Een nieuw seizoen: voorbereidingen
Voor velen van ons staat de start van het nieuwe visseizoen weer voor de deur. Het voorjaar komt eraan en het begint te kriebelen; je wilt maar wat graag weer naar de waterkant! Deze tijd is perfect om de spulletjes weer piekfijn in orde te maken. Niet geheel toevallig geven Jo Adriolo, Ramon Ansing en Jurgen Spierings de nodige tips voor het perfect prepareren van tuigen, elastieken en montages. Doe er je voordeel mee!
RAMON ANSING
Waar kun je de vissen in deze tijd van het jaar verwachten? Waar moet je rekening mee houden kort na de winter?
De vis zal van nature de plaatsen opzoeken waar ze zich het meest comfortabel voelen, dit kan in het midden van het kanaal zijn, maar ook vlak aan de kant onder de beschutting van bijvoorbeeld boten. Veel beschutting van oevervegetatie is er nog niet, dus voor de vis is dit geen optie. Houd hiermee rekening met het bepalen van de visafstand en zorg voor minimaal twee verschillende dieptes en/of afstanden bij aanvang van een sessie of wedstrijd. Vis gaat zo vlak na de winter op de trek naar de paaigronden. Daarmee kunnen ze letterlijk op een bepaalde plaats van de een op de andere dag compleet verdwenen zijn.
Maak je bij het feedervissen wel eens gebruik van een montage met geheel gevlochten lijn, al dan niet met een stukje ‘rek’ om de klappen op te vangen bij de dril? Wanneer komt deze montage het beste tot zijn recht?
Ik vis op korte afstand, zeg maar tot zo’n 40-45 meter, eigenlijk ‘volledig rechtdoor’. Met ander woorden: gevlochten lijnen in combinatie met een schuivende montage en voorzien van een stukje 15 cm Drennan Feeder Gum in 4 of 6 lb als schokdemper. Het voordeel is dat je de meest directe beetindicatie hebt die je kunt krijgen en je perfect kunt ‘lezen’ wat er gebeurt op de visplek, bijvoorbeeld door middel van lijnzwemmers. De Feeder Gum heeft dermate veel rek dat zelfs met een dunne 10/00 mm onderlijnen het drillen van een stevige brasem geen enkel probleem geeft, mits in combinatie met een zachte feederhengel. Zeker bij het vissen op kleinere vissen is een set-up zoals deze van onschatbare waarde. Kleine vissen bijten vaak minder overtuigend dan brasems en door het ontbreken van rek in de lijn kun je veel beter inschatten wanneer je moet reageren op een aanbeet.
Ik vis op korte afstand, zeg maar tot zo’n 40-45 meter, eigenlijk ‘volledig rechtdoor’
Er is altijd discussie als het gaat om het gebruik en nut van fluorocarbon lijnen. Hoe sta jij hierin; maak je er wel of geen gebruik van en zo ja, wanneer?
Ik gebruik eigenlijk heel graag fluorocarbon. De door mij gebruikte Drennan Supplex Fluorocarbon is erg soepel en doet bijna niks onder voor een normale nylon lijn. Ik zeg bewust ‘bijna’, want dit fluorocarbon is altijd wel iets stijver dan een standaard nylon. Het voordeel hiervan is dat de onderlijn minder snel twist tijdens het binnendraaien met de voerkorf of het vaak opnieuw inzetten met de vaste hengel. Het al dan niet onzichtbaar zijn onderwater zie ik als een extra pluspunt. Of dit bij een bodemvisserij echt een meerwaarde heeft, laat ik in het midden. Vertrouwen in een bepaald soort onderlijnmateriaal is gewoon erg belangrijk, in mijn ogen belangrijker dan het wel-of-niet onzichtbaar zijn.
Op veel wateren, vooral diepere, houdt vis zich van nature op tussen water en wind. Vooral met de feedervisserij kan dit een lastig fenomeen zijn. Welke trucs gebruik je om de vis naar de bodem te lokken en/of alsnog te vangen?
Wanneer ik dit verwacht, maak ik het liefst twee kleine bakjes met hetzelfde voer, maar verschillend qua vochtigheid. Eentje is vrij droog en de ander is vrij nat/sponzig. Hierdoor kun je op twee manieren een wolk creëren en de vis triggeren om achter de wolk aan naar beneden te duiken. Wanneer je dan een lange onderlijn monteert en vist met aas wat langzaam zakt, en als het ware in de voerwolk blijft hangen, is dan vaak een gouden combinatie. Drijvende maden zijn hiervoor perfect, maar drijvende casters of drijvende kunstmaden zijn ook zeer geschikt, al dan niet gecombineerd. Mijn voorkeur gaat overigens uit naar het natte sponzige voer, dit is namelijk geheel verzadigd en zal ook echt naar de grond zakken; heel droog voer stijgt ook voor een gedeelte op en trekt vaak kleinere vis aan. Maar geen dag is gelijk en het is gewoon een kwestie van vaak inwerpen, veel variëren met de lengte onderlijn, type voerkorf en vochtigheid van het voer. Al met al is het een hele leuke en interessante visserij!
Deze Masterclass Witvissen is afkomstig uit Beet 2 van 2021. Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste technieken en materialen voor het witvissen, neem dan een abonnement op Beet. Een abonnement op Beet vind je hier: shop.beet.nl/category/abonnementen/.