RICHARD VAN DEN BROECK – Vissen, en dan bedoel ik gaan vissen, vind je natuurlijk altijd leuk. Maar iedereen heeft wel een favoriet water -een plas, sloot of rivier- dat iets extra heeft, een toegevoegde waarde. Dat kan de omliggende natuur zijn, een speciale belevenis, een supervangst, het onvoorspelbare, het magische. En soms is het gewoon niet te verklaren waarom een trip naar dat bepaalde viswater je de dag voordien al raar laat functioneren. Je eetlust is gestoord, je geliefde TV programma kan je niet in je stoel houden, je gaat nog maar eens je klaargezette spullen controleren. Natuurlijk vat je die nacht pas de slaap net voor die wekker gaat rinkelen.
Voor mij is dat ene speciale water, dat na al die jaren nog als een magneet aan me trekt, de Maas. Omdat ik vissen op rivier, onberekenbaar levend water, toch altijd iets meer avontuur vind dan je spullen neerpoten op een doordeweeks kanaal of afgesloten plas, waar je bijna zeker kunt voorspellen wie of wat nu je dobber gaat ondertrekken, of je feedertip laat hoepelen.
Waarom juist de Maas en niet die machtige Waal of IJssel, waar de vangsten zeker niet onderdoen? Deze rivieren zijn me een beetje te grof, te ruig en soms voor mijn oude knoken iets te moeilijk bereikbaar. Of misschien is het gewoon liefde voor de rivier die als een rode draad zowat mijn ganse vissersleven doorkruist.
Natte droom
Toen ik, nu bijna een halve eeuw geleden, mijn eerste stappen waagde in het nationale wedstrijdcircuit, was de Maas zowat de ultieme natte droom van elke wedstrijdvisser. Drommen Vlaamse wedstrijdvissers, toppers met duivenpoep en muggenlarven, plukten de prijzentafels kaal en laafden zich aan de rijkdom van dikke voorns in Nederlands Limburg.
Maar ook in eigen land, en wel het Waalse landsgedeelte, waren de legendarische voornvangsten in Ivo Ramet een trekpleister. Veel later, toen we ontdekten dat langzaam varen met een stel pluggen achter de boot niet alleen in Ierland maar ook op de Bergse Maas voor spektakel en adrenaline kon zorgen, kreeg die Maas nog meer grip op mij. En dan, niet zo gek lang geleden, zeg maar mijn feederperiode, mocht ik na een Belgisch kampioenschap in die discipline, op de Maas bij Tianghe het podium op klauteren. Toch mijlpalen in een vissersleven, vandaar misschien mijn affectie met deze machtige rivier.
De Maas bij Lanaye
De Maas ontspringt in Frankrijk en is met zijn 925 km best een aardige streep water. Bij Givet – Hastiere (circa 45 km de Hoge Maas genoemd) komt ze België binnen, via Namen stroomt ze naar Ternaaien (Lanaye), waar ze net voorbij de taalgrens de Grensmaas vormt en onbevaarbaar is. Het Albertkanaal brengt soelaas voor de beroepsscheepvaart, maar voor de hengelsport is deze grillige onberekenbare Maasstrook een ware uitdaging.
Ik moet toegeven, ik was mijn grote liefde een beetje uit het oog verloren. Maar toen ik een selectiewedstrijd van onze internationalen ging volgen op de befaamde wedstrijdstrook te Lanaye, was de vonk meteen terug. Bijna gans de week voordien was er op de trainingen grof vis gevangen. Twee dagen voor de selecties opende de hemelpoorten en viel het water met baken uit de hemel.
De Maas is een regenrivier, zij wordt voornamelijk gevoed door regenwater, maar teveel is teveel. Vissen met de vaste hengel, een verplicht nummer, was haast niet meer mogelijk. Vlagdobbers van 50 gram gierden met een rotvaart over de voerplek. Als je jezelf koest hield en je beperkte tot de oeverzone, pakweg zes meter ver, kon je die mega vlagdobbers nog enigszins staande houden. Tegen alle verwachting in zag ik op deze afstand nog joekels van brasems vangen. Bronzen vechtmachines die vlot de stroming als bondgenoot maakten en haast niet te drillen waren. Ik dacht toen aan: feederhengels, ankerkorven en wormen…
Deze strook ligt niet alleen aan onze Belgische taalgrens, maar hier vormt de Maas ook de landsgrens met Nederland, wat zelfs met boeien op het water wordt aangeduid. De bereikbaarheid van de Maas kan hier (met de auto) plaatselijk een probleem vormen. Wanneer je in Lanaye (Ternaaien) de Rue du Cimetiére neemt, vind je hier ‘het Chalet’: een echt visserslokaal met ruime parkeergelegenheid. Via een poortje ben je in een paar stappen bij de Maas!
