Kies jij altijd hetzelfde soort brood, ook wanneer je bij de warme bakker nog uit vijftien andere soorten brood kunt kiezen? En waarom zouden vissen niet net zoals mensen een voedselvoorkeur hebben? Immers, verandering van spijs doet eten! Als experiment serveert Beet een gevarieerde boterham aan de vissen voor.
Door Henric Plass
Broodkruim of chapelure is een top-ingrediënt en erg geliefd bij witvis. Terwijl de stevig samengedrukte voerbal van brood in het water langzaam openbreekt, worden kleine deeltjes loskomend brood gulzig naar binnen gezogen. Als haakaas komt een klein stukje brood (uit de breadpunch) om de hoek kijken. Met name in de winter heeft deze methode zich al vaak bewezen. Het is echter vissers eigen om voer en techniek te blijven verbeteren. Daarom ontstond het idee om het brood wat extra’s mee te geven, bijvoorbeeld een toevoeging om het nog lekkerder te maken, kortom het brood wat te pimpen!
De kracht van het voeren met een stevig aangedrukte broodbal is de enorme kleefkracht en de langzame afbrekingstijd. Als toevoegingen komen er ingrediënten aan te pas die de kleefkracht en de mate van openbreken nauwelijks beïnvloeden. Kruiden, specerijen en zaden zijn een goede keuze en ook kleurstoffen zijn een mogelijkheid. Bovendien wil ik ook proberen om met natuurlijk aas een broodcombinatie te maken. Hier volgen zes van mijn favoriete broodvarianten.
De klassieker
Neem een getoaste boterham, snijd de korsten weg en maal het brood in een mixer. Het zachte, gemalen brood kun je tot een stevig balletje knijpen en voeren. Het kan wel twee tot drie uur duren alvorens de bal uit elkaar begint te breken en brooddeeltjes vrijkomen. Als haakaas prik je met een breadpunch uit een getoaste witte boterham een schijfje brood. Dit haakaas zal kort nadat het in het water komt uitzetten tot een broodvlok.
Hennepzaad
Grote blankvoorn is dol op brood en hennepzaad, waarom beide niet combineren? Mix wat korrels door het broodmengsel en vis afwisselend met brood en hennep op de haak. Het hennepzaad dien je te drogen alvorens je dit met het brood mengt, anders wordt het voer te nat en valt het te snel uit elkaar. Een andere variant is een broodbal met gemalen, geroosterd hennepzaad: dit is een buitengewone voermagneet. Het heeft in water soortgelijke eigenschappen als koriander, maar als het puur om voorn gaat, is gemalen hennep mijn eerste keuze. De gemalen hennep laat zich goed door het brood mengen. Hierna moet je het brood wel extra bevochtigen, anders wordt de broodbal te droog. Een te droge bal heeft minder kleefkracht en valt te snel uit elkaar.
Koriander
Vers gemalen koriander heeft een goede aantrekkingskracht op alle witvissoorten en is een zeer actief ingrediënt. Ik maal de koriander in een koffiemolen fijn en mix deze door de broodkruimels. Het brood laat zich zo goed tot een bal kneden. Onder water komen kleine brooddeeltjes vrij en vallen op de bodem. De actieve deeltjes koriander komen ook los en drijven naar de oppervlakte, een geniale combinatie.
Rode kleurstof & muggenlarven
Wanneer het water enigszins troebel is, kun je met een kleurstof en muggenlarven goede zaken doen. Rood wekt interesse en met name een rode wolk lokt grote brasem naar de stek. Kleine muggenlarven door het gemalen brood zijn voor de brasem de kers op de taart. Mijn tip: gebruik wat oudere muggenlarven. Deze zijn niet meer zo levendig en laten de broodbal niet snel uiteen breken. Wel dienen ze zorgvuldig door het gemalen brood te worden verspreid, anders ontstaan er klonters vochtige larven, wat een te natte broodbal tot gevolg kan hebben. Als haakaas gebruik ik een stukje naturel broodvlok of een broodvlok gedipt in een muggenlarvenlokstof of een grote muggenlarve.
