JEROEN BAARS – Als gepassioneerd penvisser is het gevoel van een opstekend of langzaam weglopend pennetje lastig te beschrijven. Het is iets compleet anders dan de statische equivalent van een run bij het hedendaagse karpervissen. De eenvoud van het vissen met de dobber is wellicht een mooie aanvulling op je huidige visserij en anders geeft het je wellicht nieuwe inzichten die bruikbaar zijn in je huidige manier van vissen. 

Ook ik ben overigens ongeveer 25 jaar geleden begonnen met de statische variant en zelfhaaksystemen. Dat was zeer effectief en bracht menig karper op de kant. Sla tegenwoordig karpermagazines open en te zien is dat deze methode nog altijd razend populair is en verheven is tot de standaard. Je zou anno 2021 als beginnend visser bijna denken dat dit de enige manier is om karper te vangen, maar niets is minder waar!

Een vismaat die alleen maar statisch gewend is te vissen ging een keer mee en kon deze manier van vissen ook wel waarderen

LEERMOMENTEN
Naarmate de jaren verstreken merkten mijn vismaat en ik op dat de karpers steeds meer in de gaten kregen dat die boilies niet altijd even fijn waren om te eten en dat er voor de vis een niet gewenste fotosessie aan vast kon zitten. Dit begon zich op sommige wateren te vertalen in teruglopende vangsten. Tegelijkertijd viste ik steeds vaker mijn tweede hengel met een Engelse matchpen; hiermee viste ik met mais op zeelt onder de eigen kant. Dit ontging ook vriend karper niet, aangezien mais een van de beste aassoorten was en nog steeds is! Kortom, er meldden zich steeds vaker karpers op de pen. Het gaat te ver om te zeggen dat je alle karpers op een water met mais kan vangen, maar je komt een heel eind in die richting.

Uit de beginjaren van een statisch vistijdperk.

Enfin, ook mijn vismaat zag in dat een paar maiskorrels op de hair van zijn vastlood hengel weer meer karpers opleverden dan de gebruikte boilies. Dit was een eerste leermoment; als mens (en gewoontedier) vis je vaak met enige voorspelbaarheid, en dat kan tegen je gaan werken. Dit terwijl de karper gewoon aanwezig is, aast en eet, maar wijselijk om je voerplek heen zwemt en elders aan tafel gaat omdat die bolletjes niet meer vertrouwd worden.

EENVOUD

Tegenwoordig wordt onze vriend karper door een steeds grotere groep vissers belaagd, met steeds complexere rigs. Je kan je natuurlijk afvragen of al die variaties op het oude vastlood thema nog echt het verschil maakt… De meningen lopen hierover sterk uiteen en als penvisser is dit minder relevant, wat je leven weer een stuk makkelijker maakt. De kracht van de eenvoud zeg maar.

Hoe won het penvissen het van de statische visserij? Het antwoord is vrij eenvoudig en heeft te maken met de effectiviteit. In een paar uurtjes, bijvoorbeeld na een dag werken, kan je veel water afvissen en breng je de karper snel in contact met je aas door het afvissen van een aantal voerplekjes. Je kunt lang wachten op een karper die bijvoorbeeld zijn heerlijke, warme hoekje met voedsel verlaat om aan de andere kant van het water jouw boilie te komen halen… Je draait het dus om en zoekt de karpers actief op, presenteert een aas dat de vis nagenoeg direct detecteert met zijn zeer effectieve zintuigen en je kan gaan drillen na de aanbeet.

Krom tot in het kurk, maar alle uithalen worden netjes opgevangen door het carbon.

Zo eenvoudig gaat het natuurlijk helaas niet altijd. Er zijn echt genoeg dagen dat je kan zoeken wat je wil, maar je ziet geen enkel teken van leven ziet en je wordt gedwongen om al je verschillende voerplekjes af te vissen. Ook zal je niet altijd de bellenplakkaten van actief azende karpers kunnen waarnemen. Dit betekent echter niet dat de karper niet aanwezig is! Ik heb al genoeg karpers gevangen zonder dat er maar één teken van leven aan een aanbeet vooraf ging.

In sommige polderstelsels wemelt het van de giebels, een leuke bijvangst.

WEINIG MEE

Wat materiaal betreft materiaal heb je als penvisser verder niet veel nodig. Een paar 1 tot 1,5 grams pennetjes, voerschep, onthaakmat (die eventueel ook als ‘stoeltje’ kan fungeren), schepnet (inklapbaar) en goede, betrouwbare haken en je bent klaar om er op uit te gaan.

Het gereedschap van de struinende visser kenmerkt zich door de geringe hoeveelheid.

VOER & HAAKAAS

Een voerplekje met een mix van hennep, mais en/of boiliekruim trekt een hoop vis aan en dus ook karper. Deze voerplekjes voorzie ik van twee tot drie handen voer en geef ik ongeveer 20 minuten de tijd voordat ik de volgende aandoe. Het is ook aan te raden een plekje zonder activiteit op een later tijdstip nogmaals te bezoeken. Je zult zeker bijvangsten van zeelt, ruis- en blankvoorn, kleffe brasems en tegenwoordig zelfs rivierkreeftjes noteren, omdat je met kleiner aas vist. Tegen deze bijvangsten heb ik overigens geen bezwaar, ook het formaat van de karper is voor mij van ondergeschikt belang, het gewicht al helemaal.

Voer van hennep en mais; een mini boilie, halve Frolic brok en blikmais direct op de haak.

