Begin maart is het. Er worden enkele koude maar droge dagen voorspeld met weinig wind. Ik volg al enkele dagen de Meteo, en voor woensdag ziet het er goed uit. Ik heb al een week of twee niet gevist, en beslis dan ook om nog eens op de Biesbosch roofvis te gaan belagen. Zal ik mijn vismaat Geert ook meevragen? De laatste keer was het immers niet geheel volgens het boekje, ook al vond hij het, zelfs na diverse calamiteiten, een ‘heel gezellige dag’…
Tekst & foto’s Chris Dickx
Mijn kameraad Geert had enkele dagen ervoor al een berichtje gestuurd om te vragen of hij mee kon gaan snoeken. De laatste keer was heel gezellig, in zijn ogen dan; hij had goed gevangen, wat waar was (meer dan ikzelf), maar zijn manier van vissen was mij toch niet zo goed bevallen. Geert draaide bijvoorbeeld na het haken van de vis de draad tot in het topoog en dat had hem op beide hengels al het topoog gekost, misschien door slecht zicht. Hij luistert ook niet altijd naar welgemeende goede raad. Daaraan had ik mij de vorige keer zo geërgerd, dat ik even geen tweede keer met hem op de boot wilde.
Een goeie gast
Maar op aanraden van mijn vrouw (“Je kent hem al zó lang, en ’t is een goeie gast, en een grappige ook, laat hem nog eens meegaan, veel slechter dan de vorige keer kan het toch niet” – enzovoorts) besloot ik hem nog een kans te geven. Veel slechter kon mijns inziens inderdaad niet, en we vertrokken die woensdagmorgen vroeg met al ons materiaal en het bootje op de trailer richting de Biesbosch. De batterijen van ons, en van de boot, waren opgeladen, de boterhammen en drank waren mee, hengels en kunstaas ingepakt en een gezonde dosis goede moed met uitzicht op een fantastische visdag. Dacht ik toen nog…
Tijdens de rit probeerde ik de theoretische viskennis van Geert bij te spijkeren. Ik legde nog eens uit waarom de slip op de molen goed moet worden ingesteld, dat je de vis drilt en laat uitrazen op een afstandje van de boot, dat ik de snoek met de hand uit het water haal, dat je het best een paar meter lijn uit het topoog laat – en ik was ervan overtuigd dat Geert al een hele vooruitgang had gemaakt tijdens onze autorit. Alles ging smooth verlopen, daar was ik gerust in.
Chris met alweer een snoek. Links in beeld is nog de favoriete spinner van Geert te zien…
Trollen
Bij het te water laten van de boot, en het aan boord brengen van ons hengelmateriaal maakten we nog wat grappen. De sfeer was opperbest en we varen het haventje uit en leggen al gauw het aas in het water en varen al trollend langs de oever. Eerst door een smal weteringetje, de kleine Yamaha-motor pruttelt tevreden, we varen aan een snelheid van 3,4 km per uur, en ik heb twee lijnen uitstaan. Eentje met mijn favoriete Daiwa-plugje in camokleur, 17 cm, en de andere met een drijvende plug in fluo. Deze vangt het best bij iets troebeler water, en dat is het vandaag wel.
Geert vist met een spinner, een kunstaasje waarmee ie mij de vorige keer aftroefde. Veel visjes werden er toen gevangen, en hij was ondanks zijn onbeholpen manier van vissen best wel succesvol. Het voordeel van met één hengeltje te vissen is dat je het kunstaas beter stuurt, de hengel eens hoger houdt, dan weer lager, en meer afwisseling brengt in de snelheid van aanbieden. Terwijl je als kapitein natuurlijk iets sneller, dan weer trager kunt varen met het bootje. Maar je moet er het sturen, gasgeven en anticiperen als er tegenverkeer komt wel bij nemen. Maar gezien ik hier al jaren vis, doe ik dit meestal alleen en het gaat me redelijk goed af.
