WIM RUSSCHEN – Voor veel snoekvissers blijft de polder één van de leukste en mooiste plekken om de snoek te belagen. Polderwater of afwateringssloten zijn namelijk in elke streek te vinden en de snoek kom je zelfs in de meest kleine en vreemde slootjes tegen…’ In dit eerder in ons magazine gepubliceerd artikel geeft Wim Russchen tekst en uitleg over zijn topwater-visserij.Â
In sloten van nog geen 70 cm diep en amper twee meter breed heb ik zelfs al snoek in gevangen. Is er leven in een sloot en staan er waterplanten, dan kun je er haast van uitgaan dat ook onze groene vriend aanwezig is. Tussen de waterplanten zie je vaak jongbroed. Kleine visjes die bescherming zoeken tegen de grote vissen, want Esox lucius volgt zijn voedsel. Trouwens het hoeven niet alleen maar kleine visjes te zijn die voor de snoek. In de polder leven ook veel kikkers, muizen en ratten. Een snoek ‘draait zijn hand er niet voor om’. Een mooi gedekte tafel en een heerlijk diner ligt er in die sloot te wachten.
VERGETEN POLDER
Wat opvalt is dat veel snoekvissers die heel kleine slootjes voorbij lopen, maar neem van mij aan dat je er toch leuke vissen kunt vangen. En het leuke van die kleine slootjes is dat je de snoek bijna niet kunt missen. In dagen dat het heel taai is en de snoek erg vast ligt, kun je juist in die sloten wel een leuke snoek vangen. De sloten zijn immers zo klein en ondiep dat de snoek jouw kunstaas bijna niet over het hoofd ziet. Vooral het vissen met ‘topwaters’ maakt het snoeken dan juist zo leuk.
Als je even een paar uurtjes vrije tijd hebt is het leuk om even de polder in te trekken. Een hengel, een paar stukken kunstaas en je kunt al aan de slag om onze groene vriend, de snoek, de schrik op het lijf te jagen. In de maanden juni, juli en augustus zie je niet veel snoekvissers aan de waterkant in de polder. De polder staat immers vol met waterplanten. Pijlkruid, krabbenscheer, gele plomp, fonteinkruid en kranswier kom je in deze periode veel tegen.
Het is in deze periode voor veel roofvissers geen doen om met pluggen en spinners de polder in te trekken. Telkens zit je met je of spinner of plug in de waterplanten te harken. Dit geeft veel ergernis. De polder komt pas weer in beeld bij de snoekvisser in de maanden oktober t/m maart. Logisch, want de meeste waterplanten zijn in deze periode aan het afsterven. Het water wordt namelijk in deze maanden steeds kouder en het groeiproces van de planten is dan voorbij.
De meeste planten zie je nu niet meer aan de oppervlakte, langzaam sterven ze af. Ze zijn niet helemaal verdwenen, maar liggen tegen de bodem aan. Toch ben ik ervan overtuigd dat je ook kunt snoeken in de polder wanneer er veel waterplanten staan. Je moet de snoek nu alleen op een andere manier benaderen. In de periode dat er veel waterplanten staan via ik met topwaters en/of oppervlaktepluggen. ‘Topwaters?’ Jazeker, omdat dit kunstaas in deze periode verreweg de meest effectieve manier is om de snoek te vangen.
De snoeken staan in deze periode namelijk tussen de waterplanten. Veel kleine vis zoekt ook een veilig heenkomen tussen de waterplanten. En de snoek gaat zoals ik al eerder aangaf wel met zijn voedsel mee. Tevens geven de waterplanten zuurstof af en bieden bescherming tegen de felle zon.
VERTROUWEN IN TOPWATERS
Toch zie je niet veel snoekvissers met oppervlaktepluggen vissen. Ze kijken ernaar, maar vissen er niet mee. Het lijkt erop dat de meeste snoekvissers geen vertrouwen hebben in dit stukje kunstaas. Is het misschien onbegrip? Inderdaad zul je met topwaters niet alle snoekaanbeten verzilveren, maar dat doe je met een spinner of gewone plug ook niet. Niks is leuker en gaver als je een topwater uitgooit in de polder en je ziet een rug van een snoek boven in het water verschijnen. De beroemde ‘V’ in het water. Jouw hartslag zal stijgen naar 120 slagen per minuut, want je hoopt namelijk die aanbeet te krijgen. Zal de snoek het kunstaas pakken?
