Schilderachtig en visrijk riviertje
In Nederland zijn niet zo veel stromende riviertjes, de Kromme Rijn is een welkome uitzondering! Dit riviertje loopt dwars door de provincie Utrecht, van Wijk bij Duurstede tot in de stadsgrachten in het centrum van Utrecht. Onderweg stroomt dit 28 kilometer lange riviertje door prachtige landerijen, bossen en langs fraaie landhuizen en kastelen.
Tekst & foto’s: Jan van Schendel
Een van de mooiste plekken is het punt waar de Kromme Rijn langs kasteel Beverweerd stroomt, vlakbij de gemeente Werkhoven, en daar was deze visdag gepland. Op een mooiere locatie heb ik zelden gevist. Je hebt hier overal een flinke stroming, maar op deze specifieke stek heb je veel verschillende vismogelijkheden. Aan de overzijde van het water ligt een kom die helemaal buiten de stroming valt en waar een prachtig lelieveld een school brasems wel de perfecte leefomstandigheden moet bieden. In de stroming kun je zowel drijvend/driftend vissen met gewone bolvormige dobbers en ook blokkerend met vlagdobbers. Kortom, een stek en water met zeldzaam veel mogelijkheden.

DE EERSTE BEET
Het water is hier zeker niet diep, hooguit 1,80 meter, en juist dit feit leverde meer dan verwacht uitdagingen op. Er was hier absoluut volop vis aanwezig, dat was duidelijk te zien. Regelmatig zag je vissen aan de oppervlakte, waarschijnlijk voorns en windes. Er stond echter ook wel heel erg veel wier in het water. Logisch, want relatief helder, ondiep water zorgt nu eenmaal gemakkelijk voor veel plantengroei. Zo erg als ik hier zag had ik echter niet verwacht. Het viel niet mee om een afstand te vinden waar ik een fatsoenlijke drift kon maken, zonder al snel vast te lopen in de planten.

Ik had twee verschillende manieren van aanpak in gedachten. De eerste methode was om gewoon een voerstek te maken met een voer-leem mengeling en de andere methode bestond uit driften maken en alleen met losse maden te voeren zonder voer. Daarvoor leek dit de perfecte plek en ik besloot om zo te beginnen. Het begin was niet gemakkelijk en verschillende keren zat ik vast aan het wier. Uiteindelijk vond ik een goede afstand om zonder problemen een (korte) drift te kunnen maken en ik kreeg al snel mijn eerste aanbeet. Ik haakte de vis maar verspeelde hem ook weer; de made zat dubbel op de haak. Er zouden zeker meer vissen gaan volgen, dat kon bijna niet anders.

LOSSE MADEN AANPAK
Jaren geleden heb ik heel wat ervaring opgedaan met deze vismanier in Engeland. Ik viste daar regelmatig, onder meer op de rivier de Wensum in Norwich, wat een getijderivier was. Dat water steeg of daalde wel drie meter tijdens de wedstrijd! De te vangen vissen waren voorn en serpeling. Voer was daar absoluut geen optie en de enige goede voermanier was het constant bijschieten van losse maden. Let wel, het was daar zeker drie meter diep en bij hoog water nog aanmerkelijk dieper. Je moest echt drijvend vissen en de dobbers die je gebruikte waren minimaal drie gram tot soms acht gram, redelijk zwaar dus.
Daar heb ik geleerd om totaal anders te denken over los aas voeren in stromend water. Zoals de meeste vissers dacht ik altijd dat losse maden de vis meelokten verder stroomafwaarts, weg van de visstek. In Engeland leerde ik echter om precies andersom te denken. De constant naar beneden dwarrelende maden lokken de vissen juist stroomopwaarts; ze gaan op zoek naar de bron van al het ‘lekkers’ dat wordt aangevoerd. Typisch voor deze vismanier is dat je altijd de eerste vissen benedenstrooms vangt, op het einde van de stek. Later tijdens de wedstrijd kwamen ze steeds meer stroomopwaarts en ving je ze pal onder de plek waar de maden het water raakten. FOTO 31 vrij klein Constant kleine hoeveelheden maden schieten…
Bij dit soort visserij heb je heus niet altijd veel aas nodig. Je kan constant kleine hoeveelheden maden voeren; vijf uur lang met slechts een liter maden of zelfs nog minder. De hele tijd maar kleine hoeveelheden, daar gaat het om. De constant neerdalende maden kweken de interesse van de vissen en die gaan op zoek naar de bron, de visplek. Vooral wanneer je alleen vist kan dit een fantastische vismanier zijn overal langs onze grote en kleinere rivieren! Met name voorns en windes reageren hier vaak heel goed op, probeer het maar eens.
CONTINU MADEN VOEREN