Mijn hengels staan goed recht afgesteld om uit de oeverbegroeiing te blijven, want het is hier op sommige plaatsen echt ondiep en ik sleep het aas aan de rechterkant, Geert vist links. Kwestie van niet teveel knopen te krijgen…
Kieuwgreep
Na een kleine 15 minuten zwaait mijn hengel in enkele vurige knikken naar achter, en bij het ter hand nemen van die hengel, denk ik eraan om de motor op stationair te zetten, instructies te geven om de andere lijnen in te draaien terwijl ik de vis dril. Best een flinke denk ik, ik draai hem verder in, en landt hem met de kieuwgreep. Het bootje duwt tegen de struiken, maar de hengels zijn aan boord, de vis ook, toch maar 68 cm, maar hij leek veel groter aan te voelen. Een fotootje is niet nodig, terug in het water, en opnieuw aanzetten. Op deze plek ving ik nog nooit iets, dus dat was wel leuk! Sedert ik hier jaren geleden begon te vissen, en vooral de laatste jaren, heb ik de indruk dat de roofvissen in de Biesbosch veel gezonder en krachtiger zijn geworden. Of is het sedert de bestraffing van die beroepsvisser die het niet zo nauw nam met de wettelijke voorwaarden?
Opnieuw aanzetten maar, zelfde kunstaasjes overboord , en nog geen minuut later een tweede beet. Dat begint goed. Weer drillen, beetje zelfde dril als de vorige, maar tijdens de instructies loopt alles een beetje mis. De vis wordt gedrild en aan boord gehaald, een mooiere en grotere, een goeie 79 cm, maar het bootje gaat een beetje schuin in het smalle stroomgat, en de hengels van Geert gaan in de struiken. Topoog eraf, en deze keer is het de schuld van de kapitein… Sorry Geert, maar ik heb reparatiemateriaal aan boord en het lukt toch om het topoog terug erop te monteren en vast te zetten. De vis was inmiddels terug in het water, en we beslissen een beetje bredere wateren op te zoeken. Kwestie van ons materiaal te sparen.
Trollen door de Biesbosch…
Steigertje
We varen verder met wisselend kunstaas, maar Geert beslist zich bij zijn spinnertjes te houden. ‘Je mag gerust uit mijn assortiment gebruiken’, heb ik hem gezegd, maar wat je kwijtspeelt moet aangevuld worden. Maar hij blijft dus bij de spinners. Vorige keer lukte het goed, dus waarom ook niet. Na nog een uurtje of zo varen we richting mijn favoriete stekken, een eindje verder, maar we zitten inmiddels een dikke twee uren op het water en het is koud en we hebben koffie gedronken en wat frisdrank dus een ‘pies-stop’ dringt zich op. Ik zeg tegen mijn vismaat dat ik een steigertje weet, maar als we aanleggen dan eerst mooi het touw om de bolders leggen en aanspannen, vooraleer we van boord gaan. Vanzelfsprekend toch?
Bij het aankomen bij de steiger stapt Geert met een wijde stap en het touw in de handen van boord en dan gebeurt het als in de filmpjes op Youtube: Geert staat wijdbeens met één been op de steiger en eentje in de boot, en die twee benen verwijderen zich steeds verder van elkaar. Gelukkig heb ik inmiddels het meertouw rond de steun kunnen vastmaken, en met veel moeite trek ik de boot naar de steiger. Mijn vismaat valt echter met zijn knie terug in de boot, op de hengelsteun, die meteen in drie stukken breekt…
Onverwoestbaar
Ik zal niet veel commentaar geven over wat er toen gezegd is, want ik wil mij op mijn vrije dag niet te buiten gaan aan gemor, maar heel happy klonk het toch niet. ‘Allee jong, ik zeg het nog op voorhand, eerst de boot vastleggen, dan pas…’. Maar veel indruk maakte het allemaal niet, en terwijl ik een hapje eet staat Geert alweer te hengelen vanop de steiger. Onverwoestbaar die man!