Arthur Le Pecheur
Zijn naam is eigenlijk Arthur Praet, maar iedereen in het Maasdistrict en ver daarbuiten kent hem als Arthur Le Pecheur. Wat hij niet weet over de Hoge Maas… dit kun je kwijt op de achterkant van een postzegel en is waarschijnlijk onbelangrijk. Arthur nodigde Remi Heymans, begenadigd feedervisser en lid van de nationale selectie, en Richard uit voor een sessie op deze onvoorspelbare Maasstrook.
We namen eerst een kijkje te Hastière. Hier nog net op Belgisch grondgebied aan de brug van Heer (linkeroever) is het in het voorjaar en de zomer erg goed vissen. Hier toonde Arthur ons een huisje dat pal aan de Maasoever staat en dat per week of maand voor vissers beschikbaar kan zijn, kijk op www.gitesdewallonie.be.
Brasem, kopvoorn en sneep en helaas in de oeverzone ook van die zwartbekgrondels. Als de Maas wat te onrustig is (stroming) kun je 500 meter verder in het aanloopkanaal naar de sluis van Hastière vissen. Vanaf oktober een echte hotspot voor dikke voorns. Dan is er nog ‘Hastière plage’, de rechteroever, een mooi gazon waar in de zomer veel families gaan picknicken en vissen. Er is zelfs een kleine speelplein en bootjesverhuur. Maar onderschat deze visplek niet, wel wat meer stroming, maar voor de vaste hengel of feeder (en voor de vrouw en de kids) een leuke plek.
Een visvergunning voor Wallonië kun je in Hastière op het postkantoor halen, maar je kunt ze ook online bestellen.
De Franse Maas bij Givet
Maar nu gaan we zelf vissen, naar mijn favoriete stek, even verder op Frans grondgebied. Arthur had niet overdreven, het was hier ‘pico-bello’: een knappe, vlakke grasstrook tot vlak bij de rivier en de auto vlak bij je. Arthur ging het met de vaste hengel proberen en Remi en ik zouden natuurlijk een voerkorf te water laten. Na al die jaren kan zo een nieuwe stek Richard nog altijd een beetje zenuwachtig maken; toen ik de draad voor de derde keer door de piepkleine oogjes van mijn hengel had gewurmd, doorbraken Arthur zijn voerballen al het gladde Maasoppervlak.
Remi zou het op 30 meter proberen, een stevige gele mix met voornamelijk casters. Een greepje kleine maden zou het hier goed doen volgens Arthur. Richard, altijd een beetje eigenwijs, koos voor een zwarte mix. De krenten in de pap waren hier ook casters en een flinke kluit geknipte wormen.
Ik ga voor sneep
Ik ging voor 45 meter. “Wat van ver komt is vaak groter, zeker met die kluit wormen” gniffelde ik. Arthur zijn voerplek werd onmiddellijk ingenomen door een bende klein spul. Alvers en minivoorntjes onderschepten het aas al tijdens het afzinken.
Op vaste hengel afstand stond zowat 4 meter water, op de feederafstand mag je er een paar meter bij tellen. De bodem was daar best grillig en ongelijk, maar dit heb ik altijd liever dan een saaie, gladde zandbodem. Het is even zoeken naar een ‘proper’ plekje, maar doorgaans tref je hier meer vis aan.
Remi wist een aantal leuke snepen te netten, ikzelf ving wat brasem. Niet echt van het slag om rode oortjes van te krijgen, maar ik was niet ontevreden. En Arthur viste zich in het zweet op dat kleine spul, dat maar niet van wijken wist.
Toch gaan we beslist terug naar Givet: verhalen van de grote meervallen die er al gevangen zijn, de flinke klappen van de roofbleien die met regelmaat Arthur zijn alverpopulatie de daver aandeed. En niet om zijn minst de heerlijke pot spaghetti die Arthur zijn vrouw Lieve ons achteraf voorzette.
Vergunningen
Een vergunning kun je in Givet bij Tony Pêche kopen, deze hengelsportzaak vind je op Route de Bon Secours. Het roofvisseizoen is gesloten van 26/01 tot 01/05, vissen uit een bootje vissen mag, maar deze zijn hier helaas niet te huur. Heb je een korte (of lange) vakantie op het oog, met aangepast verblijf: www.valdardennetourisme.com/noscommunes/givet.aspx
Voertip voor de Maas
Arthur, die hier in het circuit aardig aan zijn trekken komt, wist ons nog een voertip mee te geven waar zeker de snepen voor uit de bol gaan.
- Wielco Gold Line kanaal – 1000 gram
- Wielco Gold Line Voorn – 1000 gram
- Coco Belge (bruin cocosmeel) – 500 gram
- Donkere leem – 500 gram
In twee tijden bevochtigen en door de zeef drukken, niet te zuinig zijn met dode maden en/of pinkies onder het voer. Bij aanvang de helft als basis gebruiken en daarna met regelmaat een balletje bij werpen.