“Ja, je kunt er dus weleens eentje missen, maar het spektakel aan de oppervlakte vergoedt erg veel
Een snoek wil nog wel eens aan een topwater voorbij schieten, maar niet getreurd, want als ze echt los zijn dan pakken ze hem wel bij een volgende worp. Waardoor het komt dat ze de topwater missen? Een snoek moet in een splitsecond beslissen of hij de prooi kan pakken en dat levert nog wel eens een misser op. Topwaters kunnen soms ook niet diep genoeg liggen in het water. De snoek duwt dan als het ware de plug voor zich uit in plaats van dat hij hem kan opslurpen. Ja, je kunt er dus weleens eentje missen, maar het spektakel aan de oppervlakte vergoedt erg veel. Vooral het visuele aspect van een aanbeet geeft een kick.
Vorig seizoen heb ik heel leuke resultaten geboekt met topwaters. Vooral ’s avonds als de zon niet meer zo fel is en het water wat afkoelt, dan worden de snoeken in de sloten ook weer actief. Wat is er dan leuker om even een paar uurtjes de polder in te trekken. Vooral die latere uren kunnen zeer productief zijn.
Ooit ving ik vier snoeken in een uur tijd. Vooral het enthousiasme waarmee deze snoeken de topwaters aanvielen had ik nog niet eerder meegemaakt. Elke aanbeet was ook gewoon raak! De eerste snoek van de avond zal ik niet snel vergeten. Ik gooide mijn topwater te water. In dit geval een eigenbouw twisterprop met bucktail staart. Dan verschijnt aan de oppervlakte vanuit de kant een rug, maar de snoek pakt de plug niet. De snoek blijft eronder en zwemt mee. Ik kan de snoek gewoon zien, want het water is kraakhelder. Als ik stop met draaien en de plug op het water laat liggen blijft de snoek ook gewoon staan.
Op het moment dat ik even versnel met de hengel gaat hij tot de aanval over. Op dat moment schrik je jezelf letterlijk een hoedje want je ziet het gewoon gebeuren. Niks is leuker en spectaculairder dan dat! De adrenaline stijgt naar grote hoogte in je lichaam als een snoek zich op deze wijze op jouw kunstaas stort. Je staat te shaken aan de waterkant. Deze manier van snoeken geeft mij zeer veel voldoening. In de polder waarin ik vis kun je met topwaters echt ontzettend leuke dagen beleven!
SPOOKS
Het materiaal dat ik meeneem om met topwaters te vissen zijn dezelfde waarmee je ook pluggen of spinners binnen vist. Ik neem standaard een spinhengel (270 cm) met een werpgewicht tussen de 20 en 50 gram mee en een lichte baitcaster (210 cm) tussen de 30 en 60 gram. De spinhengel voorzie ik van een 2.500 model werpmolen en de baitcaster met lowprofile reel. Met beide hengels kun je de verschillende technieken in de polder goed toepassen.
De spinhengel gebruik ik voor de propellorbaits en de poppers. De baitcaster voor de spooks. Om de spooks binnen te tikken moet je iets meer kracht zetten. Bij een te slappe hengel zal de spook niet van links naar rechts lopen, daarom gebruik ik dus een baitcaster! Topwaters kun je in verschillende categorieën indelen. Om te beginnen met die spooks. Dit is een soort sigaar die drijft op het water. Door krachtige tikken vanuit je hengel zwenkt de spook van links naar rechts op het water. Het is net een rat of muis die zich voortbeweegt op het water, het is de beste schaatsenrijder op de markt.
