Het is frustrerend te noemen, sterker nog, het is gewoon Kilo Utrecht Tango. Ik dacht dat ik wel een beetje kon vissen, maar dit water krijg ik gewoon niet onder de knie. Dikke ruggen schuiven voorbij, maar wat ik ook probeer, de vissen negeren alles wat ik hen aanbied. Een chodje op de bodem, een drijvende korst, een trosje maden op half water, een regenworm die sexy kwispelt net over de rand van een lelieblad, niets werkt. Het lijkt wel of de vissen hier niet eten. Ik ben getergd.
Door: Rolf Bouman
Terug naar 2003
Zoals zo vaak loop ik met mijn baitcaster langs het water. Op jacht naar snoek en eventueel een grote snoekbaars. Op zo’n visdag start ik altijd op een voor mij nieuw water en eindig ik de sessie op bewezen stekken. Zo kom je nog eens wat te weten en blijft het vissen spannend en uitdagend. Heel af en toe vind ik dan een stek die mooie vis oplevert en die dan op het lijstje ‘bewezen stekken’ kan worden bijgeschreven. Zo komt het dat ik op de laatste zaterdag van mei in 2003 naar een meertje rijd dat ik op de kaart heb gezien. Bij aankomst overzie ik het geheel en zakt direct de moed mij al in de schoenen. Het is weliswaar een paar hectare, maar het staat bomvol met wier en oogt super ondiep. Zinloos om hier met een Bull Dawg te gaan smijten. Terwijl ik zit te peinzen, zie ik opeens een rug! En nog eentje en nog tien! Karper! De volgende dag ben ik terug met mijn penhengel en een zak brood.
Voor paal
De hele zomer probeer ik met enige regelmaat een vis te vangen op het meertje, maar niets lukt. Ik krijg niet eens een kans. Wel heb ik de vissen nu goed kunnen zien, het zijn stuk voor stuk goede vissen. De kleinste schat ik op 25 pond, de rest is groter. Terwijl ik op andere wateren niets fout kan doen, word ik hier gewoon voor paal gezet. Ik haak af.
2019
Zestien jaar en vele vissen later. Ik ben het meertje allang weer vergeten, nou ja, het zit misschien nog ergens diep in mijn geheugen verborgen. Stomtoevallig ben ik in de buurt van het water en besluit een kijkje te nemen. Het water staat echt laag en het wier tiert uitbundig. De vissen van toen zullen wel dood zijn, die waren toen al niet de jongste. En weer peins ik en weer gebeurt er wat er toen ook al gebeurde… Een rug! En nog tien! En nog groter, veel groter dan in 2003. Wat nu?
De Stefmeister
In oktober 2018 mocht ik met Stef Jansens van BEET magazine mee op reportage in Spanje. We bezochten daar de delta van de Ebro en visten op alles wat los en vast zat, heel gaaf.
In die vijf dagen leerden we elkaar goed kennen en wat Stef mij toen vertelde leek mij nu de uitkomst! Stef vist ook op van alles en nog wat, maar wadend vliegvissen op karper staat wel in de top 3 van zijn passies.
Aangezien we toch nog een keer samen op pad zouden gaan en dit de ideale uitdaging is, is een afspraak snel gemaakt.
De karperbol
De afspraak is dat Stef vist en ik rond het meertje loop om de vissen op te sporen. Vier lange uren staat mijn vismaat te zwiepen met zijn vliegenlat. Aan het uiteinde een soort van pluisje stof met daarin een haak, het ziet er eigenlijk niet uit.
Juist vandaag laten de vissen zich slecht zien. Slechts eentje blijft continu in de oppervlakte hangen, het is een idioot lange vis, zeker over de meter.
Maar hoe Stef ook zijn best doet, het lukt gewoon niet. Na een lauwe bak koffie en wat welgemeende scheldwoorden besluiten we dat we deze sessie niet visloos mogen afsluiten. Verslagen druipen we af.
Hoepelen
We verkassen dus naar een andere plek een kilometer of tien verderop. Stef ziet al snel een bruisplek en besluit deze keer zijn penhengel in te zetten. Dit kan nooit lang gaan duren. Ik besluit eens te gaan zwiepen met zijn vliegenlat en dat malle karperbolletje.
In een grijs verleden heb ik al eens met de vlieg gevist in Canada, maar echt goed werpen kon ik niet. Terwijl Stef als een reiger tussen het riet zit, zie ik opeens een staart van een azende vis vlak voor mijn voeten. Ik hoef niet eens te zwiepen, ik laat het langzaam zinkende bolletje gewoon zakken daar waar ik de bek van de vis verwacht. Een seconde later sta ik te ‘hoepelen’, zo’n vliegenstokje is wel even wat anders dan een 3-ponds karperpook! Mijn eerste karper op de vlieg is 5 minuten later een feit!
Wat moet, dat moet
Daar zitten we dan. Gesloopt van een dag struinen en waden. We hebben een vis gevangen en daar zijn we blij mee. Toch zit het ons dwars dat we op het meertje gewoon niets hebben kunnen haken en ook nu weer: zelfs geen kans hebben gehad. We besluiten in het diepe najaar of misschien wel de winter het nog een keer te proberen. Er moet gewoon een vis uitkomen, dat moet!