Verscholen in de donkere bossen

Op zoek naar het licht

PIETER VAN DE WERFHORST – De winter duurt voor mij altijd een eeuwigheid. December is nog wel gezellig en de laatste jaren, door het zachte weer, een prima maand om nog een laatste dikke dame te strikken. Januari daarentegen lijkt voor mijn gevoel altijd een soort gebed zonder eind. De aanvang van het nieuwe jaar heeft wat mij betreft maar één voordeel en dat is dat je merkt dat het aantal lichturen toeneemt. Licht is wat ik nodig heb na zo’n winterperiode, het zorgt bij mij voor een beter humeur en mijn energielevel stijgt. Met tot gevolg dat er steevast plannen worden gemaakt, plannen voor een nieuw visseizoen.

Wanneer het prille voorjaar start kan ik met volle teugen genieten van een wilgentak die haar knopjes showt in het waterige voorjaarszonnetje. Het door de winter dof geworden gras wordt opgevrolijkt door het gele speenkruid, het gaat nog langzaam, maar de natuur ontwikkelt zich langzaamaan. Van de verschillende jaargetijden is het voorjaar toch wel echt favoriet bij mij. Ik geniet van de frisse kleuren, het nieuwe leven en de vangdrang stijgt per minuut. Je kent het wel, eindelijk pak je die penhengel uit de garage en aan de oever van het kanaal verstop je je achter het riet. De warme voorjaarszon laat het riet kraken en terwijl je geniet van het buiten zijn wordt je gevoel weer eens bevestigd; ‘The spring is My love’…

Een ellendig voorjaar, maar opgeven kennen we niet!

Ik heb de afgelopen maanden zitten broeden op een plannetje, het lijkt me zo lekker om in het vroege voorjaar eens niet te gaan klieren op de kleinere cultuurwatertjes, maar het eens over een andere boeg te gooien. Ik merk dat ik vaak voor de kleinere wateren kies omdat ik domweg van de nul wil raken. Natuurlijk is vis vangen na een lange winter super, maar in plaats van de ‘easy road’ ga ik het dit jaar eens anders doen.

In overleg met het thuisfront worden er een paar kanaaltrips in Frankrijk gepland, ‘dat moet toch vis opleveren’, praat ik mijzelf moed in. Lekker het avontuur aangaan en in rust je ding kunnen doen. Ik zou dolgraag een artikel wijden aan mijn beleefde avonturen, maar een verhaal zonder vis is natuurlijk niet zo boeiend om te lezen. Franse kanalen en het vroege voorjaar gaan net iets minder samen dan dat ik in mijn plannen had bedacht. En de quote; ‘Just being there is enough’, heb ik nooit begrepen en zal ik ook niet gaan begrijpen. Ik ben meer van het vangen in plaats van het hangen, zullen we maar zeggen.

In Nederland lukt het mij om af en toe een visje te vangen, maar ik heb mijn draai nog niet gevonden. Ik besluit het Paasweekend nog maar een keer naar Frankrijk af te reizen, de rivier moet het worden. Ongetwijfeld dat de vis hier wel zwemt, energie verbrand en dus een bolletje wel kan appreciëren. Inmiddels weten we dat het voorjaar van 2023 het natste voorjaar sinds jaren is. Veel regen en een geplande sessie op de rivier, in het voorjaar, gaan ook niet goed samen. Het water giert er werkelijk door, de normaal gesproken heldere rivier lijkt nu op een bruine Amazone rivier ergens in Zuid-Amerika. Kansloos Piet, kansloos…

Een ree wordt gered van de verdrinkingsdood.

Ik druip af naar het kanaal, het kanaal waar ik eerder dit voorjaar al zo succesvol was, niet dus. Kroeskarpers, brasems, voorn, windes, zelfs een ree red ik van de verdrinkingsdood, maar van karper geen enkel spoor. 2023, je gaat lekker, wat een ellendig voorjaar zover, niets lukt. Als het thuisfront nog eens subtiel opmerkt: ‘Piet, je kunt het niet meer’. Kan ik niet veel anders dan hoofdschuddend erkennen dat ze gelijk heeft. Echter opgeven, dat kennen we niet.

Etang peu de lumière

Koningsdag is voor velen een feest van folklore, activiteiten en uitgebreid terrashangen, voor mij is het dé periode om voor een langere periode naar het Franse land te vertrekken. Ik heb het voorrecht om twee keer per jaar 10 dagen op pad te kunnen en met twee kleine mini-me’s waardeer ik dat des te meer.

