De Ganzenkuil

Het begon allemaal in december 2019. Er werden plannen gemaakt om met een viertal vrienden naar Spanje te gaan. Niet om te vissen, maar gewoon een mannenweekend zoals we die allemaal wel kennen. Als je in december 2019 een weekendje boekt voor maart 2020 dan kan dat niet misgaan, zou je denken. Maar zoals we nu allemaal wel weten, gebeurde er in februari iets wat we niet snel of misschien wel nooit meer zullen vergeten: Covid-19, het coronavirus was uitgebroken en de eerste besmettingen werden vastgesteld in Nederland.

Tekst en foto’s: Roel de Laat

Waar toen de meeste mensen nog dachten aan (gewoon) een griepje en het grootste deel van Nederland er grappen over maakte, pakte dat toch heel anders uit. Naarmate de tijd verstreek kregen we steeds meer slechte berichten vanuit Nederland, maar ook zeker vanuit de landen om ons heen. Intussen kwamen we steeds dichter bij de datum van vertrek en ook in onze WhatsApp-groep ging het over niet veel anders meer. Zullen we nog wel gaan? Wat als we niet meer terug kunnen? Kunnen we überhaupt wel naar Spanje? We besluiten af te wachten voor we iets beslissen, misschien valt het allemaal nog wel mee.

Back to nature

Het is 11 maart 2020 als Covid-19 als pandemie wordt erkend. Op 13 maart kondigt Spanje de noodtoestand af. Uiteindelijk valt twee dagen later het doek definitief voor ons vriendenweekend; Spanje gaat in lockdown.

Toch is 15 maart ook de datum van het begin van iets heel moois. Aangezien het verlof al ingepland is bij de werkgever en een van de vier die mee naar Spanje zou gaan vroeger altijd mijn vaste vismaat was, oppert hij het idee om die dagen dan ergens aan de waterkant te vertoeven. Natuurlijk stem ik daar gelijk mee in en bel met Reclin van Angling Escapes, omdat ik weet dat zij nogal wat wateren in Nederland in het pakket hebben zitten. Ondanks dat het behoorlijk last minute is en vroeg in het jaar, weet ze me toch nog twee opties voor te leggen: de Vinkeveense Plassen en De Ganzenkuil. Beide wateren zijn in het vroege voorjaar wat rustiger, omdat deze wateren behoorlijk diep zijn, langzamer opwarmen en dus wat later op gang komen. De keuze valt uiteindelijk op De Ganzenkuil.

Het is daar echt back to nature en het water ademt gewoon karper.

De Ganzenkuil is een diepe put van negentien hectare waar je, als je goed zoekt, hele mooie plateaus en grindplaatjes kunt vinden. Het is daar echt back to nature en het water ademt gewoon karper. Dit alles maakt het echt wel een water dat je op nummer één kunt zetten, alleen niet zo vroeg in het jaar. Maar niet schieten is altijd mis, dus we gaan het er toch proberen.

In aanloop naar het weekend toe vertelt Reclin al dat ze van de eigenaar te horen heeft gekregen dat het water erg hoog staat door de vele regen die er is gevallen. Daar waar je normaal met je auto tot op de stek kunt komen, zal dat nu niet het geval zijn. We gaan dus van 19 hectare water naar 21 hectare water…

Smikkelen maar

Het moment is eindelijk daar. Op donderdagochtend worden alle spullen in de bus geladen en we rijden naar Deest. Het is redelijk weer en na een klein uurtje sturen komen we op de plaats van bestemming. We bellen met de beheerder en die pikt ons op bij de weg. Omdat wij de enigen zijn die er dat weekend zullen zijn, hebben we de stekken voor het uitkiezen. De beheerder laat zien waar het stroompunt zit en legt nog een keer de huisregels uit. Daarna gaan we een rondje lopen om te kijken of we al ergens iets kunnen spotten. Na een ronde besluiten we op stek 1 te gaan zitten, omdat we vanaf daar het grootste gedeelte qua ondiep water kunnen bevissen. Nadat we alles uit hebben geladen en weer in de boot hebben geladen, kunnen we eindelijk naar de stek. Tenminste, dat hadden we gedacht, maar niets was minder waar. Precies op dat moment besluit mijn elektromotor het te begeven. Boot weer terug aan de kant vastleggen en op zoek naar een nieuwe motor. In Nijmegen zit een hengelsportzaak en na een belletje weten we dat ze er nog eentje hebben liggen. Dus hop in de auto, 20 minuten sturen, motor achterin en weer 20 minuten terug. Zo, nu kunnen we dan toch eindelijk naar de stek.

Eindelijk op weg naar de stek.

