Officieel kent Nederland vier seizoenen, maar binnen de zeevisserij tellen we er eigenlijk maar twee; het zomerseizoen en het winterseizoen. Beide met een geheel eigen karakter, eigen vissoorten en een geheel eigen groep vissers. Wintervissers hebben het vooral gemunt op schar, kabeljauw en wijting. Van die drie is de wijting tegenwoordig met stip de nummer één vissoort in de winter, ook al is dat wel eens anders geweest…

Door Martijn Dekkers

Zeker, je hebt fervente zomervissers, die vooral mikken op tong, zeebaars, haai en wat andere zomervissen. En je hebt de vissers die het liefste de wintervissen vangen. Jaren geleden was de wijting in het rijtje schar, kabeljauw en wijting een ondergewaardeerde vissoort, in de volksmond de ‘vis voor de poes’. Die tijd werd er vanaf de stranden vooral op kabeljauw gevist en was de wijting bijvangst. Tegenwoordig zijn de rollen omgedraaid. Wijting is het hoofddoel en wie heel veel geluk heeft vangt een kabeljauw!

Ze eten de hele dag door en ze groeien dan ook als kool!

Ze eten de hele dag door en ze groeien dan ook als kool!

Groeien als kool

Wijtingen behoren tot de orde van de kabeljauwachtigen. Ze lijken er ook behoorlijk veel op, alleen het kenmerkende baarddraadje ontbreekt bij de wijting. Zelfs de smaak komt aardig overeen met die van de kabeljauw. Echt kieskeurig zijn ze niet te noemen in hun dieet. Dit bestaat uit garnalen, kleine krabbetjes, wormachtigen en kleine visjes. Hoewel je ze in de zomer ook wel eens tegen komt, vooral bij het bootvissen, komen ze pas massaal onder de kant wanneer het zeewater begint af te koelen. Eind oktober is een goede richtlijn om aan het vissen op wijting te gaan denken. Opvallend is dat je vroeg in het seizoen veel kleine en te dunne exemplaren vangt, maar dat verandert snel na verloop van tijd. Mits er een beetje stroming in het water staat denken ze voornamelijk aan eten, de hele dag door, en ze groeien dan ook als kool! Wie regelmatig achter de wijting aan gaat kan ze bij wijze van spreken wekelijks zien groeien. De maximummaat ligt rond de 70 cm, maar dat is een zeldzaamheid, die je in ons land echt niet gaat tegenkomen. De grootste wijtingen worden meestal boven de wrakken gevangen.
Vissen van 25 cm worden in Nederland gezien als gemiddeld, bij de 30 cm zijn het mooie vissen, bij 35 cm is het een kneiter en boven de 40 cm zal niet iedereen je meer geloven… Toch kan het wel degelijk – ook vanaf de kant!

Eind oktober is een goede richtlijn om aan het vissen op wijting te gaan denken

Diep water

Vanaf de kant heb je legio mogelijkheden om wijting te vangen. De meeste vissers vissen vanaf het strand en dan het liefst in het donker. Niet geheel onlogisch, wijtingen azen vooral wanneer de duisternis zijn intrede doet, veel licht in het water wordt door wijtingen niet gewaardeerd. Het is net of er een knop omgaat, je staat uren voor niets te vissen en plots, wanneer de lichtintensiteit beduidend afneemt, is het raak en vang je de ene na de andere wijting.
Vissend vanuit de boot worden de gehele dag door wijtingen gevangen, zelfs bij zonnig weer. De verklaring hiervoor is dat bootvissers op dieper water vissen. Hoe dieper het water, des te minder zonlicht doordringt tot de bodem. Wil je vanaf de kant lekker overdag op wijting vissen dan moet je dus op zoek naar dieper water. Je kunt dan denken aan stranden waar de vaargeul dichtbij de kust ligt, zoals dat in Vlissingen het geval is. Of de noordzijde van de Westerschelde bij Ritthem. Beide zijn goede wijtingstekken. Maar wil je echt goed wijting vangen overdag, bezoek dan eens een zoutwaterkanaal! Zoutwaterkanalen staan in verbinding met de zee, gescheiden door een sluis. Meestal zijn het saaie, monotone wateren, maar wel diep. En dat is wat we zoeken…

Grote scheepskanalen met veel diepgang hebben de voorkeur.

