JAN VAN SCHENDEL – Op 29 en 30 juni jl. hadden we voor het eerst in jaren weer een groot internationaal kampioenschap in eigen land: het Europees Kampioenschap in wat ik altijd het klassieke vissen noem. Dobbervissen dus. Dit is de oudste discipline in de wedstrijdvisserij en, hoewel de feeder-gerichte kampioenschappen steeds groter worden, blijft dit nog steeds de grootste. Aan dit kampioenschap namen 24 landen deel. Er zijn al grotere Europese Kampioenschappen gevist, maar deze opkomst was zeker goed te noemen. Rusland en Wit-Rusland mogen momenteel niet deelnemen, en alleen enkele Oost-Europese teams ontbraken.
Als wedstrijdparcours was gekozen voor het Prinses Margrietkanaal nabij Spannenburg, een prachtig kanaal dat de verbinding vormt voor de scheepvaart tussen het IJsselmeer en de noordelijke provincies en zelfs Duitsland. Een bijzonder wedstrijdwater, vooral omdat er hier veel scheepvaart is. Zware scheepvaart ook nog eens; ik zag een schip van ruim 4200 ton passeren, dat ook tijdens de wedstrijddagen in het weekend nog behoorlijk actief was.
Het kanaal stroomt door verschillende meren en juist hier, nabij Spannenburg, lijkt de situatie ideaal. Aan weerszijden van het parcours liggen grote meren van waaruit veel vis gemakkelijk het parcours kan opzwemmen. Met deze keuze was dan ook absoluut niets mis. Er werd over het algemeen goed gevangen, en dat was ook een vereiste. Internationaal hebben we na enkele wedstrijden met heel weinig vis geen al te beste reputatie opgebouwd.
Wel bleek hier opnieuw dat kanalen vaak niet de meest eerlijke wedstrijden opleveren. In vier van de vijf vakken was een goede loting van groot belang. Op de eerste wedstrijddag heb je altijd een soort van ‘gestuurde’ loting. Je trekt een nummer dat correspondeert met vier nummers voor de andere vier vakken. Op zich prima, maar het is erg moeilijk om de goede en minder goede nummers gelijkmatig te verdelen over alle teams.
Wij als coaches kennen de lokale situatie daar na alle trainingen en wedstrijden van de laatste jaren inmiddels behoorlijk goed, en we hadden dan ook een zo goed mogelijk verdeeld lotingsschema voorgesteld aan FIPSed, de internationale hengelsportfederatie. Het was echter onvoorstelbaar frustrerend toen er vanuit Rome een totaal ander schema werd teruggestuurd, waardoor er een veel minder eerlijke loting ontstond dan mogelijk was.
Natuurlijk kun je zowel pech als geluk hebben met zo’n loting. Laat ik het zo zeggen: het zat ons bepaald niet mee op die eerste dag. We hadden één prachtig nummer op papier, maar de andere nummers waren ronduit matig, vooral in vak C, D en E. Het had bijna niet ongunstiger gekund.