De plannen waren natuurlijk al gesmeed voor we vertrokken. Sander vist naar links, naar het ondiepe gedeelte richting het huis, en ik vis vooruit en naar rechts richting de diepere gedeeltes. Omdat het water zo hoog staat, is het stuk wat normaal duidelijk een stek is, helemaal ondergelopen. Het is voor ons geen probleem, sterker nog, het zet ons aan het denken. Aan de overkant van het ondiepe gedeelte ligt normaal gras en geen water, maar nu dus wel. In mijn ogen bij uitstek de plekken waar karper zich nu graag begeeft. Het is er voedselrijk en nieuwe grond; dat zijn twee elementen die karpers aantrekken.

Aan het aas zal het niet liggen…

De rigs worden voorzien van een 20 mm boilie van Holland Baits (Instant Project) met daarboven een halve 16 mm Garlic pop-up. We maken nog even een smikkelmix aan die bestaat uit: zoete mais, hennep, boekweit, tonijn op oliebasis, zout, maden en de Instant Project stickmix.

Het virus te pakken

Het is al laat in de middag als we eindelijk alle rigs op scherp hebben liggen. Nu snel de tent opzetten, want het wordt al bijna donker, het is immers pas maart. Na een goeie maaltijd besluiten we op tijd ons bed op te zoeken. Rond middernacht worden we gewekt door een schreeuwende Delkim. Binnen no time staat Sander met een kromme hengel in zijn handen. Snel de boot in om de vis te gaan halen, want er kunnen nogal wat obstakels liggen, zeker nu het water zo hoog staat. Na een klein kwartiertje hoor ik een kreet van vreugde over het water schallen: de eerste vis is binnen! Sander komt teruggevaren met een big smile op zijn gezicht. Het was alweer even geleden dat hij op karper had gevist, maar het virus heeft hem weer gelijk te pakken. Voor alle duidelijkheid: het karpervirus gelukkig. Een mooie spiegel zit in het net, die even later 16 kg blijkt te wegen. Geen verkeerd begin van de sessie.

Sander heeft het (karper)virus gelijk weer te pakken met deze fraaie spiegel.

We stoppen de vis even in de sling om alles klaar te zetten zodat we hem op de gevoelige plaat kunnen vastleggen. Nadat dit gebeurd is, wordt de rig wederom zorgvuldig aan de overkant gedropt samen met een paar handjes smikkelmix erbij. Met een voldaan gevoel zoeken we de slaapzak weer op.

Rond 06:00 uur worden we weer gewekt door een schreeuwende Delkim, dit keer is het mijn beurt om met een kromme hengel de boot in te stappen. Na een gevecht van een dik kwartier schuif ook ik mijn net onder een spiegel. Omdat het donker is, kan ik de vis niet goed zien en eenmaal aan de kant vraagt Sander mij of het iets is, waarop ik antwoord: “Ik weet het niet, maar volgens mij valt het wel mee.” Echter, op het moment dat Sander het net optilt, kom ik erachter dat het niet meevalt. Waar hij dacht het wel met één hand te kunnen doen, heeft hij opeens toch twee handen nodig en heel wat kracht.

De naald van de unster stopt pas bij 22 kg… met weegzak.

Eenmaal in de weegzak aan de weegschaal stopt de naald op tweeëntwintig kilo. Nadat we hier de weegzak vanaf getrokken hebben, blijft er nog een dikke vis over van 20,5 kilo. Super! Omdat het bijna licht is, besluiten we de vis even in de sling te laten zitten en een bak koffie te drinken om vervolgens foto’s te kunnen maken in het vroege ochtendlicht.

De tweede vis is meteen een veertiger: super!

In the pocket

Na ook deze vis weer op de gevoelige plaat vast te hebben gelegd worden alle hengels weer terug op scherp gelegd, de hengels in het diepe gedeelte als eerste. Terwijl ik nog nagenietend van die bak rustig een slokje van mijn koffie neem en Sander net weg is om zijn laatste hengel op scherp te leggen, word ik abrupt uit mijn roes getrokken door alweer een krijsende beetmelder. Ik kom bij het water aan zie dat het vals alarm is, iets met lijnen en een elektromotor. We schieten alle twee in de lach en ik dril Sander met boot en al binnen. Eenmaal aan de kant wordt alles weer uit de schroef gepulkt en kunnen we weer door.

Overdag blijft het stil en laat in de middag gaan we nog een keer alles verversen, alles weer terug op scherp leggen voor het donker wordt. De ondiepe kant wordt weer voorzien van wat nieuwe smikkelmix met verse maden (40 minuten rijden naar de hengelsportzaak om vis op de kant te krijgen is niks toch?). We gaan met veel vertrouwen de avond en nacht in, er zijn immers al twee goeie beukers vanaf gekomen.

