Met de bekende type swingtippen, inclusief geleideogen, verloopt het werpen (in tegenstelling tot een inline model) een stuk minder soepel.

Met de bekende type swingtippen, inclusief geleideogen, verloopt het werpen (in tegenstelling tot een inline model) een stuk minder soepel.

De swingtip is wellicht de meest gevoelige beetregistratie voor wie op stilstaand water de witvis op de bodem belaagt. Deze typische beetregistratie zag je een aantal decennia geleden regelmatig langs de waterkant, maar tegenwoordig is deze een beetje – en geheel onterecht – in de vergetelheid geraakt.

Tekst & foto’s Lutz Hulsse

Voor het vissen op stilstaand of zeer licht stromend water is er wat mij betreft geen betere beetregistratie dan de swingtip. Wie de bedenker van de swingtip was is helaas niet meer te achterhalen. Wel staat vast dat in de jaren ’60 van de vorige eeuw de Engelsen als eerste met deze tip visten en mooie voorn- en brasemvangsten hiermee beleefden. De werking en eenvoud van de swingtip is geniaal. Het is niets meer dan een glasvezel of carbon tip die middels een flexibel stukje rubber verbonden is aan de hengeltop van de werphengel. Na de worp komt de lijn op het gewicht van de swingtip op spanning te staan. Wanneer een vis het aas pakt, strekt de lijn zich en komt de swingtip omhoog.

Met de gevoelige beetregistratie van de swingtip ben je op druk bevist water in het voordeel.

Met de gevoelige beetregistratie van de swingtip ben je op druk bevist water in het voordeel.

Wanhoop
Door de flexibele verbinding tussen de hengeltop en de swingtip verloopt het werpen iets anders dan bijvoorbeeld met een feederhengel. Het werpen met zo’n bungelende swingtip verloopt wat minder soepel, een feit wat veel swingtipvissers tot wanhoop drijft. Zo kan tijdens de worp de swingtip dubbelslaan, wat de zuiverheid en werpafstand ondermijnen zal. Door een geleidelijk ingezette worp kan het dubbelslaan van de tip worden verminderd, maar nooit helemaal worden uitgesloten. Het gevaar is niet zozeer het dubbelslaan als wel het niet goed geleiden van de lijn door de geleideogen op de swingtip. Plots kan de hoofdlijn om de oogjes slaan en lijnbreuk veroorzaken. Om deze problemen op te lossen zijn er speciale swingtiphengels ontworpen die een wat zachtere, soepele actie hebben.

Zo stel ik de swingtip af. Mocht het flink waaien, dan steek ik de tip gedeeltelijk onder water.

Zo stel ik de swingtip af. Mocht het flink waaien, dan steek ik de tip gedeeltelijk onder water.

De inliner
Zelf vis ik het liefste met strakke hengels met een snelle actie, hiermee werp je simpelweg zuiverder. Bij dit type hengels is de kans op het zwabberen en dubbelslaan van de swingtip tijdens de worp erg groot. Voor dit soort hengels zijn er speciale inline swingtips ontworpen. De lijn loopt door de swingtip en kan niet achter een geleideoog blijven steken. Inline swingtips dienen wel bij zowel de in- als uitgang voorzien te zijn van hard plastic, zodat de lijn niet in de swingtip kan snijden en daarbij vastklemt. De door mij gebruikte modellen zijn uitgevoerd met een Silicon Carbide (SiC) laag, materiaal ook wel bekend van geleideogen. Met dit type swingtip wordt het werpen vergemakkelijkt. Ook zijn krachtigere worpen mogelijk en kun je dus verder werpen. Het is wel lastig om je hoofdlijn door de inline swingtip te voeren, met name als deze soepel is. De dunne, soepele lijn slaat dubbel en is er niet makkelijk doorheen te duwen. Dit euvel is op te lossen door middels een stijf stuk lijn, zoals een afgedankte stalen onderlijn, de soepele lijn door de swingtip te voeren.

Bij een inline swingtip loopt de lijn door de swingtip, wat het werpen veel makkelijker maakt.

Bij een inline swingtip loopt de lijn door de swingtip, wat het werpen veel makkelijker maakt.

Markeren
Tot zover de ingewikkelde materie, want het swingtipvissen is voor de rest kinderspel en toont veel gelijkenissen met het feedervissen. Zo maak ik veelvuldig gebruik van de lijnclip op de molenspoel om steeds dezelfde visafstand te bewerkstelligen. Omdat ik regelmatig grotere vissen haak, haal ik eerst de lijn achter de clip vandaan en markeer ik de lijn over een lengte van ongeveer tien centimeter met een markeerstift of Typex. Zo vind ik snel de werpafstand terug en kan ik de lijn weer onder de clip leggen. Voor een optimale beetregistratie moet na de worp de hoofdlijn niet aan de oppervlakte liggen, maar onder water worden getrokken. Daarna brengen we de lijn ietwat op spanning, zodat de swingtip niet verticaal, maar onder een lichte hoek scheef staat. Staat er te veel wind en bungelt de swingtip daardoor heen en weer, dan kan het lonen om de hengel lager af te stellen zodat de punt van de swingtip in het water hangt, dat scheelt al veel. Bij een aanbeet wordt de tip uit het water getrokken en je boet ook qua gevoeligheid niets in.

Vrijloop
Bij een krachtige aanbeet wordt de swingtip in één keer omhoog getrokken en voelt de vis plots weerstand van de hengeltop. Om deze weerstand te verminderen gebruik ik een molen met een vrijloopsysteem, de vrijloop stel ik zo licht als mogelijk in. Een handig foefje, alleen is snel de haak zetten met een vrijloopwerpmolen niet mogelijk omdat je eerst de vrijloop moet uitschakelen. Blokkeer de spoel met je wijsvinger en zet op die manier de haak, je kunt vervolgens het vrijloopsysteem uitschakelen door lijn binnen te draaien of door de hendel om te zetten.

Als je de lijn ter hoogte van de clip markeert met een stift, kun je de afstand nog terugvinden wanneer je de lijn uit de clip hebt gehaald.

Wanneer je de lijn ter hoogte van de clip markeert met een stift, kun je de afstand nog terugvinden wanneer je de lijn uit de clip hebt gehaald

 

Soepele lijn
Voor het vissen met de swingtip moet de hoofdlijn niet te stijf zijn, anders kun je de swingtip niet nauwkeurig afstellen. Met de swingtip zijn alle denkbare systemen en aassoorten te gebruiken, voor welke gewenste vissoort dan ook. Zeker op druk beviste wateren, waar de vissen zich argwanend gedragen, ben je met een extreem gevoelige swingtip in het voordeel. De beten zijn sneller te herkennen en zodoende komt meer vis binnen bereik.

Lutz Hulsse