BERTUS ROZEMEIJER – Er bestaat een periode waarbij je als snoekvisser eigenlijk niet van het water weg mag blijven. Maart is voor mij nog steeds een maand waarbij je geweldig genieten kan van dat malle snoekvissen. De temperatuur kan al top zijn, er is weer volop leven in de natuur en snoek kan het ontzettend goed doen. Ze willen zich maar wat graag met je kunstaas bemoeien en dat maar al te vaak in zeer ondiep water.
Ik kan voorstellen dat je jezelf afvraagt of het wel verantwoord is om in maart achter de snoek aan te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat het echt geen kwaad kan. Wanneer snoek paait kijken ze echt niet om naar welk aas dan ook. De vraag is ook tot wanneer je dan wel op snoek mag vissen. Immers: ook in februari zitten de dames bomvol kuit dat er soms ook zomaar uit kan stromen.
De paaiperiode van snoek is ook tamelijk uitgestrekt en kan onder gunstige omstandigheden al eind februari ruim in gang zijn. Blijft het lang flink kouder, dan kan dat vooral op groot water wel tot de laatste week maart worden opgeschoven. Wees gerust, wanneer de snoek echt paait wordt er niet naar het mooiste kunstaas omgekeken.
Ik denk dat bijvoorbeeld karpervissers dit net zo ervaren. Wanneer boven je lekkerste boilies karper paait, dan kijken ze daar niet naar om. Geen angst dat je het verkeerd doet, want echt er is altijd wel iemand die op social media gaat zeuren. Snoek kan in maart wel een topgewicht bereiken en dat is dan ook de reden waarom het in maart best wel druk op het water kan zijn. Iedereen wil een kanjer in de boot, toch?
ECHT ONDIEP
Hoewel er echt nog wel snoek in dieper water rondhangt, zal een heel groot deel van onze groenjassen zich in ondieper water ophouden. Aantallen zijn echter wel afhankelijk van het water. Waar je veel ondiep water hebt – en er dus ruimte te over is – zie je veel meer snoek in dat ondiepe als daar waar een geschikte, ondiepe
oeverzone minimaal beschikbaar is.
Op dat laatste type water blijft de snoek vaak langer in diepere regionen hangen om het ondiepe pas te bezoeken wanneer de tijd om te paaien gekomen is. Gelukkig is er erg veel water met de gewenste ondiepe zones, die ook weer aantrekkelijk zijn voor eventuele prooivissen, waar onze snoek op jaagt. Ik focus daarom voor een heel groot deel van het jaar op dat ondiepe.
Nu vraag je jezelf mogelijk af wat een aantrekkelijke ondiepte is? Denk hier aan een breedte van tenminste enkele tientallen meters (waarvoor geldt: hoe breder, des te beter) en een ondiepte van net een meter tot maar de helft. Het klink raar, maar ook waar je een minimale diepte hebt ligt snoek en soms veel ook! Om een voorbeeld te noemen: het Gooimeer aan de Stichtse Kant, een groot zandplateau met waterplanten.
Veel vegetatie tref je in maart niet, maar de donkere plekken zijn een teken van opkomende of resterende planten. Het water is drie graden, dus gruwelijk koud voor maart. Hier en daar wel een plek waar de temperatuur iets oploopt. Ik ben daar met vier Franse gasten; twee in een eigen boot, twee bij mij in de boot. Echt, ik geef ons in dat koude water niet veel kans, maar dat blijkt volstrekt onterecht… Aan het eind van de dag hebben we, in minder dan een meter water, vijfendertig snoeken in de boot gebracht!
|Dit is een preview artikel uit BEET – februari/maart.
Wil je het het hele artikel lezen? Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.