We gaan met veel vertrouwen de nacht in…

We hebben het avondeten net binnen en zitten wat te grappen over het feit dat we nu eigenlijk goed zat en gelukkig in de kroeg hadden gestaan in Spanje, als we weer vanuit het niks een snoeiharde aanbeet krijgen. De beurt is aan Sander dus heel het circus begint weer van voor af aan. In plaats van goed zat en gelukkig in de kroeg stapt hij nuchter maar ook gelukkig in de boot en dirigeert die richting de vis. Na twintig minuten komt hij nog gelukkiger teruggevaren met een net gevuld met een dikke spiegel, die 18 kilo rond klokt. Dat belooft nog wat voor de rest van de nacht…

Sander met weer een dikke spiegel van 18 kg rond.

Maar als we s’ morgens om 05:00 uur wakker worden is het, tegen de verwachting in, de hele nacht stil gebleven. Onder het genot van een bak koffie komen we tot de conclusie dat we de verwachtingen niet zo hoog moeten leggen. Het is immers pas eind maart, hartstikke koud en we zitten op een grote, diepe put. We doen het helemaal niet slecht, gezien de berichten van kennissen en Facebookvrienden: er wordt vrijwel nergens vis gevangen. Met al drie dikke vissen in de pocket doen we het helemaal niet slecht.

Er is ondertussen een straffe, gure oostenwind komen opzetten.

Het kan niet op!

Dan komt er toch weer vanuit het niets een snoeiharde aanbeet. Ik pak de hengel op en stap gelijk de boot in. Er is ondertussen een straffe oostenwind opgestoken wat het niet makkelijk maakt om de vis vanuit de boot af te drillen. Maar na een dik kwartier stoeien kan ik mijn net er toch onderschuiven. Wederom een mooie dikke spiegel, met 18,5 kg een pondje zwaarder dan de vorige.

Het kan niet op!

Na de foto’s snel weer de hengel weer uitvaren, althans dat is het plan. De wind is zo hard aangetrokken dat ‘even snel’ er niet meer bij is. Dan maar wat rustiger aan, maar die rig moet terug op de stek. Eenmaal terug op de kant snel omkleden want ik ben tot op de onderbroek nat door al het water wat over de boot heen kletste. Geen pretje met die koude, gure oostenwind kan ik je verzekeren!

Echt gecontroleerd uitvaren is er niet meer bij.

Twee uur later vertrekt wederom dezelfde hengel. Alsof hij nooit anders heeft gedaan pakt Sander de hengel op en stapt hij nu in de boot. Het is echter nog harder gaan waaien waardoor de boot tijdens het drillen bijna niet te hanteren is. Na een martelgang van een half uur weet hij de vis de juiste hoek in te sturen zodat de boot aan de kant gelegd kan worden en hij de vis vanaf de kant verder kan drillen. Ruim drie kwartier later gaat mijn telefoon. Sander heeft eindelijk de vis geland, of ik met de onthaakmat die kant op kan komen want terugvaren met de hengel en de vis in het schepnet is onverantwoord. Het blijkt wederom een dikke spiegel te zijn, weer een dikke dertiger die 17 kilo klokt. Het kan niet op!

Sander moest heel wat capriolen uithalen om deze spiegel veilig in het net te krijgen.

Genoten in Nederland

De rig wordt zo goed als kwaad teruggelegd al is het een beetje tegen beter weten in. Door de koude oostenwind, die vol de ondiepe kant in staat te blazen, zal het wel afgelopen zijn met de aanbeten. Helaas krijgen we gelijk. Maar wat een prachtig water is De Ganzenkuil. Wild, ruig, geen nette aangelegde stekken waardoor je best veel keuze hebt om je plek uit te zoeken. En wat een mooie bezetting. Er zat natuurlijk al een mooi en oud bestand op waarvan de vraag was hoe groot dat bestand was, en wat de zwaarste vissen waren. Maar eigenaar Gert Jan heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd en er vissen uitgezet waardoor er een prachtig bestand is bijgekomen met een hoog gemiddeld gewicht. Er komen nu met regelmaat verschillende vissen op de kant van boven de 20 kilo. Soms een verrassing uit het oude bestand die niet bekend was en regelmatig een door Gert Jan nieuw uitgezette vis.

Wild, ruig, geen nette aangelegde stekken waardoor je best veel keuze hebt om je plek uit te zoeken

 

We hebben genoten en mijn vismaat heeft het karpervirus weer helemaal onder de leden. Logisch natuurlijk, half maart en dan vijf vissen vangen met een gemiddeld gewicht van 17,9 kilo. Het kon slechter. En dat gewoon in Nederland.

De Ganzenkuil, we komen op zeker terug!

 

Vorig artikel
Volgend artikel

gerelateerde artikelen

Instagram