In de WITVIS MASTERCLASS komen telkens uiteenlopende witvisonderwerpen aan bod die belicht worden door diverse specialisten. Boordevol met praktische tips & tricks en ‘how to’ wordt een enorme variatie aan watertypen en technieken besproken. Doe er je voordeel mee!

Het vissen op grote vissen staat centraal in deze editie van de Witvis Masterclass. Het vissen op die krenten in de pap vraagt om een specifieke benadering. Niemand minder dan Laurens Sterckx (deel 1), Ramon Ansing (deel 2) en Jeroen Peters (deel 3) geven tal van tips prijs voor zowel de visserij op open water als op commercials. Lees snel verder en maak gebruik van de kennis van deze experts…

Jeroen Peters

Met lokvoer ook meer kans op grove brasem.

Met lokvoer ook meer kans op grove brasem.

Hoe voer je een marginstek aan wetende dat je hier later in de wedstrijd de bonusvissen gaat vangen? Wat voer je?

Dit is mede afhankelijk van de ruimte tussen jou en de vissers naast je. Bij weinig ruimte heeft het weinig zin om de margin vroegtijdig al te gaan aanvoeren. Dat doe ik dan pas op het moment dat ik vermoed dat de vis aanwezig is. Daarentegen, wanneer die ruimte er wel is, bijvoorbeeld bij een hoekstek, dan voer ik vanaf het begin al. Bij een diepte minder dan een meter is dat meestal lokvoer met toevoeging van partikels zoals maïs, pellets, hennep, maden of iets degelijks. Het grote voordeel van lokvoer is dat het de vis langere tijd bezig houdt. Is het dieper, dan gebruik ik uitsluitend de zwaardere partikels. Lokvoer en maden laat ik er dan uit. Het risico dat je lijnzwemmers gaat krijgen door het aasgedrag van vissen op je stek wordt dan te groot. Verhouding lokvoer/partikels of hoeveelheid is op voorhand moeilijk te zeggen, dat is per situatie verschillend. Ervaring is de enige oplossing hierin.

Partikels en pellets.

Partikels en pellets.

Hoe ziet het tuigje eruit dat je gebruikt voor het vissen in de margins? Speelt loodzetting hierbij nog een rol?

Hiervoor hanteer ik twee basisregels. Bij steile kanten en taluds gebruik ik een dobber met een bolvormig drijflichaam. Van doorgaans 0,3 tot 0,4 gram draagvermogen en het lood zit gegroepeerd in een bulk op zo’n vijftien centimeter van de haak. Deze peil ik met een lichte overdiepte uit. Hierbij druk ik tijdens het vissen de dobber, zo mogelijk uiteraard, en het lood tegen de kant aan. Hiermee voorkom ik dat de vis achter de lijn, dus tussen mijn lijn en het kantje, door kan zwemmen. Deze montage is ook mijn keuze bij diepere marginstekken.
Vis je iets verder uit de oever en heb je een vlakke of licht aflopende bodem, dan is een dobber met een slanker drijflichaam en een carbon onderantenne een prima keuze. Ik kies het liefst dan voor een dobber van 0,2 of 0,3 gram draagvermogen, mits de omstandigheden zoals bijvoorbeeld wind het toelaten. Bij dit model gebruik ik een gespreide loodzetting verdeeld over tweederde van de diepte. Hierbij vis ik met wat meer overdiepte, minimaal een dobberlengte. Ik leg de lijn gestrekt in en houd deze strak. Je lijn hangt zo een beetje van het aas af en voorkomt dat de vis continue tegen de lijn zwemt. En mocht dit toch gebeuren, dan zal het minder snel afschrikken door de gebruikte loodzetting. De ideale diepte voor deze visserij is maximaal 60 cm. Het vissen met paste en bijbehorende montage is ook een prima optie voor de margin.

Vaak vis ik met wat meer overdiepte.

Vaak vis ik met wat meer overdiepte.

