De geschiedenis van het feedervissen

Als we spreken over de internationale wedstrijdvisserij van de afgelopen 15 jaar, dan is zonder twijfel de grootste ontwikkeling de opkomst van de feedervisserij. Dat begon 9 jaar geleden, toen er voor het eerst een apart WK feedervissen werd georganiseerd. Inmiddels is dit uitgegroeid tot het tweede grootste kampioenschap. Ik zou er totaal niet van staan te kijken als dit kampioenschap doorgroeit naar het grootste kampioenschap van allemaal.

Door Jan van Schendel

De tekst komt uit het boek van Jan van Schendel uit 2016

 

De reden voor dit alles is eigenlijk heel simpel. Feedervissen is relatief goedkoop en bovendien enorm doeltreffend. Of het nu stroomt of waait; onder alle omstandigheden kun je het aas aan de haak stil tegen de bodem aanbieden, vlakbij de plek waar ook wat voer ligt. Nou, probeer dat maar eens net zo effectief te doen met de vaste stok of, nog erger, met een match- of bolo-hengel. Bovendien kun je de vissen bereiken op visafstanden die absoluut onbereikbaar zijn met welk ander vistuig ook.

Met name in Midden- en Oost Europa, waar heel veel stromende wateren zijn, is het feedervissen enorm in ontwikkeling. Maar ook buiten Europa, zoals in Zuid-Afrika spreekt deze visserij bijzonder aan. Feedervissen is daar vele malen meer populair dan ons klassieke vaste hengel vissen. Het zal niet lang meer duren totdat ook in dat werelddeel ‘zone-kampioenschappen’ tussen verschillende landen georganiseerd gaan worden; zo zal het feedervissen straks heel waarschijnlijk meer internationaal zijn dan welke andere discipline in de wedstrijdvisserij dan ook.

 

In 1980

Al deze ontwikkelingen zijn deels begonnen doordat het feedervissen internationaal erkend is door het organiseren van een wereldkampioenschap. We hebben het dan over een tijdspannen van de afgelopen 10 jaar. Toch was het feedervissen in Nederland al veel langer populair. Je zou kunnen zeggen dat wij het eerste land op het Europese vasteland waren waar met de feeder werd gevist. België volgde vrijwel meteen; ons wedstrijdcircuit is nu eenmaal met elkaar vermengd. Met name in die eerste ‘feeder-jaren’ kwamen veel Belgen naar Nederland om aan onze wedstrijden mee te doen.

Het feedervissen is in Nederland ontstaan in 1980. In het jaar daarvoor was er een serie wedstrijden in waarbij een aantal van de finalisten zich kwalificeerden voor het meedoen aan een heus Iers Visfestival: het Fermanagh Bass Festival. Ik was zelf een van de gelukkigen die deze trip meemaakten, hoewel ik daar zelf heel weinig van het feedervissen heb gezien.

Bij dit festival waren alle vismanieren toegestaan en zo ook het feedervissen. Dat feedervissen bleek bijzonder doeltreffend en met name de meegereisde journalisten waren lyrisch over deze nieuwe techniek. Er waren ook enkele hengelsportwinkeliers betrokken bij deze reis. Toen Pierre Bronsgeest, destijds hoofdredacteur van Beet,  en Jaap Muda, de toenmalige eigenaar van Wout van Leeuwen Hengelsport, de visserij beginnen te promoten en naar Nederlands maatstaven producten werden ontwikkeld, was de geboorte van het feedervissen bij ons een feit.

Op naar wedstrijden in  Groot-Brittannië en Ierland.

Het duurde daarna niet lang voordat er ook bij ons ‘open wedstrijden’ werden georganiseerd. In eerste instantie vooral nog in het westen van Nederland; daarbij werden vaak vangstgewichten behaald waar we vroeger alleen maar van konden dromen.

Als wedstrijdvisser zag ik meteen deze nieuwe ontwikkelingen. Bovendien moest ik het feedervissen wel onder de knie zien te krijgen, want ik viste vaak wedstrijden in met name Ierland; daar was dat feedervissen zowat de meest beoefende vismanier.

Pas later besefte ik dat Nederland zo ongeveer het Mekka was voor het feedervissen. Met onze vele brasems (in die jaren was er een soort van brasemexplosie) en de vele grote, open wateren waarbij er altijd een hoop waterbeweging was. moest dat feedervissen wel de absolute nummer 1 vismanier gaan worden. Nou, dat is ook precies wat er is gebeurd sindsdien. In heel veel andere landen ligt dat trouwens heel anders en dat heeft vooral te maken met het aanwezige visbestand en simpelweg de visomstandigheden. Uiteraard is het feedervissen vooral gebaseerd op een bodemvisserij en dus op bodem azende vissen.

