ARNOUT TERLOUW – Wil je 24 uur per dag vissen? Wil je jezelf met spinhengels uitleven op het geweld van beresterke koolvissen, lompe kabeljauwen en heilbotten die je materiaal tot het uiterste testen? Dan is Noord-Noorwegen, in de zomerperiode van juni tot september de ‘place to be’! Vissen, vissen en nog eens vissen tot je armspieren verzuurd raken. Slapen doe je wel weer als thuis bent. In juni 2015 vertrok ik samen met Juul Steyn en Hans Sibbel, beter bekend als Lebbis, naar het prachtige eiland Senja in Noord-Noorwegen, direct aan de oceaan gelegen, op zo’n 200 km van Tromsø.Â
Senja is het op een na grootste eiland van Noorwegen, en wordt ook wel ‘Klein Noorwegen’ genoemd, omdat het een afspiegeling zou zijn van het hele land, met zijn ruige kustlijn met indrukwekkende fjorden en steile bergwanden. Onze accommodatie, Senja Havfiskesenter, ligt in het gehucht Medby aan de westkust aan het beschutte Veidmannsbotn fjord, op zo’n 3,5 uur rijden van Tromsø. Zowel Cordes Travel als P&S Visreizen heeft deze bestemming in hun Noorwegen-programma zitten.
Maanlandschap met sneeuw en ijs
Na een prima vlucht naar Tromsø, rijden we met een gehuurde auto al snel de Gisund brug over, die tegenwoordig Senja met het vaste land verbindt. Na 2 uur rijden we een tunnel door en belanden dan van het ene op het andere moment in een volkomen ander landschap! De groene heuvels, bossen en meren hebben plaats gemaakt voor een ruig maanlandschap met scherpe rotsen, sneeuw en ijs! Het mag dan wel juni zijn, maar hier lijkt het nog wel winter. 20 minuten later duiken we plots weer steil de diepte in, wordt het weer groen en zien we de zee liggen. Even later zijn we op onze bestemming gearriveerd: Senja Havfiskesenter.Â
Natuurlijk willen we zo snel mogelijk gaan vissen, maar die visdrang moet nog even geduld hebben. Het waait namelijk hard, te hard. Al twee weken lang wordt de kust geteisterd door harde wind, windkracht 6-8, die het vissen nagenoeg onmogelijk maakt, zeker richting open zee! De vooruitzichten zijn gelukkig redelijk, maar de eerste visdag wordt noodgedwongen besteed aan boodschappen doen en een beetje acclimatiseren.Â
Knallende koolvis!
De tweede dag zijn we niet te houden, we moeten en zullen het water opgaan. Hoewel de wind iets is afgezwakt naar windkracht 5/6, is naar buiten gaan geen optie met onze open, maar zeer stabiele boten. In de beschutting van de steile bergwanden in het Sifjord is het gelukkig nog redelijk te doen. We maken een paar driften rond een uitloper van een eiland en een paar onderwaterrotsen in de hoop op pollak en koolvis. In 2 uur tijd vangen we vrijwel alle vissoorten die hier rondzwemmen, maar allemaal vrij klein, niet waarvoor we komen…Â
In het fjord liggen een paar zalmkwekerijen, die zo te zien nauwelijks gebruikt worden en in de middag zien we aan de buitenkant van de netten een grote groep meeuwen fanatiek duiken. Het is doorgaans verboden om vlakbij de netten te vissen, maar we zien ook meeuwen wat verder er van af duiken en even later vliegen onze ‘Sandeels’ richting de commotie. We laten het kunstaas een paar seconden afzinken en draaien dan als een gek binnen. Binnen een paar seconden staan we alle drie met een tot in het handvat gekromde hengel! Koolvis en mooie ook…
We beleven sport van de bovenste plank met het lichte materiaal en met de koolvissen die zich vol overgave op onze kunstaasjes storten. Een paar tikjes van staarthappers en dan vol er overheen, kicken! Met een voldaan gevoel varen we terug richting het beschutte haventje en de behaaglijke warmte van het huisje. Er moet tenslotte ook nog een keer gegeten en een paar uurtjes geslapen worden!Â
Waar is de (aas)vis?
De volgende morgen zien we dat de wind aardig is gaan liggen. Tijd om het water buitengaats te verkennen, waar op zo’n 20 minuten varen een aantal interessante plateaus liggen, omring door diep water. Nog verder naar buiten ligt een ondiep gebied met rotseilanden wat er op de dieptekaart ook heel interessant uitziet. Mogelijkheden genoeg dus!
De verwachtingen zijn hoog als we bij het eerste plateau aankomen, maar tot mijn verbazing is nergens (aas)vis te bekennen, ook niet op de steile randen. Het lijkt wel een verlaten woestijn! Twee andere plateaus idem dito. Hopend op een zwervende heilbot vissen we de randen toch af, zowel spinnend met shads als met aasvis, maar het lijkt hopeloos. Ook de rand naar de eilanden en de ondiepere geulen tussen de eilanden leveren niets bijzonders op, ondanks dat het er ruikt naar heilbot!
