In de zomermaanden en het najaar zie je, zeker wanneer je op een kade of dijk rondkijkt op zoek naar een stek, geregeld jonge visjes in schooltjes rondzwemmen. Deze zwemmen altijd in de nabijheid van een goede schuilplaats, zoals pijlers, steenstort, basaltblokken of kademuren. Ze voelen zich er veilig, maar zijn ze dat ook wel? Er liggen immers altijd rovers op de loer, zoals makreel…

 

Tekst & foto’s: Martijn Dekkers

 

Dieet van visjes

Bijna alle vissen langs de Nederlandse kust zijn rovers en het grootste gedeelte van hun dieet bestaat uit juveniele visjes. Die rovers weten uitstekend waar ze moeten zijn om hun buiken rond te eten. Je kunt er dus gif op innemen dat ze ook in de buurt van deze scholen kleine vis verblijven of dat ze hier regelmatig op bezoek komen.

Licht bepakt, veel heb je niet nodig… 

 

Lekker licht

Een van die rovers is onze makreel. De makreel is een van de toppers uit de Noordzee! Waarom? Hij is niet moeilijk aan de haak te krijgen, heeft de vechtlust van een tonijn, is zeer smakelijk en zwemt altijd in groepjes of zelfs hele scholen!

Wie wil genieten van een makreel vist lekker licht. Met een licht spinhengeltje, een klein molentje dat gevuld is met een nylon lijntje vanaf 18/00 of een gevlochten lijn vanaf 8/00. Verder wat aas en een koffertje met kleinmateriaal; dat is eigenlijk alles wat je nodig hebt voor het vangen van een makreel.

In dat koffertje stop je wat dobbertjes tot 20 gram, wat haakjes maat 2 of 4, stoppertjes, kraaltjes, een schaartje en onderlijnmateriaal van 30/00 nylon of fluorocarbon. Een handdoek, emmer en fileermes zijn ook erg nuttig.

 Een aanlegkade met open verbinding naar groot zout water, ideaal beginpunt.

 

Havens

Havens zijn veruit mijn favoriete makreelstekken. Ze zijn diep, hebben veel schuilplaatsen voor de jonge visjes en kennen weinig stroming. Een must is wel dat de haven een open verbinding moet hebben met zee of een ander groot zout water met open verbinding naar zee.

 

 Gewoon lekker licht met één haak: een makreel van 30 tot 40 cm geeft dan supersport!

 

Zichtjagers

Makrelen kun je verwachten in alle waterlagen. Zoeken naar de juiste diepte is dan ook van groot belang. Vandaar dat we de dobber schuivend bevestigen. Aan de wartel onder de dobber komt een onderlijn van 1,50 meter met onderaan de haak. Persoonlijk vis ik het liefst met glimmende haken, makrelen zijn immers echte zichtjagers die iets dat glimt op grote afstand zien schitteren. Als aas gebruik je het beste een reepje vis, liefst van verse makreel. Kun je daar niet aankomen pak dan een verse forel of een zager. Heb je eenmaal makreel gevangen, gebruik die dan als aas.

 

 Veel materiaal heb je niet nodig, maar zorg wel voor een scherp mes om slanke visstripjes mee te snijden. Wanneer je één makreel hebt gevangen, levert dat voldoende visreepjes op voor de hele dag. 

 

Dieper of ondieper

De meeste makrelen vangen we binnen een straal van 20 meter van de kades of andere obstakels. Dat is niet ver nee. De diepte waarop we beginnen met vissen is een inschatting, op half water is perfect om mee te beginnen. Na een half uurtje nog geen aanbeet? Ga dan wat dieper of ondieper. Geef niet te snel op want heb je ze eenmaal gevonden dan heb je er zo een paar te pakken. Is het echt niets, dan verhuis je naar de andere kant van de haven, of je zoekt een andere stek. Houd wel goed in je achterhoofd dat makrelen altijd in beweging zijn – ze zwemmen dus constant rondjes in de havens, en vandaar dat aanbeten vaak ook in vlagen komen.

Nog steeds denken veel vissers dat jagende makrelen altijd gepaard gaat met geweld aan de oppervlakte en duikende meeuwen, maar dat is absoluut niet zo. Dat gebeurt enkel wanneer ze de aasvissen naar het oppervlak drijven. De meeste vreetpartijen vinden gewoon plaats ruim onder het oppervlak en daar merkt niemand iets van.

En als het donker wordt; de horsmakreel!

 

Vers in de pan

Getij speelt een geringe rol in de havens, ga dus wanneer het je uitkomt. Ochtenden en avonden zijn de beste tijden. Wanneer het echt donker is, stoppen de makrelen met jagen. Maar niet getreurd, zijn ‘neefje’ de horsmakreel voelt zich prima thuis in het donker en neemt het stokje niet zelden over.

Neem je makreel mee naar huis, maak ze binnen het half uur schoon (ook de kieuwen verwijderen) en leg ze direct koel. Alleen dan komen ze vers in de pan terecht.

 

Dit Artikel van Toen verscheen eerder in Zeehengelsport nummer 373.