Geknipte wormen
Wil je naast witvis ook kans maken op baars, dan is een ‘broodje worm’ een interessante optie. Met wormen is het oppassen geblazen omdat ze veel vocht bevatten en het brood al snel te nat wordt. Voor de perfecte wormenbroodbal knip ik de wormen in stukjes en laat ze één uur staan, ze moeten er bewegingsloos bij liggen. Daarna voeg ik de wormen bij het gemalen brood en kan ik het overgebleven wormensap beetje bij beetje toevoegen totdat het voer de juiste consistentie bereikt. Ook hier geldt dat de broodbal niet te droog en niet te nat moet zijn. Vis met een stukje worm op de haak.
Pietje precies
Om de verschillende broodballen te testen ga ik voor een experiment naar de waterkant. Hier maak ik zes voerballen klaar die met de ‘pole cup’, dat is een voercup die op de top van de vaste hengel wordt geklemd, precies op drie verschillende stekken worden gebracht: op zeven, negen en elf meter afstand. Hierbij worden op elke stek verschillende soorten broodballen gevoerd: met koriander, hennep, muggenlarven en met wormen. De bedoeling is dat we ook met het haakaas per plek variëren. Om het allemaal nog wat ingewikkelder te maken kan ik de broodvlok als haakaas ook nog in diverse lokstoffen dippen. Zo kan ik kijken welke lokstof deze dag het beste werkt. Ik heb zeven potjes met verschillende typen lokstof meegenomen. De broodvlokken worden gedipt in een zoet, visachtig, fruitachtig en kruidige vloeibare lokstof.
Ik begin het vissen met een klassieke broodvlok op een haak 18. Mijn montage bestaat verder uit een anderhalve grams dobber, gegroepeerd lood en twee nummer 12 valloodjes. De laatstgenoemde zorgen ervoor dat de broodvlok de laatste meter heel langzaam en natuurlijk richting de bodem zakt. De eerste aanbeet laat niet lang op zich wachten; de eerste vis is een kleine blankvoorn. Er volgen meerdere kleine blankvoorns en het is tijd om van haakaas te wisselen. Een hennepkorrel levert geen aanbeet op, een grote muggenlarve een kleine kolblei.
Daar waar twee voerballen gevuld met wormen op de bodem liggen probeer ik het met een stukje worm. Hiermee krijg ik nauwelijks aanbeten en de beten die ik krijg weet ik niet te verzilveren. Misschien heb ik de vis teveel soorten aas aangeboden en ik twijfel of minder in dit geval meer zou zijn geweest. Ik experimenteer wat met de dips als plotseling de dobber wegschiet en het elastiek uit de top komt. Een flinke brasem heeft op de voerplek, bestaande uit een van brood-gemalen hennep combinatie, een broodvlok met koriander dip naar binnengezogen. Korte tijd later ligt de brasem in het landingsnet. Het is moeilijk om hier een conclusie uit te trekken, laten we het erop houden dat voedselvoorkeur niet te voorspellen is en dat vissen geen hengelsportwebsites lezen.
Variatierijk vangen
Een poging met vijf grote muggenlarven op de haak, gevist naast de muggenlarven-broodballen, levert weer een mooie brasem op. Op dezelfde plek blijft een broodvlok onaangeroerd. Het lijkt erop dat op deze plaats de vis massaal op de larven aast en de broodvlok negeert. Op de twee voerplekken met koriander en geroosterde gemalen hennep blijf ik wel met de broodvlok blankvoorn vangen.
Bij de dips bewijst de Sweet Cream zich vandaag als een favoriet voor de blankvoorn. Op de leverdip weet ik nog één brasem te vangen. Na afloop van de testdag is het onduidelijk welke voerplek en welk aas het meest succesvol is. We kunnen wel concluderen dat het wisselen van stek en haakaas steeds weer vis in het net heeft gebracht en alleen dat al is waardevolle kennis.
Henric Plass