Grote scheepskanalen met veel diepgang hebben de voorkeur…

Grote scheepskanalen met veel diepgang hebben de voorkeur…

Het Calandkanaal is een heel bekend kanaal voor de wijtingvisserij. Iedere zeevisser in het ‘westen’ van Nederland is wel eens neergestreken op de landtong van Rozenburg en heeft hier een poging op de wijting gewaagd. Het is gewoon een prima kanaal voor deze visserij, maar door het ontbreken van een sluis staat er wel wat stroming én er liggen stenen onder de kant. Zeker voor minder ervaren vissers kan dit wel eens lastig zijn.
Een ander kanaal is het Noordzeekanaal (NZK). Dit 21 kilometer lange kanaal begint bij de sluizen van IJmuiden en is zelfs tot ver over onze landgrenzen bekend. Het is ruim vijftien meter diep en wijting kan hier heel de dag door gevangen worden. Stekken zijn er in overvloed te vinden, geen wonder dat dit zo’n populair zeeviskanaal is. Door de bereikbaarheid, de hoeveelheid vis en de geringe stroming is dit een favoriet kanaal bij vele vissers.

Misschien wel het beste kanaal om grove wijting te vangen…

Misschien wel het beste kanaal om grove wijting te vangen…

Zeevissers zijn hier vooral te vinden op de eerste kilometers van de sluis die het kanaal afsluit van de Westerschelde.

Zeevissers zijn hier vooral te vinden op de eerste kilometers van de sluis die het kanaal afsluit van de Westerschelde.

Gent – Terneuzen

In het zuiden des lands ligt een vergelijkbaar kanaal, het kanaal van Gent naar Terneuzen. Waarom weet ik niet, maar bekend is dit kanaal niet echt. De vangsten worden over het algemeen goed stil gehouden, maar vangen kun je er heel goed! Wellicht is dit zelfs het beste kanaal van Nederland om grove wijtingen te vangen. Ik heb niet veel 40+ wijtingen vanaf de kant gevangen zien worden, maar sinds ik dit kanaal heb ontdekt is dat helemaal veranderd. Opvallend hier zijn ook de mooie ronde buiken, ten teken dat er veel voedsel in het water aanwezig is.
Het kanaal van Gent naar Terneuzen is 32 km lang en ligt voor de helft in België. Zeevissers zijn hier vooral te vinden op de eerste kilometers van de sluis die het kanaal afsluit van de Westerschelde. Verderop in het kanaal wordt het water te zoet – dit is uiteraard sterk afhankelijk van de hoeveelheid regen die er valt. Valt er weinig regen dan trekt het zoute water verder landinwaarts. Valt er veel regen dan dien je wat dichter bij de sluis van Terneuzen te blijven zitten. Wanneer het dagen achtereen regent, stel dan je sessie uit, want veel meer dan wat botten en een verdwaalde wijting zul je niet gaan vangen.

Het kanaal van Gent naar Terneuzen is een kanaal met super toegankelijke stekken. Op de meeste plaatsen kun je de auto gewoon recht achter je laten staan. Je hebt er lange hoge kades waar je prachtig kunt zitten. Op andere stekken staat je steun op een graskant en zit er enkel een fietspad tussen de auto en je hengels, materiaal sjouwen is er dus niet bij.
Wel dien je op de betonnen kades rekening te houden met het feit dat je op een aanlegkade staat. Af en toe leggen hier grote boten aan, zeker in het weekend. Dan dien je zonder mokken op te schuiven, want jij staat immers op hún kade, en niet andersom.

Vissen op dit kanaal betekent zoeken.

Vissen op dit kanaal betekent zoeken.

Niet te zuinig met aas.

Niet te zuinig met aas.