Martijn is al jaren mijn partner in crime en samen hebben we al heel wat delen van Frankrijk bezocht. We houden van actief vissen, zijn niet vies van een beetje avontuur en door schade en schande zijn we er wel achter gekomen dat een voorjaarstrip op een ondiep etang vaak de beste keuze is. Deze ondiepere wateren zijn vaak al goed op temperatuur en tref je eens wat slechter weer ligt niet gelijk alles op zijn gat.

We plannen voor deze trip een middelgroot etang verscholen in de bossen. Dit gebied hebben we jaren geleden al eens aangedaan en is bij de karpervissers buiten Frankrijk om niet of nauwelijks bekend. Heerlijk dat er nog zulke wateren bestaan. In rust mijn ding kunnen doen zie ik als een groot voorrecht. Aan het meer ligt een basic camping, voor ons meer dan prima. Een basiskamp op de camping zie ik als een groot goed, geen onnodige spullen meeslepen tijdens het vissen en je eten en drinken kun je lekker koelen.

Daarnaast, even kunnen douchen is natuurlijk geen sinecure. Door de naderende opening van het roofvisseizoen is nachtvissen over twee dagen niet meer toegestaan, gek genoeg vinden we dat helemaal niet erg. Het voorjaar staat garant voor actie overdag en niet nachtvissen betekent bijna altijd rust aan de waterkant. Onze Franse vrienden zetten nu eenmaal graag een tentenkamp op en dat is nu net niet mogelijk.

Bij aankomst vallen ons twee stekken direct op, de eerste stek is een soort landtong waarbij je het centrale deel van het meer goed kunt afvissen, de tweede stek oogt nog beter, een uitstekende punt met aan beide kanten van de uitloper een talud wat vol staat met waterplanten. Deze stek zorgt direct voor het goede gevoel, op het hele water is er geen wier te zien en hier staat het vol. De vis zal zich hier schuilhouden en richting de paai is de kans groot dat ze hier graag willen zijn.

De weersapp voorspelt eerst een paar dagen wind uit het noorden, maar deze zal uiteindelijk draaien richting zuidwest. Als de voorspellingen kloppen zal de wind vol over dat talud heen blazen. Met volle overtuiging zetten we ons geld op stek twee in. Hier moet het gaan gebeuren. Tijdens het varen met de dieptemeter doen we een paar interessante ontdekkingen. Het is echt een saaie, vlakke bak, wat natuurlijk de taludrand nog interessanter maakt.

Niet meer weg te denken, een goede dieptemeter.

De kracht van een sidescan wordt mij maar weer eens duidelijk, ik blijf het bijzonder vinden, kleine kuiltjes, hardere platen in de bodem, planten, stenen, veranderende structuur, je pikt het er direct uit. Sinds een jaar gebruik ik nu een toestel met touchscreen en elke interessante stek tik je even aan en via de gps vaar je er zo naartoe, 9 van de 10 keer stuit je zo binnen no-time op hotspots. Wat een uitkomst. Een reguliere sonar stuurt zijn pulsen verticaal naar beneden dus de grootte van de kegel, het gebied wat je scant is op ondiep water slechts minimaal. Een sidescan pakt heel eenvoudig 15m links en 15m rechts van het vaartuig en laat je dus veel sneller de interessante features zien.

We vinden een kleine geul die vol stenen ligt en een paar harde spots zien er ook veelbelovend uit. Ondanks dat ik Waypoints maak zet ik altijd nog even markers uit om een goed beeld te krijgen. Hierbij hou ik altijd rekening met mijn stek benadering, hoe de aanwezige lijnen lopen, want ik wil natuurlijk niet dat lijnen naast of over de stekken lopen. Het liefst houd ik de lijnen ver van mijn stekken vandaan, desnoods betekent dit dat we met minder hengels gaan vissen. Maar ons credo luidt: liever vier hengels spot on, dan een woud van lijnen creëren door met acht stokken te willen vissen.

Dit meer is vrij vlak qua bodemstructuur dus een goed zinkende gevlochten hoofdlijn zal lijnpressie zoveel mogelijk reduceren, maar desondanks beperken we het aantal hengels tot wat we noodzakelijk achten. ‘Less is more’! Terug naar de markers, deze hulpmiddelen dragen bij aan het nog secuurder voorbereiden van je stek. De markers, eenmaal gezet, zorgen ervoor dat je een beter beeld krijgt van de stek, de stekken zijn eenvoudiger met elkaar te verbinden en je krijgt een beter beeld van de afstand tussen de hengels. De beoogde stekken krijgen natuurlijk iets meer voer, maar lekker verspreid het voer presenteren werkt vaak erg goed.

Verspreid voeren, en niet te veel.