Terwijl we hier toch liggen besluit ik het bootje een beetje in orde te brengen, hapje/drankje, en ik beslis mijn tochtje verder te zetten. Ik heb inmiddels mijn vijf snoekjes gevangen, allemaal een beetje hetzelfde formaat, mooie vissen in de krachtigste periode van hun leven, en het is inmiddels rond twee uur in de namiddag.
Geert vraagt plotseling hoe het komt dat hij nog niets gevangen heeft, en ik er al vijf heb, en ik vertel hem dat het hoogstwaarschijnlijk ligt aan het feit dat het koud was, het water was maar 4 graden, en dat ze dan eerder de moeite doen om achter een grotere prooi te gaan dan achter een kleintje, en dat hij dan misschien beter de grotere kunstaasjes uit mijn box zou gebruiken.
Na rijp beraad van zichzelf beslist hij toch om met het spinnertje verder te vissen, en misschien terecht, want zijn hengels zijn wel aan de lichte kant om zwaarder kunstaas te slepen, en dus beslist hij nog een beetje verder te doen met zijn spinnertjes.
Chris met een mooie snoek…
Bloeden
Wij varen nog een beetje verder, slepend met verschillende pluggen, en op mijn favoriete stukje vang ik niets meer. Als ze niet willen, dan willen ze niet! Plotseling een schreeuw. JA!! Ik hoor het terwijl ik eigenlijk geen beweging zie op Geerts hengel, maar hij blijft volhouden dat hij beet heeft. Ik denk dat hij een blad of zo aan de haak heeft geslagen, maar hij draait binnen en inderdaad, Geert heeft een snoek aan de lijn. Van zo’n volle 25 cm, in de lengte gemeten.
Beter een kleintje dan niets, maar hij ziet er tevreden uit dat hij eindelijk beet heeft. Ik zeg hem dat hij best het tangetje neemt en de vis zelf in zijn volle hand pakt om te onthaken, omdat het een kleintje is. Maar dat is niet nodig, vertelt ie me, en trekt met zijn duim de bek van het snoekje open.
Het gevolg van die actie mag je gerust heel bloedig noemen.
Het bloed gutst uit zijn duim, en hij heeft inmiddels bloed op zijn broek en pullover, en het blijft maar bloeden. Ik bied aan zijn hand te verbinden, en te ontsmetten, maar als antwoord scheurt hij een stuk van de handdoek en draait het rond zijn vinger, en kleeft er een stukje tape op. Zo zal het wel gaan, zegt hij, en op dat ogenblik zie ik zijn hengel met molen en al in het water verdwijnen…
Die hengel had hij gewoon op de boot gelegd, met het spinnertje nog in het water, en die was blijven vasthaken. En zoals elke visser wel weet, als je hengel in de plomp geraakt is hij negen kansen op tien verloren. Maar de hengel is verdwenen.
Blijven lachen
Ik vaar nog een tiental keren op die plaats heen en weer, met lood verzwaarde dreggen aan de lijn, maar behalve enkele takken en rommel komt er niets terug aan boord. Ik heb er inmiddels genoeg van, en zeg het ook tegen hem, en beslis terug naar de haven te varen. Zoveel miserie is genoeg voor één dag, dus ik zal alleen nog een paar keer de stek heen en weer varen die het dichtst bij de haven ligt. Zo gezegd zo gedaan. We varen terug richting haven en lachen een beetje met de prutserijen van die dag. Toch een positieve kerel die Geert, met al die missers toch blijven lachen en vissen…
De eerste twee keer trollen langs die laatste stek brengen niet veel op, en ik besluit de laatste keer met mijn favoriete kunstaasje te trollen. Zo gezegd, zo gedaan, en terwijl ik aan het opletten ben, om niet in de boeien te blijven haken buigt de hengel verwoed dubbel, en begint de slip te werken. Aan het slaan van de hengel zie ik dat het een beste is, en neem de hengel in de hand. Wat volgt is een mooie drill van enkele minuten.
Als de mooie snoek eindelijk boven water komt blijkt het een prachtige dame te zijn, dik en rond, en van een formaat van zeker een meter. De motor wordt stilgelegd, en Geert vraagt: ‘moet ik hem scheppen?’
