Bij het witvissen is de juiste hoeveelheid voer en aas zien te vinden elke keer van groot belang. Het haakaas afstemmen op het voer en dan zorgen dat je de vis niet overvoert, afhankelijk natuurlijk van de watertemperatuur (zomer of winter). Het is een puzzel die steeds opgelost moet worden. Garbolino-visser Jo Adriolo geeft in onderstaande tip een voorbeeld.
Twee prima voornaasjes: casters en hennep.
De juiste mix
“Tijdens de sessie op grote voorn schiet Jo met een katapult een mix van casters en hennep rondom de dobber. Heel belangrijk is de juiste verhouding van deze twee aassoorten. Op een mini handje mix, zo’n 35 korrels hennep, maar enkele casters. Waarom zo weinig casters? Jo: Ik zat ooit eens langs het Voorns Kanaal en was goed voorn aan het vangen. Ik begon bij te schieten met deze mix, waarbij de verhouding 1:1 was, om de vis op de stek te houden en de aanbeten te versnellen. Het tegenovergestelde gebeurde: het duurde juist langer totdat ik beet kreeg. Er vielen zoveel casters naar beneden dat mijn haakaas minder opviel. Kortom, als er vanuit het cupje of de katapult maar enkele casters zakken, dan zijn dit de krenten uit de pap die de vis makkelijker en sneller onderschept.”
Deze tip komt uit de Beet Magazine die momenteel in de winkels ligt uit het artikel ‘Limburgse Monstervoorns’ met Jo Adriolo.
De juiste ratio casters-hennepzaad om bij te voeren.