Het kleinere aas wekt bij de karper minder argwaan ten opzichte van een 15 of 20 mm boilie, waar de halve wereld tegenwoordig mee vist. Klein aas trekt ze vaak over de spreekwoordelijke streep met een geslaagde sessie tot gevolg. Mini-boilies of halve, (blik)mais, tijgernoten, lunchworst blokjes, wormen, maden, honden- en kattenbrokjes, het zijn stuk voor stuk goede vangers.

Het benaderen van de aangevoerde stekjes dient in volledige stilte te gebeuren om niets te verstoren. Dit komt omdat de goede zintuigen van de karper niet in ons voordeel zijn bij deze viswijze op korte afstand. Om je pen te laten zakken naast een azende karper is al spannend, maar je zenuwen gaan naar een hogere frequentie als je pennetje begint te wiebelen om vervolgens langzaam weg te lopen of op te steken.

Zodra je de haak zet lijkt het water te ontploffen, giert de slip van je molen het uit en heb je even helemaal niets meer in te brengen tegen de lancering. Uiteindelijk zal het geweld onder vermoeidheid afnemen en neem je de regie weer langzaam over totdat de vis in het net ligt, de wedstrijd in je voordeel beslecht is en je kan stoppen met stuiteren van de adrenaline!

EENVOUDIGE MONTAGE

Omdat je de vis zo ongeveer onder de top van je hengel haakt is een 13 ft penhengel met 1,25 tot 1,5 lb testcurve een goede keuze in de polderwateren waar ik vis. Als lijn een 25/00 mm nylon, geen gevlochten lijn vanwege het gebrek aan rek die je wel nodig hebt.

De verschillende benodigdheden voor de eenvoudige montage.

 

Mijn montage is vrij eenvoudig en bestaat uit een tussen twee stuitjes opgesloten speldwartel, zodat de pen snel te wisselen is. Dit is erg handig om bijvoorbeeld een zwaardere pen te kunnen monteren als de situatie (wind of stroming) daar om vraagt. Daarna dient er enkel een extra loodhagel op de lijn gezet te worden. Op 20 cm van de haak komt de laatste loodhagel, waarbij ik de dobber zo uitlood dat deze net boven de bodem komt.

Het laatste stukje lijn ligt dan plat op de bodem en voelt de karper niet zo snel de staande lijn. De aanbeet verraadt zich vaak doordat de pen opeens opzijschuift, omdat de karper het aas met kracht opzuigt, waarna de pen langzaam wegloopt. Mijn ervaring met deze montage is erg goed omdat de vis het aas zelden meer loslaat.

Wat een kick als de dobber langzaam wegloopt!

PENVISWATEREN

Mijn visgronden bestaan grotendeels uit de zogeheten boezemwateren, waar het water middels gemalen naar groter water wordt afgevoerd. Kortom, de vis kan er niet uit. Er zijn ook een paar uitlopers van een grote rivier, welke in het vroege voorjaar mijn aandacht krijgen. Deze uitlopers zijn zeer interessant omdat de ondiepe wateren ieder jaar snel opwarmen. Deze zones worden gebruikt als paaigronden en er is dan soms veel karper te vangen.

Ik vis voornamelijk op boezemwateren.

Door velen worden de kleinere wateren overigens vaak ten onrechte overgeslagen, omdat verondersteld wordt dat geen karper zal zwemmen. Dat is in veel gevallen onterecht; ze blijken ook nog onverwachte vangsten op te kunnen leveren. Doe hier je voordeel mee ten opzichte van je collega-vissers.

De vangbaarheid verscheelt ook per type water. In de meeste afgesloten wateren wordt bijvoorbeeld mais geassocieerd met gevaar, omdat er meer mee gevist wordt. De riviervissen die hun paaigronden bezoeken zijn hier duidelijk minder bekend mee en zijn er veel eenvoudiger mee te vangen.

Een ander aspect om rekening mee te houden is dat je met het ene aas je een ongeluk kan vangen, terwijl de dag erop met hetzelfde aas geen enkele vis meer te vangen is; dat vraagt om variëren in aassoorten!

IN HET DONKER!

Ik vis graag tijdens de lange zomeravonden en ook zeker in het najaar, wanneer de avonden korter worden. Dan monteer ik een 3 x 25 mm breekstaafje, middels en transparant stukje silicone slang, op de antenne van de pen. Er zijn ook pennen te koop waar je de bestaande antenne kan vervangen door een breekstaafje. Beide versies zijn prima inzetbaar en overleven een stevige dril in de waterplanten vaak zonder verlies van het breekstaafje.

In het donker met een breekstaafje op de pen en mais als aas in het najaar.

 

De beetregistratie wordt wel een grotere uitdaging, omdat je in het donker geen goed referentiepunt meer hebt, zoals een lelieblad waarmee je de afstand tot de pen kan vergelijken. Je hebt nu het gevoel een beetje ‘blind’ te vissen – maar geloof me – zodra de pen langzaam wegloopt en je twijfelt, dan mag je gerust op je vissersinstinct vertrouwen en de haak zetten. Je zal zien dat je de aanbeten na een paar sessies net zo goed kan constateren als bij daglicht, waarmee je tevens meer penvistijd in je jaar hebt gecreëerd!

Ik hoop dat ik je, middels dit inkijkje in mijn manier van vissen, wellicht enthousiast heb gemaakt om er ook eens met de pen op uit te gaan. Deze actieve en spannende manier van vissen kan zo maar eens een nieuwe hobby binnen je al bestaande hobby worden. Veel ondergaande pennen en visplezier toegewenst!

|> DIT IS EEN PREMIUM ARTIKEL UIT BEET MAGAZINE 

Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.