Een beetje moedeloos besluiten we het voor gezien te houden en varen begin van de avond terug naar het fjord. Daar zien we de meeuwen weer jagen, nu ook verder het fjord in waar het volgens de dieptemeter zo’n 80 meter diep is. Maar als we bij de jagende meeuwen komen is de fishfinder de weg (beter gezegd de diepte) volledig kwijt! Het scherm slaat helemaal rood uit tot 2-3 meter onder het wateroppervlak, zoveel aasvis zit er blijkbaar! En waar aasvis zit… juist daar zitten ook de rovers! Het gaat wederom helemaal los en het valt niet mee om die avond te stoppen. Verslavend, zeker op het lichte materiaal. Niet alle koolvissen zijn even groot, maar gemiddeld toch zo’n 5-7 kg, met uitschieters richting de 8-10 kg en 100 cm+!
Onmisbare driftzakken
Van de andere vissers krijgen we ook te horen dat er buitengaats weinig vis zit, of je moet heel ver de oceaan op gaan, ver, heel ver voorbij de eilanden… Eén tot twee uur varen, zonder garantie op succes. Dat zien we niet zitten en besluiten het fjord, wat op 10 minuten varen om de hoek ligt nog wat beter te verkennen. Na ons eerst weer een uurtje te hebben uitgeleefd op de beresterke koolvissen, die nu wat dieper zitten, concentreren we ons op een plateau aan de ingang van een ander fjord. De wind waait nog behoorlijk strak het fjord in, maar met behulp van twee driftzakken kunnen we de drift aardig controleren.
Het duurt even voor we de juiste drift maken en de juiste stek gevonden hebben, maar dan gaat het weer los. Niet alleen grote koolvissen, maar dit keer ook prachtige kabeljauwen. Prachtig die lompe aanbeten! Secuur vissend weten we zo heel wat (grote) vissen te vangen, ondanks dat er niet of nauwelijks stroming staat.
Dat zal zo de hele week blijven, ondanks een bijna maximaal verval tussen hoog en laag water… vreemd. Heeft dat te maken met de constante, harde wind uit het westen? Is dat ook de oorzaak dat buitengaats vrijwel geen vis te vinden is? Is die allemaal de fjorden ingeblazen? Feit is dat er in het fjord een enorme berg aan aasvis zit. Misschien ook vanwege de vele, honderden meters lange lijnen waarmee de zalmnetten zijn afgespannen, die met dikke bossen kelp zijn begroeid – een ideale schuilplaats voor jonge vis!
Spinmateriaal
Voor deze spinvisserij met shads zijn twee spincombo’s aan te raden. Nylon voorslag van 60/00 tot 1.00 mm is essentieel!
- Voor shads/loodkoppen van 30-80 gram, medium spinhengel van 2,10-2,60 meter, spinmolen type 3000-4000, gevuld met 15/00–19/00 braid.
- Voor shads/loodkoppen van 80-150 gram, medium/heavy spinhengel van 2,10 – 2,40 meter, spinmolen type 4000-5000 gevuld met 19/00-25/00 braid
Mijn combi 1:
- Hengel: Illex Element Rider 225H 10-60 gram
- Molen: Shimano Twinpower 4000 SW
- Lijn: Daiwa TN8 braid 0.15 mm
Combinatie 2:
- Hengel: Daiwa Saltiga Spin 2.10 m, 50-135 gram
- Molen: Daiwa Saltiga 4500H
- Lijn: Daiwa TN8 braid 0.20 mm
Bizar: supervisserij om de hoek!
Hoe het ook zij, wij zijn allang blij dat we een supervisserij om de hoek hebben, dat scheelt heel wat vaar- en vistijd! Even een (korte) pauze inlassen in het huisje om de batterijen, letterlijk en figuurlijk weer op te laden, is een fluitje van een cent en de benzinerekening is nog nooit zo laag geweest! We vermaken ons prima en meermaals zijn we nog tot 02.00 uur in de ‘nacht’ aan het vissen, terwijl de zon nog steeds de besneeuwde toppen van de steile hellingen verlicht. Een prachtige ervaring!
We vangen schitterende kabeljauwen met grote koppen, tot zo’n 120 cm, die onze shads volledig inhaleren en krijgen snoeiharde runs wanneer een grote koolvis de shad pakt. Vissen van 8/9 kilo met uitschieters tot 115 cm en 10 kg+. En dat op spinmateriaal waar je hier mee op snoek vist!
Maar waar zijn de heilbotten? Die moeten toch ook op die enorme berg aan aasvis afkomen, zou je denken? Stroming moet je daarvoor hebben en die staat er niet. Tot de laatste middag. Dan begint het eindelijk een beetje te stromen en vangt Juul gelijk twee heilbotten van zo’n 10 kg op de rand van de plateaus in het fjord waar we de dagen ervoor al heel wat driften hebben gemaakt.
Het is en blijft vissen! Je vraagt je wel af wat we hier gevangen zouden hebben als er af en toe ook nog eens een lekkere stroming had gestaan…Â
Lees ook:
[irp posts=”6357″ name=”Rijkdom in Noorwegen”]
[irp posts=”15523″ name=”Pak eens de boot!”]