Je kan de spooks in verschillende lengtes krijgen. Voor de polder hoeven ze niet groter te zijn dan zo’n 15 cm. Zorg dat je spooks in het bezit krijgt die lekker diep in het oppervlaktewater liggen, dit vergroot de kans dat je de snoek goed haakt. Wacht met het aanslaan even tot je contact hebt met de snoek en zet dan pas de haak. Sla je direct als je de aanbeet ziet, dan haak je de snoek niet. Het is even oefenen, maar het leert snel genoeg. De beste spooks in de polder zijn de ‘Little Doc’ van Pete Mania, de ‘Dancing Raider’ van Joe Bucher en de ‘Salmo Maas Marauder’ (kleinste uitvoering).
PROPELLORS
Een tweede topwater die zeker niet in je koffer mag ontbreken zijn de zogenaamde propellorbaits. Deze pluggen hebben een bepaald gedeelte van het lichaam dat draait. Dit kan het voorste gedeelte zijn, maar ook het achterste en soms beide. Deze pluggen hoef je alleen maar in te gooien en binnen te draaien. Je kunt eventueel wat versnellen bij het binnen draaien. Soms de pluggen even laten liggen en dan weer draaien. De pluggen maken een prachtig ploppend geluid.
De Mister Twister Prop met bucktail (eigenbouw), de Buzz Frog van Arbocast en Salmo Turbo Jack (kleinste uitvoering) zijn goede propellorbaits. Een voordeel van de Salmo Turbo Jack is dat het je schoepje ook nog iets kan buigen, hierdoor ontstaat een heel ander geluid. De snoeken zullen reageren op het bellenspoor dat de plug veroorzaakt. De beste propellorbaits op de markt zijn die van Salmo en American Hardwood Lures. Op de site van American Hardwood Lures vind je nog meer topwaters, deze zijn alle voorzien van een ondersteunend filmpje.
POPPERS
Onder de derde categorie vallen de zogenaamde poppers of scuttle bugs. Deze oppervlakte pluggen duwen als het ware het water voor zich uit, tevens slaan ze ook nog een beetje naar links of rechts. Hierdoor ontstaat ook een poppend geluid wat weer attractief is voor de poldersnoeken. Deze pluggen kunnen ook met een krachtige spinhengel worden binnen gevist. De beste poppers voor de polder zijn de Smity Scuttle Bug en de Storm Chug Bug. Ook op het grote water zal de Smity Scuttle Bug trouwens zijn werk goed doen.
De nieuwe popper van Sebile is er trouwens ook eentje om in te lijsten. Het kunstaas geeft een zware plop af en slaat zo nu en dan ook nog naar links en rechts uit. Er is nog een groep oppervlaktepluggen die ik niet heb behandeld. De zogenaamde Crawlers of Creepers. Een aparte oppervlakteplug die zich al borst-crawlend over het water begeeft. Met zijn uitslaande armen produceert deze een ploppend geluid, terwijl deze ook nog eens een beetje van links naar rechts uitzwenkt. Het zijn wel pluggen die kwetsbaar zijn, gezien de vele schroefjes en draaiende onderdelen. Bij een aanval van een snoek heb je de kans dat een aantal onderdelen verbogen worden.
De oppervlaktepluggen daarentegen zien er wel prachtig uit en doen ook waarvoor ze gemaakt zijn: snoek op de kant brengen! Eventueel kun je ook topwater vissen met sommige crankbaits. Zoek dan naar cranks die net onder het oppervlak lopen zoals de Salmo Fatso Crank van 12 cm of de Mann’s One Minus. Belangrijk is dat de crackbaits absoluut niet diep mogen lopen, maar net onder het water oppervlak blijven. Lopen ze te diep, dan laten de gevolgen zich raden. Het schoonmaken van de haken kan veel frustratie geven…
WIM RUSSCHEN: TOPWATER TOP TIEN
Groot water
- ‘The Doc’, Drifter Mania 9 inch. Spook voor groot water; blijft bij veel windkracht uitstekend zijn best doen, slaat keurig van links naar rechts.
- ‘Whopper Plopper’, 19 cm, River2Sea. Plopper voor groot water, met een  uitstekende plop! Blijft bij veel windkracht uitstekend zijn werk doen.