De grote voordelen die ik zie bij het verspreid voeren is dat je de vis langer bezighoudt, je meerdere vissen aanspreekt door de grootte van het gebied wat je bestrijkt en de vissen worden aangezet om actiever te gaan zwemmen wat resulteert in een betere inhaking. Hoezo een betere inhaking hoor ik je denken? Weinig voer op een kleine plek zorgt ervoor dat de karper veel meer op zijn hoede is, ze zijn inmiddels door de wol geverfd en na een paar keer gehaakt te zijn op zo’n klein plekje treedt er al snel negatieve conditionering op. Door verspreid te voeren creëer je veel meer vertrouwen, meer vis op de stek vergroot de gretigheid en er is veel minder stress op de stek, deze factoren bevorderen zonder enige twijfel de inhaking. Ligt het voer erin dan halen we de markers er weer uit, want tijdens het uitvaren vertrouw ik op mijn gps en drop het aas op de waypoint.

De watertemperatuur bedraagt nog maar krap 15 graden, dus veel voeren lijkt ons niet slim. We kiezen ervoor om 3 kilo boilies te verspreiden over de zone waar we gaan vissen en voegen eenzelfde hoeveelheid tijgers hieraan toe. Laten we eerst maar eens ondervinden wat er gebeurt. Stek 1 voeren we ook aan, maar meer om iets achter de hand te hebben, mocht ons gevoel er helemaal naast zitten.

Boules d’or

Zo’n dag verkennen, voeren en voorbereiden duurt altijd langer dan gedacht. Het is inmiddels 21:00 uur en ons maagje begint aardig te knorren. We stappen de auto in en gaan op zoek naar een restaurant, Fransen houden immers van laat eten dus dit moet geen probleem zijn. Niets is minder waar, we zijn overal te laat om nog wat eten te kunnen bestellen, dit gaat mooi. Uiteindelijk vinden we wat, wordt het eten zelfs geserveerd, maar de gele M is nou niet echt hetgeen waar we op gehoopt hadden. Morgen gaan we een lekker stuk vlees scoren bij de slager en maken we dit ader verstoppende menu goed in de komende dagen. Het is per slot van rekening vakantie.

Geen benzine toegestaan, wel lithium!

Ik ben tijdens nieuwe avonturen altijd bij het krieken van de dag wakker, ik moet dan naar het water. Ik vind dat altijd zo heerlijk om nog voordat de wereld ontwaakt in rust een blik te werpen over het meer. Na ruim een uur te hebben gekeken en niets te hebben gezien ga ik terug naar de camping om een lekker bakkie te zetten. Ik maak net iets meer lawaai dan noodzakelijk, want ik ben onrustig en wil naar de stek.

Martijn is een echte ochtenddamper en snurkt er nog lustig op los. Drie keer met de schuifdeur van de bus open en dicht werkt beter dan een wekker. De oude baas wordt wakker en na een paar bakjes pleur is het tijd om richting stek te varen. Mijn favoriete benzinemotor is hier niet toegestaan dus ik zal het met minder pk’s moeten doen. Nu moet ik wel zeggen dat sinds ik lithium accu’s gebruik, het gebruik van een elektromotor een stuk minder vervelend is. Wat haatte ik dat gesleep met die zware loodaccu’s. Op een of andere manier had ik ook altijd pech dat die dingen vermogen verloren per seizoen en alleen al voor het sjouwen zou je overstappen op lithium, maar ook qua continue kracht is het echt een feest.

De boten zijn geladen en het is tijd om de oversteek te maken, Martijn vaart rustig richting stek en ik loop lekker rond het meer te stappen, wat is het toch heerlijk om dat voorjaar op te snuiven. Martijn is al volop aan het uitpakken als ik aan kom wandelen, het begint natuurlijk net te regenen dus in moordend tempo zetten we de tenten op. Als we beiden tevreden tussen de varens neer ploffen, ploppen we een ijskoud Desperado’tje open. ‘Op een dikke Pedro’, proost Martijn. ‘Santé Tinus, op een lekkere sessie makker’.

De hengels zijn allemaal al gereed en liggen binnen enkele minuten op de eerder geplaatste Waypoints. We mogen vannacht nog vissen, het is de laatste officiële nachtvismogelijkheid dus in plaats van twee keer voorvoeren wat we normaliter doen gaan we nu de nacht direct doorvissen. Na een overheerlijke biefstuk en wat pilsjes duiken we lekker de slaapzak in.

