Herfst en winter, misschien wel de mooiste jaargetijden van het jaar. Weet je de goede stekken, dan kun je fantastische vangsten boeken. In deze masterclass kijkt topvisser Klaas Mozes vooruit en voorziet je van nuttige tips om de komende tijd goed voorbereid naar de waterkant te gaan.
KLAAS MOZES
“Richting winter lijkt de vis zich nog even flink vol te vreten voordat de overwinteringsplekken worden opgezocht. Wat zijn typische plekken waar je in de (late) herfst veel vis kunt verwachten?”
“Het moment waarop de vis naar deze plekken trekt, is in het najaar afhankelijk van de watertemperatuur. Typische plekken waar je in de herfst veel vis kunt verwachten zijn: diepere gedeeltes op een water, (jacht)havens, maar ook kanalen zoals bijvoorbeeld het Prinses Margriet kanaal, Noord-Hollands kanaal en Amsterdam-Rijn kanaal. Je kunt zeker een leuke visdag beleven tijdens een mooie najaarsdag, de vissen willen nu maximaal azen om zich vol te vreten voor de winter.
Tip: heb je een hotspot in gedachten, ga daar dan uitgebreid peilen om het betreffende water goed in kaart te brengen, dit vooral om de diepere gedeeltes op te zoeken. Hiervan kun je op een later tijdstip veel profijt hebben.”
“Tegenwoordig lees je vaak over getaperde voorslagen bij het feedervissen. Wat is het grote voordeel daarvan?”
“Ik gebruik wel eens een getaperde voorslag; een stuk nylon dat in dikte verloopt met aan beide uiteinden verschillende diameters. De dunste zijde knoop je aan de gevlochten lijn, geleidelijk verder naar het andere uiteinde wordt de lijn steeds dikker en dus sterker en schuurbestendiger. Het biedt enkele voordelen; je krijgt een veel kleinere verbindingsknoop, minder weerstand tijdens de worp, een gelijkmatige overgang van nylon naar gevlochten lijn, waardoor de kans dat de lijn om een geleideoog slaat veel kleiner is.
Ga ik voor het zwaardere werk dan kort ik de voorslag niet in maar gebruik de maximale lengte, en wel om twee redenen. Wanneer ik onverhoopt de voorslag kapot werp, heb ik nog lengte genoeg over om een nieuwe montage te kunnen knopen. De andere reden is dat ik bij het zwaardere smijtwerk nog een stuk nylon voorslag op de werpmolenspoel heb zitten. Dat minimaliseert de kans op lijnbreuk bij krachtige worpen.”
“De lengte van de voorslag bij het feedervissen bepaalt hoe goed een aanbeet doorkomt en dus in feite hoe scherp je vist. Wat is jouw visie op de lengte van de voorslag voor de verschillende visserijen?”
“Voor de snelle visserij op voorn en bliek gebruik ik een voorslag van maximaal 3 meter lengte van 23/00 nylon in combinatie met een 0,5 oz feedertop. Met deze uiterst zachte top zie ik feilloos elke aanbeet en de zachtere blank van mijn 3,20 m Superior Feeder met een parabolische actie vangt elke schok op tijdens de dril. Door de kortere voorslag is mijn beetregistratie veel directer.”
“Wanneer ik op grotere afstanden moet vissen, gebruik ik een voorslag van 25/00 of 28/00 van minimaal 8 meter lengte. Deze lengte heb ik nodig om bij het werpen een paar slagen nylon op de werpmolenspoel te hebben, zodat ik krachtig kan aanzetten en de kans op lijnbreuk zo verkleind wordt. Een andere reden waarom ik dat doe is omdat je vaak met een heavy feeder vist en deze heeft aanzienlijk meer body. Door gebruik te maken van een langere voorslag heb ik toch nog demping in de montage bij het drillen van grovere vissen.”
“Het vissen op voorn in de havens en andere winterstekken zal binnenkort ook weer gaan beginnen. Vis is hier vaak meer dan genoeg aanwezig, maar hoe selecteer je nou juist de grotere vissen?”
“Wanneer ik vrij ga vissen, pak ik eerst een hengel en vis even op een paar plekjes om een beeld te krijgen van het formaat vis op dat plekje. Vind ik dan een stek met dikkere vis dan ga ik daar vissen. Bij het vissen van een wedstrijd heb je die optie natuurlijk niet altijd voorhanden, welke opties zijn er dan? Ik gebruik o.a. een grotere haak, maat 16 of 14 en soms zelfs wel eens een maatje 12. Hierdoor kan ik ook met groter aas vissen. Een groter haakaas geeft je een aanzienlijk grotere kans op juist de grotere vissen in een school. Met een groter aasje doel ik op een maïskorrel of bijvoorbeeld twee casters.
Ik begin met een paar balletjes voer om eerst vis naar de stek aan te trekken, daarna verander ik mijn voerstrategie door te voeren met gekiemde hennep, maïs en soms ook casters. Nu moet ik gaan zoeken, ook qua diepte, waar ik de dikkere vis kan vangen. Dit kan op de bodem zijn, maar ook links of rechts van mijn voerstek en zelfs op half water. Het blijft altijd een zoektocht…
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Beet Magazine, deel 1 met Bart Reekmans stond eerder op de Beet website en deel 3, met Koen Vandermolen, volgt binnenkort. Ga voor een abonnement op Beet Magazine, om volledig op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen in het witvissen, naar https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.