- ‘Lac Seul Mini’, 14 cm, American Hardwood Lures, deze plopper is een topper! Geweldige plop!
- ‘Lac seul Turbo’, 20 cm, American Hardwood Lures. Een topper maar dan met een heel andere plop dan de Lac Seul Mini.
- ‘Maas Marauder’ van Salmo. Spook. Slaat goed van links naar rechts!.
Polder
- ‘Fatso Crank’ van Salmo, 12 cm met twisterstaart. Prachtige actie in de bovenste laag van het water.
- ‘Whopper Plopper’, 13 cm, River2Sea. Mooie compacte en rustige plop voor in de poldersloot.
- Dancing Raider van Joe Bucher en 13 cm lang. Mooie compacte spook voor in de polder. Slaat keurig van links naar rechts.
- Mister Twister ‘Top Prop’ van 14 cm lang en voorzien van bucktail of shad. Goede wijn behoeft geen krans: al jaren een topper!
10.Buzz Plug van Arbocast. Mooie en compacte plug. Prachtige ‘buzz’ door het water. Haken staan rechtop en pakken absoluut geen vuil!
TECHNIEK EN AANSLAAN…
De technieken die ik in de polder gebruik zijn heel simpel. Je zoekt plantenbedden op, die net onder water staan zijn het mooist. Deze zijn namelijk het makkelijkst uit te vissen met topwaters. Je hoeft er alleen maar overheen te vissen. In deze gevallen gebruik ik vaak de spooks of crawlers, want deze kunnen rustig van links naar rechts slaan zonder dat ze planten haken. Bevinden de planten zich aan de oppervlakte dan zoek ik naar openingen tussen de plantenbedden. In dit geval gebruik ik vaak de propellorbaits. Deze kun je gewoon uitwerpen en binnen vissen.
Ook over de planten heen gevist behouden deze pluggen hun actie. Tijdens warme dagen bevindt de snoek zich tussen de waterplanten. Hier is immers veel zuurstof aanwezig. Ook heeft de snoek minder last van de zon en liggen ze lekker beschut. Je probeert je oppervlakteplug in een opening te gooien tussen de waterplanten. Je begint dan rustig binnen te draaien. Heb je de eerste keer geen succes dan probeer je het nog een keer. Indien er snoek aanwezig is zal een aanval niet lang uitblijven. Wees voorbereid, want je schrikt je letterlijk het apelazarus als de snoek je plug aanvalt. Wacht wel even met aanslaan. De meeste snoekvissers slaan te snel. Wacht tot je lijn strak gaat staan en zet dan de haak. De snoek hangt nu aan de topwater. Het feest kan beginnen.
Pik ik nou nog te veel waterplanten op bij het binnen draaien of binnentikken, dan verwijder ik de buikdreg. Om de achterste staartdreg doe ik dan een extra stukje krimpkous, zodat de dreg horizontaal gaat staan. Hierdoor pik ik minder vuil op uit het water. Misschien dat je wat vaker misslaat bij een aanval van een snoek, maar daar tegenover staat dat je nu wel op plaatsen vist waar andere snoekfanaten niet komen. Niet geschoten is altijd mis, nietwaar? Ik hoop dat ik jullie nieuwsgierig heb gemaakt naar het vissen met topwaters. Een spectaculairdere manier om snoek in de polder te vangen bestaat er eigenlijk niet.
Op momenten dat andere pluggen en spinners niet werken, omdat het polderwater volstaat met planten, is en blijft het vissen met topwaters een uitstekend alternatief. Investeer eens tijd in een nieuwe techniek. Volharding en doorzettingsvermogen is een must bij elke nieuwe vorm van snoekvissen. Laat je niet ontmoedigen wanneer je niet direct een aanbeet krijgt. Ook is een oppervlakteplug juist een hele goede investering voor je portemonnee, want een topwater kan een heel leven lang meegaan. Verspelen zul je hem namelijk niet; hij blijft immers drijven. Heb je een aantal snoeken gevangen op een topwater, dan raak je net als ik verslaafd aan dit spelletje.