Bretonse reuzenwormen ook in de Noordzee

Bij onderzoek in de Noordzee werd een opvallend grote worm aangetroffen. Hoewel deze net als de bekende Schelpkokerworm stukjes schelp op de koker draagt, gaat het om een andere, in 2017 uit Bretagne (Frankrijk) beschreven grotere soort. Nederland is nu verrijkt met de Reuzenschelpkokerworm.

Door Eurofins AquaSense, Stichting ANEMOON, Waardenburg Ecology

Aanleiding

In het Noordzeeakkoord is afgesproken in kaart te brengen wat de effecten zijn van de ecologische veranderingen die in de Noordzee plaatsvinden. De uitwerking van dit akkoord valt binnen het MONS-programma. Binnen al lopende projecten werd onvoldoende gekeken naar de effecten die het afsluiten van een deel van het Friese Front en de Oestergronden voor bodem beroerende visserij hebben op bodemdieren (benthos). Aanvullend op die bestaande projecten (te weten MWTL en WOT) bemonsterden en analyseerden Eurofins AquaSense en Waardenburg Ecology gezamenlijk de bodemdieren voor Rijkswaterstaat. Het doel daarvan was het in kaart brengen van de huidige situatie, voordat de beide Noordzeegebieden gesloten worden.

Bijzondere wormen

Gedurende een OCEANA-trip naar de Bruine Bank in 2017 werd de Gestekelde zandkokerworm (Sabellaria spinulosa) gevonden. Dit is een belangrijke worm die riffen kan vormen. Rijkswaterstaat heeft TNO, Waardenburg Ecology en Eurofins AquaSense gevraagd te onderzoeken in wat voor habitat het dier op de Bruine Bank voorkomt en wat de ecologische waarde is van een rif op de Bruine Bank. Hiervoor zijn meerdere video-opnames gemaakt en bodemmonsters genomen. In beide MONS-onderzoeken werd onverwacht ook een heel andere opvallende worm gevonden. Deze soort, de Reuzenschelpkokerworm (Loimia ramzega), was niet alleen aanwezig in enkele bodemdierenmonsters van het Friese Front en de Bruine Bank, maar werd ook veelvuldig waargenomen op de videobeelden van de Bruine Bank.

Aparte nieuwe soort: de Reuzenschelpkokerworm

Na een tip van een Franse collega dat hij wel hele rare kokers had zien uitsteken uit het zand van een Bretons strand, groeven Franse onderzoekers een aantal kokers uit. Ze vonden wormen die wel 65 centimeter lang waren. Vervolgens beschreven zij deze nieuwe Polychaete mariene worm in 2017 als nieuw voor de wetenschap en noemden de soort Loimia ramzega naar zijn gigantische formaat. De soortnaam ramzega is afgeleid van ‘ramzeg’, hetgeen in het Bretons reus betekent. De onderzoekers suggereren dat de Bretonse exemplaren mogelijk exoten zijn, omdat de wormen zijn ontdekt in een gebied dat al langer goed onderzocht wordt. Wel bleek later dat er begin 19e eeuw al een grote soort beschreven was van de Engelse zuidkust. Dat 40 centimeter lange dier kreeg de toepasselijke naam Terebella gigantea. Omdat die omschrijving niet geheel volledig was, viel echter niet met 100 procent zekerheid te zeggen of het om dezelfde soort ging.

Links: de Reuzenschelpkokerworm in zijaanzicht (boven) versus de Schelpkokerworm in onderaanzicht (onder); rechts: Reuzenschelpkokerworm, geconserveerd exemplaar op de hand van de eerste auteur, Bruine Bank (Bron: Ton van Haaren)
Links: de Reuzenschelpkokerworm in zijaanzicht (boven) versus de Schelpkokerworm in onderaanzicht (onder); rechts: Reuzenschelpkokerworm, geconserveerd exemplaar op de hand van de eerste auteur, Bruine Bank (Bron: Ton van Haaren)

Herkenning

De koker van de Reuzenschelpkokerworm bestaat uit schelpstukken die veel grover zijn dan bij de (gewone) Schelpkokerworm (Lanice conchilega). Bovendien is de koker veel steviger, nauwelijks buigzaam en ontbreken de kenmerkende filamenten aan het uiteinde van de koker. De koker van de Schelpkokerworm bestaat vaak voornamelijk uit zand met meer of minder tot nauwelijks schelpstukjes. Er komen daarentegen ook kokers voor die bijna geheel uit schelpstukken bestaan. Die lijken daarmee weer sterker op die van de Reuzenschelpkokerworm. De kokers van de beide soorten steken een klein stukje uit het sediment. Bij de gewone Schelpkokerworm vallen daarbij de typische vertakte filamenten aan de kopse kant erg op. De worm die in de koker leeft, vertoont sterke gelijkenis met de Reuzenschelpkokerworm, maar verschilt daarvan in kleine details die alleen onder een goede microscoop te zien zijn. Beiden hebben drie paar struikvormige kieuwfilamenten en één paar kleine lobben net achter de kop en ook een paar grotere lobben aan de onderzijde van de kop. Het belangrijkste verschil zit in de vorm van de borstels aan de zijkant van het lijf (de buikpoten ofwel neuropodia). Die van de Reuzenschelpkokerworm zijn kamvormig met vrijwel gelijkvormige tanden, terwijl er bij de schelpkokerworm een hele grote tand zit met daarboven een aantal kleinere tanden. Verder lijkt het erop dat bij levend materiaal de buik in het voorlijf van de Reuzenschelpkokerworm veel roder en breder is dan die van de Schelpkokerworm.

