DEEL 4 | 16 T/M 20

Zomergrazers

Warme, windstille zomerdagen waarbij de mussen van het dak vallen, gelden niet bepaald als ideale omstandigheden voor het vangen van karper, zeker niet midden op de dag. Hoe anders is het voor graskarper. Voor graskarper kan het warm genoeg zijn en daarom is deze vis de ultieme zomervis! Ze beginnen dan echt veel te vreten en zijn dan gemakkelijk te spotten in de oppervlakte. Soms ligt er een groep lui net onder het wateroppervlak maar vaak zie je ze ook actief bezig met het ‘maaien’ van de kanten of zich te goed doen aan dikke bossen drijfwier. Zijn naam heeft hij natuurlijk niet voor niets gekregen! Een omzichtig aangeboden broodkorst  (of een dubbelgevouwen pluk gras) wordt dan meestal vroeg of laat genomen!

Afstand houden

Graskarpers zijn extreem schuwe vissen die zich maar moeilijk laten benaderen. De sleutel tot succes is dan ook vaak afstand houden en je zo stil en verdekt mogelijk gedragen langs de waterkant. Zie je een groepje (azende) graskarpers ga er dan niet direct op af, maar positioneer je op veilige afstand en laat de wind en/of (oppervlakte) stroming je korst naar de vissen voeren. Dat kan wel even duren en daarom is het belangrijk dat je de korst zo bevestigt dat die minstens 10 minuten in het water kan blijven liggen en nog steeds op de haak zit. Voordeel van zo’n verzopen korst is dat de graskarpers de korst soms ‘aanvallen’ zonder echt te pakken, maar daarbij de haak naar binnen zuigen.

Stevige korstbevestiging

Moet je ver gooien en wil je dat je korst ook na enige tijd nog steeds op de haak zit dan is er eigenlijk maar een goede manier van bevestigen. Vouw de korst dubbel en voer de haakpunt door beide delen van de korst, draai vervolgens de haak een halve slag en laat de korst ‘ontspannen’. De haak is nu mooi verborgen en de korst zit zeer stevig op de haak, ook na een tijdje in het water te hebben gelegen. Sop de korst een tel in het water voordat je inwerpt en je zult zien dat je dan gemakkelijk 15-20 meter kunt werpen.

Groot voordeel

Moet je bij een gewone karper vaak snel aanslaan als de korst of brokje naar binnen wordt gezogen, bij een graskarper is dat niet nodig. Als de korst verdwenen is, draai dan de lijn strak (je zit vaak op grote afstand te vissen) totdat je het gewicht van de vis op de top voelt en zet dan beheerst de haak. Op deze manier zal je zelden een aanbeet missen. Graskarpers zijn met hun stevige, benige lippen gewend om hard materiaal als riet te eten en schrikken niet van een grote haak of dikke lijn. Een groot voordeel als je aan het vissen bent in zwaar begroeid water!

In de schemer

Graskarper mag dan heel goed overdag te vangen zijn op die mooie zomerse, windstille dagen, maar graskarpers zijn ook schuw. Daarom zijn vaak de vroege ochtend (zeker na een warme nacht!) en late avond, wanneer het rustig is geworden, toch vaak de beste tijdstippen om de graskarpers met oppervlakteaas te foppen. Omdat je niet snel hoeft aan te slaan kun je ook heel goed tot in het donker doorvissen met de korst. Gewoon de lijn tussen je vingers houden en wanneer je vermoed dat de broodkorst gepakt is, gewoon wachten totdat de lijn uit je vingers wordt getrokken!

LEES | ALLE ZOMERSE KARPERTIPS