dat was echt waanzinnig om mee te maken. De vis leeft helaas niet meer. Het hele relaas van de jacht is overigens te lezen in deel 2 van Woord van Zwijgen.

Dé PP-vis.

Dé PP-vis.

Wat is het gekste wat je ooit aan de waterkant hebt meegemaakt?

Och, daar kan ik wel twee boeken over vol schrijven (vette knipoog). Maar ik zal er nog eens eentje oprakelen in de korte versie, volledig te lezen in deel 1 van Woord van Zwijgen.
Er wordt terwijl ik op een avond in het park van de beruchte Amsterdamse wijk de Bijlmermeer aan het struinen ben ergens vlakbij een overval gepleegd. De pistoolschoten en de daaropvolgende sirenes zijn duidelijk te horen. Er breekt paniek uit! Het halve park wordt vlot daarna uitgekamd door politie op motoren. Ik raak er best van onder de indruk, die criminelen zijn dus waarschijnlijk niet ver weg.
Op een gegeven moment arriveert er een politiehelikopter. Met zoeklichten wordt het plaatselijke bos waar ik verstopt zit afgezocht. Wanneer de heli vlak boven de bomen gaat hangen (ik heb mezelf tegen een boomstam geplakt) bekruipt mij het onheilspellende gevoel dat als ze mij zouden waarnemen, ze me wel eens als verdachte zouden kunnen zien! Gek hé, zo verstopt in mijn camouflagejas!? Maar wat dan? Om een lang verhaal (de lange versie staat dus in het boek) kort te maken loopt het uiteindelijk met een sisser af, ik bereik met een megasprint de auto en heb me daar een half uur schuil gehouden, maar spannend was het zeker!

Wat is jouw favoriete type visserij en favoriete watertype?

Struinen op karper. 100%! Het liefst bejaag ik grote of bijzondere vissen met honden- en kattenbrokken. De spannendste en wat mij betreft mooiste manier van karpervissen. Eén en al vrijheid.
Verder mag ik ook heel graag áchter de stokken zitten hoor, zeker met een goede vismaat, in Nederland of het buitenland. Dat is en blijft toch ook genieten! Met name Frankrijk blijft trekken; de prachtige vissen, de ongerepte natuur en de vele mooie grote meren en ruige rivieren vervelen nooit.

Dit verveelt nooit; Raymond Hakkert met een dikke Franse 50-er.

Dit verveelt nooit; Hak met een dikke Franse 50-er.

Verder heb ik sinds 2011 het roofvissen (met name in de koude maanden) weer opgepakt. De afwisseling ben ik erg belangrijk en leuk gaan vinden in mijn huidige visserij. Alleen maar karpervissen stompt wat mij betreft gewoon toch af op den duur. Brutale (snoek)baars in het late najaar, grote vette snoek in de winter en dan weer uitkijken naar het mooie voorjaar, de zomer en herfst, wanneer de karpers weer op de agenda staan. Het blijft fascinerend!

Snoeken op uitgestrekt water, met een druppel aan de neus de winter doorkomen, prachtig!

Snoeken op uitgestrekt water, met een druppel aan de neus de winter doorkomen, prachtig!

Mijn recordbaars. Als een kind zo blij. Met dank aan Marco Kraal voor de mooie dag!

Mijn recordbaars. Als een kind zo blij. Met dank aan Marco Kraal voor de mooie dag!

Wat is je grootste blunder tijdens het vissen geweest?

Dat was eind jaren ’80. Bij het eerste licht arriveerde ik – na een half uur bepakt en bezakt fietsen – natgeregend op mijn stek. Slaapdronken en hongerig kwam ik erachter dat mijn hengelhoes nog thuis stond. Een dik uur later, eventjes weer heen en weer, arriveerde ik alsnog mét hengels en kon het feest eindelijk beginnen. In die tijd viste ik veel met schuivend lood en zette dan de molenbeugel open om de karper de ruimte te geven. Dat was ik dus mooi vergeten!
Ik stond even verderop te pennen en zag plots met een mooie boog pardoes mijn hengel de plomp in getrokken worden. Ik ben al wadend in mijn kleren achter de nieuwe hengel en molen aangegaan. Het werd op een gegeven moment zelfs een potje wedstrijdzwemmen tussen mij en die klote karper. Toen ik eindelijk de hengel te pakken had en onder de blubber de kant op kroop begon ik de vis af te drillen. Deze schoot echter vlak voor het schepnet nog los ook! Lui die op de stadsbus stonden te wachten even verderop bescheurden het van het lachen…

Voor welke aspect van de karpervisserij interesseer jij je het meest? Rigs? Voer en aas? Tactiek? Etc. En waarom?