De vissen op commercials worden vanzelfsprekend steeds groter. Hoe pas je het materiaal en de visserij hierop aan?

Balans in het materiaal dat is afgestemd op de specifieke situatie is het belangrijkste hierin. Heb je een schone oeverzone met open water, dan kun je het een stuk verfijnder aanpakken dan wanneer je een stek treft met veel obstakels waar de vis in kan zwemmen. Of beter gezegd: in gaat zwemmen, want daar zijn het meesters in.

Alles is een maatje zwaarder.

Alles is een maatje zwaarder.

Alles is een maatje zwaarder. Dikkere haken die niet snel uitbuigen in grootte maat 12 tot 16 afhankelijk van de keuze van het haakaas. Aassoorten voor de margin zijn vaak een of twee stukken worm, een enkele of dubbele maïskorrel, een grote pellet of een flinke tros maden. Daarnaast is paste ook een topaas voor de margin.
Lijndikte 15/00 tot 19/00. Dikker hoeft zelden, behalve bij obstakels onder water waardoor de lijn kan beschadigen. Dobbers voor deze visserij zijn extra verstevigd. Met name het oogje is vaak dichter bij of zelfs om de antenne geplaatst. Voor elastiek gaat mijn voorkeur uit naar de moderne hybrid variant tussen de 2 mm en 2,5 mm. Ook hierbij afhankelijk van het formaat vis en eventuele obstakels.
Hengels en met name verstevigde topdelen zijn voor deze visserij speciaal verkrijgbaar. Daarnaast zijn mijn topsets voorzien van een puller-systeem om het elastiek te kunnen strippen zodat je de vis gemakkelijker kunt landen. Je zou wellicht kunnen kiezen voor nog grover materiaal, maar voor mij hoort een stukje ethiek er ook zeker nog bij, ik probeer de vissen zo netjes mogelijk te behandelen zonder de kans op extra letsel.

Dril van een grote karper.

Dril van een grote karper.

Bij het vissen op bijvoorbeeld brasems is het vaak zo dat grotere exemplaren zich op ondiepere gedeeltes van een water ophouden. Is dat met karpers op commercials ook zo? Waar kun je de grootste vissen verwachten?

Met uitzondering van de wintermaanden houden de grote karpers ook van ondiepere gedeeltes met wat natuurlijke beschutting en vooral rust. Daarnaast zijn het ook echte zonaanbidders en hangen bij stralend weer graag dicht tegen de oppervlakte. Maar ook deze karpers moeten eten en op de commercials heeft de ervaring ze geleerd dat het meeste voedsel in de oeverzone te vinden is. Naast natuurlijk voedsel wordt er regelmatig overtollig aas en voer in het water gedeponeerd na een vissessie en dit is dan ook één van de redenen dat deze karpers in de namiddag de oeverzone afstruinen op zoek naar voedsel. Met name een diepte tussen de 30 en 40 cm is ideaal om de grotere karpers te vangen. Dit is voldoende diep om niet opgemerkt te worden en ze hebben daar geen concurrentie van kleinere vissoorten, omdat die daar niet graag komen (vanwege reigers bijv.). Daarnaast is om en nabij een vaste visstek een perfecte locatie om een bonusvis te vangen. En een van de meest onbekende hotspots is direct onder je eigen voeten. Vaak knoei je hier met aas en voer, en er zijn maar weinig vissers die direct onder de neus het aas laat zakken. Veiliger kan een karper zich niet wanen!

Het meeste voedsel is vaak in de oeverzone te vinden…

Het meeste voedsel is vaak in de oeverzone te vinden…

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Beet Magazine. Ga voor een abonnement op Beet Magazine, om volledig op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen in het witvissen, naar https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.

Link naar deel 1 van de Witvis Masterclass: https://beet.nl/witvis-masterclass-op-grote-vis-1/.
Link naar deel 2 van de Witvis Masterclass: https://beet.nl/witvis-masterclass-op-grote-vis-2/.

Logo Witvis Masterclass