Het vissen en in mijn geval het aan en op zee vissen, begint al in de huiskamer. Daar check je vol hoop de verschillende weerapplicaties of er een kans bestaat om te gaan vissen.
Daar vergissen veel sportvissers zich nog weleens in. Vanuit je huiskamer lijkt het dan prima visweer. Maar aan de Noordpier, bijvoorbeeld, kunnen de golven van de vorige dag je nog flink parten spelen. De IJRB (IJmuider Reddingsbrigade), houden zich op hun website (ijrb.nl) bij afsluitingen van de pieren ook bezig met deze twee factoren. Wanneer je van ver komt is dit soms lastig te interpreteren. Je moet echt ‘aan zee’ denken en niet vanuit je veilig omheinde tuin. Aan zee sta je meestal volledig onbeschut tussen de elementen.
Vaak vinden daarbij al diverse aanbeten plaats in je hoofd. Maar er is dan nog geen echte vangst gedaan. Het zelf knopen van mijn onderlijnen vind ik een heerlijke bezigheid. Het is vereist om daarbij ‘onderwater’ te denken. Waar bied je je aas aan ter plekke en voor welke vissoort als doel?
Een zwarte map met lijnen voor de eenvoudige visserij. Hier vallen platvis, wijting en dergelijke onder. Eenvoudig wil niet zeggen dat ze maar eventjes gemakkelijk gemaakt worden. De haakmaat, haaklijn, lijnlengte, lijndikte en het afhoudersysteem spelen hierbij een grote rol.
Een dikte rond de 70/00 mm is meestal wel in orde en kringelt niet TE veel. Het binnenhalen over het ruwe basalt vereist dit gewoon. Te dun betekent veel verspelen, helaas. Het geheim voor een KANS op een goede vangst van de gewenste vissoort zit hem in de zijlijnen. Die maken het verschil qua aasaanbieding. Een dunnere lijn is veel beweeglijker onder water dan een dikkere . Bij sommige vissoorten zoals de tong, die OP je aas gaat liggen, kan dit heel wat uitmaken qua vangst.
Dit alles heeft wel zijn praktische grenzen voor wat betreft het werpen. Wanneer jouw zijlijnen bij het binnen draaien vaker dan één keer in de knoop zitten, verander hier dan direct wat aan, middels het verkorten of verdikken van de lijn. Ik ga meestal voor een combinatie visserij van eenvoudig en speciaal (rode map), zodat ik altijd wel met vis thuis kom.
De rode map is voor een bijzondere vissoort, die wat lastiger te vangen is. Dit is meestal gul en zeebaars. De onderlijnen voor de gul ga ik na of tijdens een sessie met nul vangsten nog weleens aanpassen. De psyche gaat dan toch met je aan de loop. “Heb ik wat fout gedaan met de aasaanbieding, waardoor die ander naast je wel een mooie gul ving?” Maar meestal weet ik gelukkig wel de viseer te redden hoor, door een mooie baardmans vanuit zijn element de blokken op te trekken . Maar nogmaals, het psychologische effect tijdens en na het vissen op gul is wel een dingetje. Zeg maar ding in mijn geval.
Dit is dan vaak met opkomend water wanneer de stroming begint te lopen. Stroming betekent bijna altijd dat de vis actief wordt. Dan is die factor tenminste uitgesloten. Daarnaast moet mijn visaas gewoon op orde zijn en divers. Mijn visaas bestaat in de winter uit verse zeepieren, gezouten zeepieren, gezouten tappen, verse mesheften en diepvries mesheften. Vaak in overdaad, want aan tekort komen heb ik een hekel. Je verblijft zomaar acht uur aan de waterkant. En wanneer de vis gaat azen, terwijl je visaas op is, dat is wel een van de ergste dingen die je kunt meemaken in je leven, pfffff, haha. Natuurlijk is dit alles enigszins relatief.
Wanneer het om één vis gaat kan dat gewoon. Maar wanneer er meerdere vissen uitkomen en jouw toppen komen niet in beweging, dan gaan de hersenraderen toch draaien. Er wordt dan al gauw nagedacht of je zelf een foutje hebt gemaakt bij het knopen van de onderlijnen, bijvoorbeeld. ‘Vorige keer ving ik hier wel mooie gullen mee, waarom nu dan niet, pfff?’ Dat zijn even lastige momenten aan de waterkant. Een vispsycholoog zou dan handig zijn ter plekke en zou goud kunnen verdienen, maar helaas val je keihard op jezelf terug. Gewoon volhouden met de bewezen methodes of toch het ‘winnende team’ gaan veranderen? “De dood of de gladiolen”, zou dhr. van Gaal zeggen. Tot nu toe ben ik nog alleen maar aan het vissen, maar vangen ho maar zoals je zult begrijpen.
Achteraf heb ik vaak de wijsheid in pacht als zeevisser met een goede vangst. Maar wanneer de vangst wat tegenvalt, ondanks verwoed knopen leggen, werpen, veel verversen van aas etc., kan dat tot wat hoofdbrekens en barsten in het gestel leiden.
Natuurlijk herstellen die barsten zich wel weer hoor. Middels het nagenieten met een glas wijn (of twee) kan ik dan toch nog mijn vangst verdubbelen. Het overpeinzen van een geweldige visdag, doet de volgende vissessie al weer opborrelen in het lijf. Dat de visdag een mindere vangdag is geworden verdwijnt dan al weer snel.
Overal waar in ons geval het gewenste zoute water is, kunnen wij dit uitoefenen. Hoe mooi is dat?! Dat is niet iedereen gegeven, weet ik. Zomaar even een hengeltje uitwerpen op goed geluk, zonder een goede voorbereiding, zit er bij mij gewoonweg niet in. Het voorbereiden van een visdag is zeer belangrijk voor de mindset en het toeleven naar de gehoopte vangst.
Vissen is beleving. En vissen is véél meer dan vangen. Ga toch vissen!
Luc Mom