Winter is tijd voor de havenvisserij. Witvissers gaan immers net als roofvissen de witvis achterna en in de diepe havens vindt de witvis rust, een iets hogere watertemperatuur en beschutting tegen wind en kou. Waar moet je aan denken als je hier gaat vissen? Jan van Schendel geeft wat tips. 

Goede uitpeilen, vaak vis je met staande haak of met overdiepte.

GOUDEN HAVEN REGELS

De standaard aanvang-strategie in havens is vaak een visserij met een staande haak. Dat houdt in: met het haakaas precies tegen de bodem. Als ik zo geen aanbeten mis, dan wijzig ik ook niks aan deze methode. Verder zijn er een aantal gouden regels.

  1. Bij het te vaak missen van aanbeten de dobber enkele centimeters dieper afstellen. Je kijkt het nu even aan, mocht je nog steeds veel beten missen, dan herhaal je dit net zo lang tot je minder beten mist.
  2. Als de vissen door het los bijgevoerde aas verder van de bodem worden gelokt, dan dien je juist verder boven de bodem te vissen.
  3. Ik voer vaak met gekookte en gekiemde hennep en casters. Met de casters ga ik tevens vissen; maden zijn niet altijd een optie omdat het vaak vol zit met kleine baarsjes. Dat is vaak zo in havens langs de Randmeren. Een made op de haak en de dobber gaat simpelweg nooit staan omdat het aas onderweg al door de baarsjes wordt onderschept. Casters zijn meestal de oplossing.

Een uitgebreid artikel over de havenvisserij met meer tips vind je in de Beet Magazine die momenteel in de winkels ligt!

Casters zijn meestal de oplossing…