Boven: de Reuzenschelpkokerworm (Loimia ramzega) voorzijde onderkant (linkerfoto) en borstels (rechterfoto). Onder: (gewone) Schelpkokerworm (Lanice conchilega) voorzijde onderkant (linkerfoto) en borstels (rechterfoto). Zie ook de maatverdeling (Bron: Ton van Haaren)
Boven: de Reuzenschelpkokerworm (Loimia ramzega) voorzijde onderkant (linkerfoto) en borstels (rechterfoto). Onder: (gewone) Schelpkokerworm (Lanice conchilega) voorzijde onderkant (linkerfoto) en borstels (rechterfoto). Zie ook de maatverdeling (Bron: Ton van Haaren)

Door elkaar gehaald?

Het is goed voor te stellen dat in het verleden relatief kleine exemplaren zonder koker maar met de bouw van de (gewone) Schelpkokerworm met drie paar struikvormige kieuwfilamenten al snel voor die soort werden aangezien. Zeker als er geen aandacht werd gegeven aan de vorm van de borstels. Mogelijk is de Reuzenschelpkokerworm mede om die reden nooit eerder uit Nederland gemeld. Van de Schelpkokerworm wordt vermeld dat ze tot 30 centimeter lang kunnen worden, terwijl de Reuzenschelpkokerworm veel groter wordt. Maar alle wormen beginnen klein en het is niet zeker of waarnemingen van 30 centimeter grote Schelpkokerwormen inderdaad tot die soort behoorden. Wanneer je met een echt groot exemplaar van de Reuzenschelpkokerworm te maken hebt, kan er geen twijfel over de soort bestaan. We hebben in Nederland geen andere kokerworm die zo groot wordt en ook zo breed is.

Boven het sediment uitstekende koker van de Schelpkokerworm (Lanice conchilega) met zijn typische filamenten (Bron: Marion Haarsma)
Boven het sediment uitstekende koker van de Schelpkokerworm (Lanice conchilega) met zijn typische filamenten (Bron: Marion Haarsma)

Wijdere verspreiding

Dat de verspreiding van de Reuzenschelpkokerworm groter is dan gedacht, is wel duidelijk. Deze soort is niet alleen beperkt tot het Engelse Kanaal, maar komt ook verspreid voor in de Nederlandse Noordzee. Ondertussen hebben Duitse onderzoekers het dier ook al waargenomen in het Duitse deel van de Noordzee. Dat zo’n grote opvallende worm in een kort tijdsbestek op meerdere plaatsen wordt gevonden wekt de indruk dat het om een recente immigrant gaat. Dat geldt in elk geval voor de vondsten van de Reuzenschelpkokerworm in Nederland, omdat die ontdekt werden op het Friese Front en de Bruine Bank, twee vrij goed onderzochte delen van de Noordzee. Beide gebieden staan niet bekend om het voorkomen van exoten. Toch kunnen we andere opties op dit moment niet helemaal uitsluiten. Er zijn historische waarnemingen aan de Engelse kust en het Skagerrak van gelijkende soorten. Misschien is de Reuzenschelpkokerworm wel steeds over het hoofd gezien of aangezien voor de (gewone) Schelpkokerworm. Om zeker te zijn zullen meer gegevens verzameld moeten worden en dient oud materiaal (van bijvoorbeeld MWTL) opnieuw bekeken te worden. Binnenkort zal een deel van het materiaal van de Bruine Bank genetisch worden vergeleken met het Franse en Duitse materiaal en komt er misschien meer duidelijkheid. En misschien duikt het historische materiaal nog een keer op in een verborgen deel van een museum. Welke wetenschappelijke naam er dan moet gelden is weer een andere vraag.

Kustgebied

Of we de Reuzenschelpkokerworm ook in het zeer nabije kustgebied of/en aangespoeld op onze stranden kunnen verwachten, is op dit moment nog niet duidelijk. Uitgesloten is het zeker niet. Stichting ANEMOON gaat de vrijwilligers van het aanspoelselmonitoringproject vragen voortaan ook op deze soort te letten.

Dankwoord: Rijkswaterstaat en TNO worden bedankt voor het beschikbaar stellen van de in hun opdracht verkregen data. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit natuurbericht.

Tekst: Ton van Haaren, Stichting ANEMOON, Eurofins AquaSense; Rianna Vlierboom & Lies Leewis, Eurofins AquaSense; Joël Cuperus & Dirk Kruijt, Waardenburg Ecology; Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON
Foto’s: Rianna Vlierboom (leadfoto: deel van de grote nieuw in de Noordzee aangetroffen, bijna vingerdikke Reuzenschelpkokerworm, verwijderd uit de lange koker; Ton van Haaren; Marion Haarsma
Bron: www.naturetoday.com

gerelateerde artikelen

Instagram