Later ontstond er wel belangstelling voor deze visserij. Zo werkte ik jarenlang maandelijks samen met een Frans hengelsportblad, Declic Peche, waarbij het altijd ging om het feedervissen. Frankrijk kent overigens ontelbaar veel viswateren waarbij het feedervissen bij uitstek de beste vismanier is en dan zijn de ontwikkelingen uiteindelijk absoluut niet tegen te houden.

Feedervissen op de Ierse festivals.

Groot-Brittannië

Zoals bijna altijd komen de ontwikkelingen overgewaaid vanuit Groot-Brittannië, maar het gekke is dat de feedervisserij daar nooit zo overheersend is geweest als bij ons. Daar was het gewoon één van de mogelijke vismanieren, niet meer en niet minder. In Nederland werd het feedervissen tijdens vrijwel alle open wedstrijden volledig overheersend. Ik ken dan ook heel wat top-wedstrijdvissers die niet eens meer een vaste stok of match-hengel bezitten! Waarom zou men? Alle open wedstrijden worden toch beslist met het feedervissen.

Als wedstrijdvisser vind ik dat weleens jammer. Ik ben altijd een voorstander geweest van open wedstrijden. Dat neemt niet weg dat misschien het systeem van gescheiden wedstrijden, zoals je ziet in de meeste andere landen, ervoor zou hebben gezorgd dat er in ons land nu meer dobbervissers overgebleven zouden zijn.

Om nog even op Groot-Brittannië, en dan met name Engeland, terug te komen; sinds er internationale kampioenschappen worden georganiseerd is het feedervissen daar enorm in populariteit toegenomen. Ook daar worden feederwedstrijden georganiseerd, waardoor je een specialisme binnen het wedstrijdvissen krijgt.

Feederen in Rotterdam.

Als je het feedervissen nu onder de loep neemt, dan blijkt dat wij ons heel vaak moeten aanpassen tijdens internationale kampioenschappen. Het is natuurlijk prachtig dat wij allemaal 90 of misschien wel 100 meter ver kunnen werpen, maar wat heb je eraan wanneer je beseft dat we sinds de geboorte van het WK feedervissen zelden verder dan 50 meter hoeven te vissen. Bovendien zie je heel vaak dat er gevist dient te worden op wat wij ‘kleine vis’ noemen

In ons gedeelte van Europa hebben we natuurlijk veel brasems, maar er zijn zo ook landen waar je nooit een brasem zult tegen komen. Afgelopen jaar tijdens het WK feedervissen in Portugal werd Italië vooral wereldkampioen door het vissen op alvers. Het jaar daarvoor speelden katvisjes een grote rol. Al met al zijn er meer WK’s beslist met visafstanden tot 15 meter, dan de feedertechniek die wij gewend zijn!

Je ziet overigens steeds meer topvissers die zich bekwamen in het feedervissen. Alle Britse topvissers hebben de feedervisserij onder de knie, maar je ziet ook steeds meer hetzelfde fenomeen elders in Europa, dat is begrijpelijk natuurlijk!

Feedervissen is erg leuk om te doen en iedere wedstrijdvisser zal toch geïnteresseerd zijn om zo doeltreffend mogelijk te kunnen vissen. Ik hoor in ons land heel vaak dat ‘je maar één ding goed kunt doen’. Nou geloof me, je kunt heel veel leren uit het feedervissen. Dit zal je ook helpen bij de dobbervisserij, en andersom  trouwens ook. Bovendien, een echte visser is toch automatisch geïnteresseerd in alle aspecten van zijn sport? Een ding is zeker: het feedervissen heeft nog lang niet de top van zijn populariteit bereikt, neem dat gerust van mij aan!

De meest doeltreffende techniek,

 

BOEK JVS

Voor witvislegende Jan van Schendel gaat vissen verder dan passie. In zijn rijk geïllustreerde boek ‘VISSEN mijn passie, mijn leven’ veel aandacht voor het vroeger & nu. Prachtig om te zien hoe in Nederland het wedstrijdvissen tot ontwikkeling kwam met destijds compleet andere regels. O.a. verkrijgbaar bij Raven.nl en Bol.com.

 

gerelateerde artikelen

Instagram