Binnen de minuut weet ik niet meer af van het aardse bestaan en snurk er lekker op los. Het is 04:00 en krijg een brasemachtige aanbeet op mijn linker hengel. Je kent dat gevoel wel, je ligt heerlijk en moet eruit voor een snotlap… verre van ideaal! Tinus roept me na: ‘lekker bramo’tje Pedro’… ‘Ja ja’ zucht ik hem na. In slow motion trek ik mijn waadpak aan en loop richting de hengel. Ik begin te draaien en voel geen enkele weerstand, draaien, draaien en ineens contact. Na een behoorlijke beuk op de hengel begin ik aan brasem te twijfelen en als de vis ineens een rush neemt van tientallen meters weet ik genoeg. ‘Tinus! Karper’. Martijn roept: ‘nee joh, lekker Albert’. Met een shaggie op de lip komt die naast me staan. We zeggen even niets, maar genieten voor tien. Na enige tijd zeg ik tegen Martijn: ‘Tinus deze voelt goed aan man, het is dikke’. Waarop Martijn antwoordt: ‘met jouw gouden ballen kan dat maar zo’.

Twee decimaal te weinig voor een nieuw PR, wat een start…

Eenmaal aan het oppervlakte zie ik dat het echt een monsterlijk dikke bak is en schreeuw het uit: ‘Fuck, wat een bak Tinus!’ als Martijn kan scheppen is het meteen raak en ik krijg spontaan een hoofdpijn attack van de adrenaline. Martijn is diep onder de indruk en roept herhaaldelijk:’ wat een zeug Pedro, kijk die rug, foi wat een kneiter, dit is hem hoor, pohhh’. We hangen hem aan de weegklok en het is ongelofelijk maar op de decimaal af is het een evenaring van mijn PB van 10 jaar geleden, bizar wat een bak. Ik moet even landen en strompel wat heen en weer, bizar wat een opening van deze sessie, nooit eerder vingen we zo snel een bak van karper.

Martijn mag drillen, tot hij een ook een dikke heeft.

Natuurlijk is slapen er niet meer bij en na een paar paracetamolletjes begint de koppijn af te zakken. Ik vis al zo lang en nog altijd overheerst die adrenaline, wat een mooie hobby hebben we toch. We vissen altijd run om run en het delen van succes is onzes inziens gewoon het mooiste wat er is. Maar omdat ik zo’n enorme bak heb promoveer ik mijzelf tot schepknaap en Martijn mag gaan drillen totdat die een dikke heeft. Dat gun je elkaar en dat maakt onze vriendschap zo bijzonder, nooit is er wrijving en toch altijd die glans.

Dit duurt gelukkig niet lang!

Corpulente dames

De nacht verloopt verder zonder actie en ook in de ochtend blijft het akelig stil. Natuurlijk ga je dan even twijfelen en beginnen de raderen te draaien: ‘was het een single bak die voorbijkwam, zou het voer er nog liggen, hebben we dan toch nog te veel gevoerd, moeten ze even schakelen omdat de wind naar zuidwest is gedraaid’? Vragen die je echt de kop op hol kunnen brengen en antwoorden krijg je altijd pas later.

Het loopt tegen de middag en warempel er knalt een hengel af, de gebundelde ‘YES’! Komt er wel heel enthousiast uit, zo lekker die bevestiging. Als het ook nog eens een hoge dertiger is komt de rust in kamp van Ommen en van de Werfhorst weer wat terug. Een uur later is het weer raak en wederom een goed gevulde kuiter. Martijn is gek op dikke dames en hij vertroetelt ze dan ook met liefde.

Onze keus om voor deze stek te gaan lijkt goed te vallen, maar zo snel op de vis brengt ons tot het volgende luxeprobleem. Alle drie de vissen zijn kuiters en we zitten daarmee op goud, maar doorvissen kan betekenen dat we de stek te veel verstoren. Na lang wikken en wegen besluiten we toch de stek aan te voeren met eenzelfde hoeveelheid voer als bij aanvang en willen de avond gaan vissen op de andere voerstek, we moeten die stek een kans geven.

Martijn is gek op dikke dames.

We gunnen de hoek met corpulente dames even rust en gaan daar morgen in de loop van de middag weer naartoe om eerst nog een beetje te voeren, daar te overnachten en dan overmorgen bij het krieken van de dag de hengels weer uit te varen. We verwachten dat overnachten wel moet kunnen, want te lang van de stek af is onnodig risico nemen… er zal maar, inderdaad daar wil je niet aan denken.

De tweede stek levert niets op, nog geen brasem, toch voeren we hem nog een keer licht aan, misschien een keer een ochtendje proberen, de avond heeft immers nog niets gebracht, wellicht is het daaraan te wijten. We gaan lekker naar de camping, even opfrissen, een goede nachtrust en na wat boodschappen te

gerelateerde artikelen

Instagram