En hoewel het een net is van een superformaat, zelfs nu heb ik mijn twijfels, maar ik zeg ‘Doe maar, maar hou in godsnaam het net stil tot de vis erboven is’. Geert doet perfect zijn werk, ik neem het net van hem over, en breng de dame aan boord. Vol in het slijm, onthaak haar en leg ze op de meetmat. Geert zegt 97, maar bij nader inzien blijkt het een dikke 99 cm te zijn. Om het een mooi getal te maken schrijf ik 100 in mijn vangstboekje. Wat een mooi beest, ik vraag aan geert een fotootje te trekken, en neem de zware dame om ze zacht terug in het water te zetten.
Blijven lachen Chris…
‘Wooooh’
Hoewel ik al 35 jaar fotograaf ben, en zeker zo’n 5 Actioncams bezit, had ik die dag enkel mijn compacte fototoestel bij om een vangst die de moeite was te fotograferen. Wat volgt heb ik dus niet op film, anders zou het op YouTube zeker miljoenen kijkers hebben gehad…
Terwijl ik de snoek aan de zijkant in het water leg, hoor ik: ‘Ik zal het net van voor in de boot leggen’ en ‘Woohhh’ en een groot voorwerp dat over en naast mijn schouder over de fishfinder, hengelsteunen met hengels, over het stuurtje het water in gaat met het geluid van brekende spullen, stukken hengel en hengelsteunen die in het rond vliegen, gevolgd door een enorme plons…
De stilte die daarop volgt is oorverdovend, en enkel de golfjes die de plek markeren waar Geert het water is ingegaan, want dat gebeurde zojuist; in water van 4 graden, en van meer dan 3 meter diep. Een seconde later verschijnt plotseling het handvat van het net boven water, direct naast de boot. Ik grijp het handvat en trek met moeite een vismaat boven water, die proestend langs de boot komt.
Je denkt er niet meteen aan als je in je bootje zit, maar een man van negentig kilo, met laarzen en drie lagen kleding aan, aan boord krijgen van een bootje is niet niets. Dat duurt enkele minuten, gevolg door een poging om diezelfde mens enigszins droog te krijgen en terug op temperatuur te geraken. Sedert dat moment heb ik altijd een zak droge kleding aan boord, en verplicht ik iedereen die meegaat een reddingsvest aan te doen.
Geflitst
De weg naar de haven deed ik hem mijn jas aan, en die twintig minuten kreeg ik de meest idiote en grappige verhalen van Geert te horen. Hij was bijna onderkoeld toen we in de haven waren, en de verwarming van de auto stond op max toen we naar huis reden. ‘Het is toch aangenamer zwemmen in de zomer hoor’, grapte Geert. En: ‘Jammer dat ik mijn harpoen niet bij had’, gevolgd door: ‘Je hebt een heel mooi bootje van onderaf gezien!’ De grappen en grollen van mijn vismaat stopten niet…
Diezelfde avond kreeg ik een telefoontje van Geert die me vroeg: ’Zou je geloven dat ik geflitst ben bij het naar huis rijden?’ Waarop ik meteen antwoordde dat ik dat best wel geloofde, ja.
Sedert die dag vis ik helemaal alleen, voor de rust. En Geert zie en hoor ik nog wel eens. En we hebben een mooi verhaal. Een verhaal dat weinigen geloven omdat het zo ongeloofwaardig is.
Bij de verzekeringsmaatschappij, waar hij verzekerd is, was het een instant hit. Ze stonden er met de hele bureau naar te luisteren. En zelfs daar lagen ze dubbel van het lachen.
Resultaat van de vistrip : twee gebroken hengels, één overboord, één fishfinder verdwenen, drie hengelsteunen kapot, een totaalfactuurtje van een kleine 1200 euro. Netjes vergoed door de verzekering. En ik heb beloofd om nog eens met Geert te gaan vissen, maar dan vanaf het strand. Lijkt me veiliger… Hoop ik!
Tip: zie je dit bootje met twee opvarenden in de Biesbosch, blijf dan het liefst wat op afstand…