Speciale trendgevoelige rigs interesseren me meestal niet zoveel omdat ik in acht van de tien gevallen een rig inzet die overal eigenlijk wel werkt; een soepele onderlijn van tussen de 18 en 25 cm, maar dan wel met een relatief kleine (sterke en scherpe) haak (maat 8 – 10) in combinatie met een flink stuk lood (135 – 142 gram of zwaarder voor de rivier). Ik gebruik verder vrij lange, dunne hairs.
Qua boilies gebruik ik diverse maten (10 – 14 – 19 mm) en smaken door elkaar. Verder zet ik graag partikels en met name tijgernoten in. Verder vist gelukkig niemand met die brasemlokker Frolic (knipoog).

Op partikels alleen knollen? Raymond Hakkert heeft zijn twee grootste vissen op tijgernoten gevangen.

Op partikels alleen knollen? Ik heb mijn twee grootste vissen op tijgernoten gevangen.

Stalkend maak ik frequent gebruik van drijvende hondenbrokken, brood, blikmaïs, kleine pellets, deeg, wormen en maden. Qua voerhoeveelheid gebruik ik met de statische visserij meestal niet meer dan twee kilogram voer per voerbeurt, vaak zelfs maar een pond of een kilo. Ik houd daarbij rekening met de watertemperatuur, het karperbestand en de activiteit daarvan.
Ik begrijp dan ook niet dat nog steeds het gros van de karpervissers zónder thermometer aan de slag gaat. Met name in de frissere maanden is de watertemperatuur zo van belang en maakt het écht het verschil tussen vangen of blanken. We hebben te maken met koudbloedige dieren! Hoe kun je nu zonder ook maar iets te weten over de watertemperatuur aan de waterkant verschijnen met voerschep en een volle emmer boilies? Dan snap je er weinig van eerlijk gezegd.
Met oppervlaktevissen (wat meestal in de warmere maanden gebeurt) kan ik daarentegen stevig doorvoeren, dit omdat het voer toch alle kanten opdrijft en voor een groot gedeelte wordt opgevreten door allerlei water(vogel)gespuis.

Tactiek omvat eigenlijk wel een mix van alles wat hierboven is beschreven. Ik mis echter het onderwerp ‘inzet’, want als iets dé sleutel tot succes is, is het in mijn optiek dat wel. Zeker wanneer je bereid bent ver(der) te gaan voor het vangen van je vissen. Wees verder inventiever dan je concullega’s en doe eens iets geheel anders dan wat de meeste doen.

De sleutel tot succes is wat mij betreft voornamelijk je inzet.

De sleutel tot succes is wat mij betreft voornamelijk je inzet.

Helemaal naar de klote, samen doorpakken met een vismaat.

Helemaal naar de klote, samen doorpakken met een vismaat die dat ook kan (zoals Menno Blok) en dan beloond worden met een serieuze vis waar je alleen maar van had kunnen dromen, dat geeft gewoon de ultieme kick!

Met wie zou je nog wel eens willen vissen?

Daar heb ik niet echt een bepaald persoon van in mijn hoofd of zo. Maar goed, ik zou best eens met een delegatie politici een dag vanuit een paar boten willen roofvissen of zo. Alleen al om te laten zien hoe mooi sportvissen kan zijn.

Als afsluiter: Vergeet één ding niet; vissen draait niet alleen om vangen... Geniet en maak lol!

Als afsluiter: vergeet één ding niet; vissen draait niet alleen om vangen… Geniet en maak lol!