SPOOK VAN DE SLOOT

JAN VAN SCHENDEL -Zeelten zijn heel bijzondere vissen en alleen al daarom heb ik ze altijd interessant gevonden om te bevissen. Ze hebben hun eigen aparte gedragingen die ervoor zorgen dat zelfs wanneer ze in grote aantallen aanwezig zijn op een water, het lang niet wil zeggen dat je ze ook vangen kan.

Ze komen op heel veel watertypen voor, maar het bekendst en meest kansrijk zijn toch wel ondiepe polderwateren met een zachte modderbodem. Met name in die bodem vinden ze allerlei waterlarven en ander natuurlijk voedsel. Ideaal natuurlijk als je bedenkt dat het echte bodemazers zijn.

In de koude maanden van het jaar azen ze amper. Met name in het voorjaar, wanneer de watertemperatuur snel stijgt, kan je ze vaak goed vangen. Mocht het dan ook nog mogelijk zijn om eerst een of enkele keren voor te voeren, dan kan je er bijna op rekenen dat de zeelten de voerstek hebben gevonden. Het hangt dan wel mede af van de omstandigheden, maar daar op kom ik later in dit artikel nog op terug. Dat voorvoeren betekent echt niet het voeren van grote hoeveelheden trouwens. Gewoon regelmatig een kleine hoeveelheid maiskorrels en/of wat geknipte wormen volstaat. De vissen leren zo dat er op zo’n plek regelmatig iets te eten valt.

Zeeltvissen

Ook met de feedertechnieken kan je zeelt gericht bevissen

 

DE ALM

Voor dit artikel viste ik op het riviertje de Alm, een typisch polderwater dat onder meer dwars door het dorpje Almkerk loopt, midden in de Polder van Altena. Op de gekozen stek heb ik al vaker gevist en destijds best wel veel zeelten gevangen. Ik kwam dan ook niet helemaal onvoorbereid aan. Wel zijn de omstandigheden van nu anders dan dat ik ze in voorgaande jaren aantrof. Niet dat het water is veranderd, maar de bodem is uitgediept waardoor deze veel harder is geworden. Dat leek me op zich niet per sé een voordeel. Het water was op de stek zo’n 1,80 meter diep en er stonden best veel plompebladen en andere planten in het water. Het water was overigens net als vorig jaar werkelijk kraakhelder. Ik wist dat er op deze stek enkele dagen voor mijn vissessie door een kennis was gevist en dat er ook was gevoerd, ideaal.

Zo’n water ruikt naar zeelt!

SPIKJES

Op de visdag was het zonnig en vrij warm voor de tijd van het jaar. Ik had de overtuiging dat ik pas zeelt zou gaan vangen in de laatste uren voor het donker, vanwege de combinatie van het weer en het heldere water. Overdag kan je hier gemakkelijk op de bodem van het water kijken en als dat kan, geloof me, hebben de vissen ons al lang gezien voordat wij hen zouden kunnen opmerken. Dan mag het voer nog zo aantrekkelijk zijn, de zeelten zijn te angstig om van dat aas te gaan vreten. Nadat de zon onder gaat of aan kracht afneemt, bijvoorbeeld als deze achter bomen is verdwenen, verandert de zichtbaarheid van ons voor hen aanmerkelijk. Niet verwonderlijk dat juist dan ze vaak beginnen te azen.

In het kraakheldere water zien ze ons ook veel sneller…

Mijn kennis had het gehad over een ‘verwachtte aankomsttijd’ van de zeelten zo rond 20:00 uur en hij zat er zoals meestal niet ver naast. Om precies 20:20 uur kreeg ik mijn eerste aanbeet. Ik zat toen toch al twee uur op mijn stek en nergens had ik een teken van leven gezien van welke vis dan ook. Zo ongeveer drie minuten voordat ik de eerste zeelt ving zag ik de eerste activiteit.

|> DIT IS EEN PREVIEW VAN HET ARTIKEL – ‘Polderzeelt’ – Wil je het hele artikel lezen?

Dit artikel en nog veel meer interessante artikelen kun je lezen en zien in BEET juni/juli. Vanaf 14 juni los te koop in de winkel of bij abonnees thuis op de mat.