REDACTIE – Voor het zeevissen kun je niet om natuurlijk aas heen; met geen ander type aas spreek je zo’n grote verscheidenheid aan vissoorten aan. Ter kennismaking dan wel opfrissing een lijstje met de meest gebruikte, maar ook minder bekende natuurlijke aassoorten.Â
Zeepier
De zeepier is een echte allrounder voor het zilte water. Sterker nog, er is nauwelijks een vissoort die zich niet aan dit aas laat vangen. In hengelsportzaken die ook gericht zijn op de zeevisser kun je ze kopen dan wel bestellen. Je kunt ze natuurlijk ook zelf steken. Daarvoor moet je zoeken naar de spaghetti achtige hoopjes zand die hun aanwezigheid verraden. Dat kan bij ons in Zeeland of op de Wadden. Je hebt er wel een vergunning, te verkrijgen bij Sportvisserij Nederland voor nodig.
Ze hebben een zeer sterke geur, waarmee vis snel wordt gelokt. Het zijn tere beestjes, die je middels een speciale aasnaald het best op de haak en lijn kunt zetten. Je bewaart ze het beste in een krant; door elke dag de dode pieren te verwijderen, kun je ze ongeveer drie dagen goed houden.
Tap
De ‘grote broer’ van de zeepier is de tap, die ruim 30 centimeter lang kan worden. Deze koop je in de hengelsportzaak meestal uit de diepvries. Je kunt ze langs de stranden ook zelf steken, of beter pompen. De tap heeft een nog sterkere geur, en kan in kleine stukjes aan de haak bijvoorbeeld als stoppertje voor een zeepier. Gul lust uiteraard wel een hele tap.Â
Bevestiging:Â in zijn geheel op de haak middels een aasnaald of ook – in geval van de tap – een stukje als stoppertje.Â
Vissoorten: alle platvissen, gul, wijting, zeebaars en aal.
Zandspiering
Zandspieringen zijn bij ons minder gangbaar als aas. Ze worden circa 15 cm lang, de rug is groenig en de zijden schitteren zilver. Deze visjes leven in scholen in de oeverzones, waarbij je ze soms kunt zien aan het oppervlak. Bij gevaar kunnen ze zich in de grond verstoppen. Sommige hengelsportzaken langs de kust verkopen dit aas, vrijwel altijd uit de diepvries. Je kunt ze ook proberen zelf te vangen met een verfijnde haringpaternoster. Tip: bied de zandspiering eens aan middels een dropshotmontage op een offset haak.
Bevestiging: in zijn geheel onder een dobber of aan een dropshotmontage. Gebruik eventueel bindelastiek voor een steviger bevestiging.Â
Vissoorten: gul, aal, zeebaars, tarbot, zeeforel.
Garnalen
De garnaal heeft een langgerekt lichaam met dunne schalen, voelsprieten en kleine scharen complementeren het geheel. Niet alleen wij mensen zijn verzot op deze lekkernij, maar ook onder meer platvis, gul, wijtingen en zeeforel zijn er dol op. Ze hebben een eigenaardige lichaamsbeweging die bij actief binnen vissen na te bootsen is. Levende garnalen zijn natuurlijk het beste, dus dat zul je ook zelf moeten regelen. Garnaal uit de diepvries kan in stukjes soms ook vis opleveren.
Bevestiging: met een zeer dundradige, enkele haak.
Vissoorten: gul, alle platvis, wijting, steenbolk en zeeforel.
Zagers
Zagers bereiken in het wild soms ook een lengte van rond de 30 centimeter. Deze worden verkocht onder de naam steekzagers. De kweekzagers die je meestal in de hengelsportzaak treft zijn tussen de 10 en 12 centimeter. Ze zijn geelgroen tot roodbruin van kleur en in de paartijd hebben ze soms een blauwe gloed. Ook zijn er slikzagers te koop, kleine zagertjes die veel worden gebruikt tijdens wedstrijden.Â
Zagers zijn lang niet zo kwetsbaar als zeepieren, maar moeten desondanks wel in een krant goed gehouden worden. Strandvissers gebruiken vaak een combi van een zager of een slikzagertje en pier als haakaas, eerst een pier op de haak, gevolgd door een zager als stopper. Zagers worden ook veel gebruikt bij het zeebaarzen met een dobber.Â
Bevestiging: In zijn geheel op de lijn met een aasnaald of gewoon zoals een worm gehaakt door het lichaam.
Vissoorten: alle platvissen, gul, wijting, geep en zeebaars.
Haring
Haringen smaken niet alleen goed, ze kunnen ook prima als aas worden gebruikt. Bij het vissen op geep is er geen beter aas denkbaar dan een reepje haring. Je kunt haring jaarrond bij de visboer kopen. Je kunt ze natuurlijk ook zelf vangen. Tijdens hun paaitijd, grofweg van april tot mei, kun je op specifieke plekken zoals de Brouwersdam of andere spui/sluiscomplexen langs onze kust in grote aantallen met een speciale haringpaternoster vangen. Een reepje haring is in de winter ook een gekend haakaas voor platvis. Een zijsprong: haring is een geweldig dood aas voor winterse snoek, maar moet je goed bevestigen, want ze zijn erg breekbaar.Â
Bevestiging: Reepjes met huid, stukken of in zijn geheel (zonder ruggengraat).
Vissoorten: Geep, gul, makreel, fint, platvis, zeeforel.
Strandkrabben
Strandkrabben hebben een hard schild, die ze regelmatig moeten ‘verversen’. Zodoende kunnen ze verloren delen herstellen of een maatje groter groeien. In deze fase worden ze ook wel zachte krab genoemd. Ze zijn alleseters en komen overal ter wereld in het zoute water voor en zijn ook algemeen in de Noordzee en de Waddenzee. Ook heremietkreeftjes worden vaker gebruikt als aas, zeker voor het vissen op haaien in Zeeland.Â
Bevestiging: met een grote enkele haak door het achtereind of middels bindelastiek.
Vissoorten: gul, zeebaars, haaiensoorten.
Makreel
Een makreel wordt gemiddeld genomen tussen de 30 en 50 centimeter lang en wordt wel tot 17 jaar oud. Ze eten planton en visbroed van haring, gul en sprotten. In tegenstelling tot veel andere soorten heeft makreel geen zwemblaas, waardoor ze zonder problemen snel van diepte kunnen wisselen. De keerzijde is dat ze continue in beweging moeten blijven om niet naar de bodem te zinken. Dankzij hun taaie huid zijn ze een geliefd aas; je kunt ze zonder problemen ver werpen. Op zoet water worden ze veel voor snoek gebruikt.
Bevestiging: in zijn geheel, reepje.
Soorten: geep, makreel, fint, gul, poon, leng, rog, haai.