De volgende voermanier heb ik mezelf pas in de maanden voor dit artikel aangeleerd. Het is een verbetering ten opzichte van de manier die ik eerder altijd heb gebruikt. Het gaat bij dit soort visserij, maar ook op commercials, bijna altijd om de regelmaat. Je wilt een patroon van continu naar beneden zakkend aas creëren. Op deze manier kun je gemakkelijk enkele keren per minuut maden bijvoeren en dat gedurende de gehele sessie. Een en ander lijkt misschien ingewikkeld, maar in werkelijkheid is het allemaal supersimpel. Ik ben volledig rechtshandig, voor de linkshandige lezers geldt een en ander natuurlijk precies andersom.
SOMS ZIT HET MEE…
Ik wilde na de verspeelde vis net weer een nieuwe drift gaan maken, toen ik een wel heel onheilspellend geluid steeds dichterbij hoorde komen. Nou dat geluid werd gemaakt door, jawel, een maaiboot die het wier kwam lostrekken. Zoiets zal een keer per jaar gebeuren en die dag was precies vandaag, echt waardeloos! Dat is natuurlijk wel het laatste wat je wilt op zo’n dag. Dat was meteen het einde van de sessie, er was hier gewoon niet meer te vissen door velden losgetrokken wier die voorbij dreven. De schipper vertelde me bij het langsvaren dat hij nog zeker vier uur werk zou hebben, dus zat er maar één ding op. Ik besloot al mijn spullen in te pakken en te verhuizen naar het rivierstuk bovenstrooms, voorbij een stuw, dat vandaag niet bewerkt ging worden.

Ook de tweede stek was een prachtige locatie, vlakbij een bruggetje. De stroming was hier nog iets harder. Logisch, want dit was een iets smaller stukje rivier en dezelfde hoeveelheid water stroomt voorbij. Ik viste in een soort van buitenbocht en dacht dat het hier dieper zou zijn, maar de diepte bleek exact gelijk te zijn met de eerste stek. Ik besloot om hier zowel drijvend als blokkerend te gaan vissen met zowel bolvormige als vlagdobbers. Er stond inmiddels best aardig wat wind wat het perfect aanbieden van het aas er zeker niet gemakkelijker op maakte. Ook hier bleek er veel wier in het water te staan, maar er was in ieder geval redelijk omheen te vissen.
KOPVOORN?
Het stroomde hier gewoon te hard voor de losse maden aanpak, waarop ik besloot om de stek aan te voeren met acht voerballen; JVS Brasem in een 50/50 mengeling met zware leemaarde. Ik voerde die zo’n twee meter stroomafwaarts van waar ik zat. Juist op dat punt is een driftende dobber het best te controleren, vandaar. In de voerballen had ik veel dode pinkies verwerkt en ook enkele geknipte wormen.

Het werd best een moeizame, maar ook heel interessante vissessie. Ik moest zelfs nog een extra montage monteren. Om goed blokkend te kunnen vissen had ik echt een 10 grams vlagdobber nodig. Toen ik die voor het eerst in het water zette ving ik binnen enkele seconden een flinke brasem.

‘Het lek is boven’ zou je dan denken, maar typisch voor vandaag duurde het een eeuwigheid voor ik een nieuwe aanbeet kreeg. Ik denk niet dat er heel veel vis aanwezig was op dit stuk. Ook drijvend met lichtere boldobbers ving ik vissen, maar nooit liep het echt lekker. Vandaar mijn conclusie.

In deze rivier heb je wel een grote verscheidenheid aan vissoorten. Op de eerste stek zagen we voorns en windes en meende ik zelfs een echte kopvoorn te hebben gezien. Deze zijn hier ooit wel uitgezet, maar qua vangstberichten heb ik ze nooit voorbij zien komen… Op deze tweede stek ving ik brasem, alver, blankvoorn, baars, zwartbekgrondels en ook een van de mooiste goudkleurige ruisvoorns die ik in lange tijd heb gevangen. Wat zijn dat toch schitterende vissen!
IK KOM TERUG
Ik was met een open mind aan deze visdag begonnen, daarom had ik ook feedermateriaal meegenomen. Ik kon het niet nalaten om ook nog even een feederhengeltje op te tuigen. Het zou namelijk zeker niet de eerste keer zijn dat die aanpak wel de vissen kon opleveren die met een dobber niet te vangen zijn. Deze switch leverde direct meer beet op, maar niet van de soort die ik wilde: zwartbekgrondels.

Jawel, ik had er ook een paar met de dobber gevangen, maar bij het feederen hoefde het korfje maar de grond te raken en er hing zo’n gulzige ‘grootbek’ grondel aan de haak. Toch haakte ik tussen de grondels door ook nog absoluut de grootste vis van de dag. Wat het was zal ik nooit weten, maar het was in ieder geval niet een brasem, daarvoor vocht de vis veel te hard. Ik denk eerder aan een grote winde. Hoe dan ook, de vis zwom zich vast in een wierbed vlak onder de oever en ik raakte de vis kwijt. Typisch voor deze dag misschien wel.

Het was absoluut een visdag met hindernissen, toch had ik deze voor geen goud willen missen. Ik kom zeker terug naar dit water. Zeker de eerste stek, met dan wat minder wier, lijkt me goed voor een fantastische visdag met absoluut grote windes en voorns als doelwit en voor zoiets ben ik altijd te porren! Vissen op stromende wateren blijf ik nu eenmaal een van de mooiste vismanieren vinden.