Tips en tricks: wat neem je mee bij finesse visserij?

Bart van de Walle is een streetfisher van het eerste uur. Vanaf 2010 was hij een regelmatige deelnemer aan wedstrijden in Nederland, Duitsland, Belgiƫ en Frankrijk en wist daarbij vrijwel altijd een plek bovenin te bemachtigen. Finessetechnieken met ultra light materiaal is hierbij altijd de basis geweest voor zijn succes. Ook anno 2021 zijn deze technieken nog altijd bepalend, relevant en moeten eenvoudigweg tot het arsenaal van de moderne roofvisser behoren.

Tekst: Bart van de Walle, fotoā€™s: Bart van de Walle en Nathan WattimenaĀ 

De ultralichte stadsvisserij is een simpele en snelle manier om een visje vangen. Vaak is dit baars, maar ook snoekbaars en snoek laten zich niet onbetuigd. Het zijn niet altijd monstervissen die ik vang, maar door het materiaal aan te passen kan ik ook aan deze ā€˜kleineā€™ vis een hoop lol beleven. Misschien wel het belangrijkste van ultralicht vissen is balans in het materiaal. Dat is altijd belangrijk, maar wanneer het evenwicht tussen visser en vis zo wankel is als bij het ultra light (UL) vissen is er geen ruimte voor fouten.

Ā Als je slim inpakt en goed organiseert, dan kun je terugvallen op veel technieken en tegelijkertijd licht bepakt op pad gaan.

 

Wat neem je mee voor de diverse finesse technieken?

UL ammunitie

  • Dropshotlood van 0,9 tot 4 gram
  • Slip sinkers voor de Texas en Carolina rig van 0,9 tot 3,5 gram
  • Nail sinkers voor de Neko rig 0,9 tot 2,6 gram
  • Loodhagels AA ā€“ SGG
  • Verschillende soorten loodkopjes van 0,9 gram tot 3,5 gram
  • Dropshothaken van maat 12 tot 2
  • Haken met ruime bocht voor de Neko rig in maten 1/0 tot 2
  • Offsethaken van 6 tot 2/0
  • Verschillende kleine kralen, spelden, wartels en stuitjes
  • Pilkertjes, asp spinners en bladpilkers (cicades)

 

WORMEN

Naast het kleine materiaal voor het knopen van alle rigs neem ik natuurlijk het nodige aan kunstaas mee. In mijn tas is slechts beperkt ruimte, dus moet ik kritisch zijn in mijn aaskeuze. Toch zijn er een aantal soorten kunstaas die altijd meegaan. Ten eerste shads met een twisterstaart van 4 tot 10 cm. Mijn allereerste baarzen en snoekbaarzen ving ik op de witte Mister Twister en deze doen nog steeds hun werk. Mocht ik slechts Ć©Ć©n doosje meenemen dan zou het deze zijn.

In de tweede doos slanke shads met schoepstaart tot 7,5 cm en shads met meer body tot 7,5 cm lang. Deze shads zijn perfect op een loodkop te vissen en met name de grotere en dikkere shads op een lichte loodkop leveren vaak harde aanbeten en mooiere vissen op. Wormen en kreeftimitaties neem ik ook altijd mee, zowel in de zomer als winter. Met name baars is verzot op kleine kreeftachtige shads en op sommige dagen levert dit meer vis op dan de standaard shads.

 

NO-ACTION SHADS

De inhoud van mijn laatste doos is een beetje afhankelijk van het seizoen. In de zomer is deze gevuld met kleine plugjes. Drijvend en zinkend, diepduikend en ondiep lopend. Bij hoge temperaturen houden de vissen zich vaak in de bovenste waterlaag op en kunnen dan helemaal los gaan op een snel gevist plugje. In de winter, als de vis passiever is, neem ik meer no-action shads mee. Dus shads zonder schoepstaart of twister, maar met een vorkstaart of de zogenaamde pintails.

Ook het dropshotten is natuurlijk een belangrijke techniek. Lees het volledige artikel dat in de BEET Magazine staat die nu in de winkels ligt en boordevol info staat over deze leuke manier van roofvissen!

gerelateerde artikelen

Instagram