JORIS NIEUWENHOFF – Wie vandaag de dag een beetje hengelsportzaak binnenloopt, kan er niet omheen: shads zijn alomtegenwoordig, en in werkelijk alle kleuren en formaten. Je kunt het zo gek niet bedenken, of het hangt er. Ze kunnen twisterstaarten hebben of schoepstaarten, naar ook pintails en gevorkte staartjes. Ze komen in fluokleuren die zo fel zijn dat je ogen er pijn van doen, in glow-in-the-dark uitvoeringen waarmee je je man cave zowat kunt verlichten, maar ook in kleuren die zo levensecht lijken dat zelfs je kat denkt dat het een echte vis is. En ze kunnen zo klein zijn dat je ze amper ziet, maar ook tot wel een halve meter lang! Soms zitten er ratels in…

Dit type kunstaas is dan ook ontzettend succesvol gebleken, overal ter wereld. En dus ook in Scandinavië. Was amper 15 jaar geleden een zware pilker nog het meest gebruikte kunstaasje waarmee mensen Noorse en IJslandse wateren onveilig maakten, tegenwoordig zijn dat vooral shads. Maar hoe selecteer je nu een goed stuk rubber voor jouw arctische avontuur?

Mensen zijn geneigd om de keuze van hun shad af te laten hangen van de vissoort waarop ze het hebben gemunt. Dat is begrijpelijk, maar toch is dat volgens mij niet de belangrijkste vraag. Veel belangrijk is kennis over de manier waarop je gaat vissen. Ga je op heel diep en hard stromend water aan de slag? Dan heb je een zware shad met loodkop nodig die ook nog eens slank van vorm is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de 4D Herring shad die in gewichten van 200, 300 en 560 gram daar perfect voor zijn.

Die werkt fantastisch voor zowel heilbot als kabeljauw, en als je je hoofdlijn niet te dik kiest (30/00 braid bijvoorbeeld) dan kan je deze shads heel mooi onder de boot houden terwijl de boot over de hotspots drift. Met te lichte shads of te dikke hoofdlijnen zul je zien dat je shad altijd maar verder achter de boot en hoger in de waterkolom gaat zwemmen. Dit is niet ideaal want je hebt veel meer controle als de shad onder de boot blijft. Vergeet ook niet dat een min of meer recht naar beneden geviste shad als eerste over de vissen heen zwemt – als de anderen aan boord lichter vissen dan jij, dan krijg je nagenoeg alle aanbeten op die manier…

Merk je dat de stroming begint af te nemen? Pas daar dan het loodgewicht op aan. De Crazy Daisy’s bestaan ook in lichtere uitvoeringen, maar je kunt ook naar een zandspieringimitatie grijpen, zoals de Sandeel van Savage Gear of de Power sandeel van Berkley die in verschillende gewichten beschikbaar zijn. Als je in het fjord zelf wil vissen, of als je vist op ogenblikken dat de stroming is gaan liggen, rond de kentering dus, dan kan je met veel lichtere shads uit de voeten.  Sterker nog: dan doe je jezelf tekort als je dat niet doet!

Op sommige stekken kan je dan zelfs met shads van amper 30 gram vissen – zoals de al vernoemde Sandeel, waar pollak, koolvis en zeeforel maar moeilijk van af kunnen blijven. Over kleuren maken wij ons niet zo druk. Sommigen zweren bij makreelkleur, anderen bij roze/paars of bij goudbruin, en nog anderen bij een shad die de kleuren van een papegaaiduiker heeft (blijkbaar een
lekkernij voor heilbotten). Wij hebben prachtige vissen gevangen en zien vangen met werkelijk alle kleuren. Vis vooral met die kleur waarin je zelf vertrouwen stelt, en het succes komt vanzelf.

Wil je ook een keer Up North voor een unieke en goed verzorgde visreis? Neem dan vooral contact op met ons: we staan u graag bij met raad en daad! Wij vissen al ruim 40 jaar regelmatig in Scandinavië en delen onze kennis graag met onze gasten.