Waterverplaatsing

Vissen op dit kanaal betekent zoeken! Je werpt niet klakkeloos zo ver mogelijk. Je probeert in te schatten waar de vaargeul zich bevindt, waar deze begint en waar deze eindigt. Het beste is dit te zien wanneer twee boten elkaar passeren. Werp een hengel aan het begin van de vaargeul en een aan het einde van de vaargeul. Vaak hangen de wijtingen rond het begin van het talud. Blijven aanbeten hier uit, werp dan een hengel in het midden en een vóór de vaargeul op ondieper water. De wijtingen kunnen zich immers overal ophouden, zeker wanneer je in de donkere uurtjes vist. Wie na een uurtje geen aanbeet heeft gehad, kan er van uit gaan dat de vis er niet zit. Honderd meter opschuiven kan dan al verschil maken.
Krijg je op een stek regelmatig beet, blijf dan zitten. De vissen zitten er wel degelijk en ook al vang je ze nog niet of niet veel, ze gaan komen. Dat heeft vooral te maken met de stroming, of beter gezegd het ontbreken hiervan, daardoor azen de wijtingen niet de gehele dag. Wanneer er een grote boot de sluis in- of uitgaat, worden de aanbeten opvallend feller en de vangst ook beter. Ook wanneer er boten voorbij varen is dit het geval. De waterverplaatsing die gepaard gaat met het schutten of voorbij varen van grote boten zorgt voor behoorlijk wat stroming en daar reageren de wijtingen direct op.

Varieer met wapperlijnen en onderlijnen met afhouders

Varieer met wapperlijnen en onderlijnen met afhouders.

Ankerlood is niet nodig op kanalen.

Ankerlood is niet nodig op kanalen.

Gekleurde kunststof afhouders met kraaltjes voor de haak.

Gekleurde kunststof afhouders met kraaltjes voor de haak.

Door het ontbreken van hevige stroming kun je wel lekker licht vissen. Met een strandhengel kun je hier prima terecht, maar een feederhengel is net wat leuker – die keuze is aan jou. Het lood dat je gebruikt hoeft niet zwaarder te zijn dan 100 gram. Wil ik helemaal aan de achterste rand van de vaargeul vissen dan grijp ik nog wel eens naar een 130 grams lood. Dat is dan puur om wat verder te werpen en om mijn lijn gemakkelijker strak te kunnen zetten op die afstand. Nylon en gevlochten lijnen zijn beide prima te gebruiken en een voorslag is overbodig, op dit kanaal ligt nagenoeg geen rommel waarop je de lijn kunt doorschuren of waarin je vast komt te zitten.

Ook wijtingen spugen het aas uit wanneer ze het zaakje niet vertrouwen

Wapperlijnen

De onderlijnen kunnen wel doorslaggevend zijn. Neem altijd wat verschillende lijntjes mee en probeer ze ook uit! Standaard vis ik één hengel met een wapperlijn en een met een lijn voorzien van afhouders. De wapperlijnen heb ik in variërende lengtes bij me. Zowel de staande lijn als de aaslijntjes verschillen in lengte. Wapperlijnen variëren in staande lijn van 120 tot 260 cm. Met deze lengtes kun je je aaslijntjes wat compacter bij elkaar zetten of juist wat verder uit elkaar aanbieden, zodat je ook wat hoger van de bodem kunt vissen.
In de lijnen met afhouders valt enorm veel te variëren! Zo heb ik allerlei gekleurde kunststof afhouders, stalen afhouders in verschillende diktes en diverse lengtes. Wijtingen reageren wel degelijk op kleur, rood is favoriet, maar ook weer niet iedere dag. Blijf dus variëren!
Krijg je op een bepaalde onderlijn duidelijk meer aanbeten dan op een andere, schakel dan direct over naar twee hengels met de betreffende onderlijn. Heb je het gevoel dat je meer beet krijgt dan dat je vangt, zoek dan de oplossing in je haakkeuze. Iedere haak heeft zijn eigen eigenschap. Probeer eens een maatje groter of kleiner, het kan net wat beter haken of wat verder naar binnen gewerkt worden. Een geheel ander model haakje kan ook. Ook wijtingen spugen het aas uit wanneer ze het zaakje niet vertrouwen, haakjes met een ‘gezette’ steel zijn moeilijker naar buiten te werken. Ieder detail kan het verschil maken!
Een ander onmisbaar item in mijn tacklebox zijn de zachte fluorkralen in verschillende maten en kleuren. Deze schuif je over de haak op de lijn – en er weer vanaf als het moet. Ze zorgen voor extra attractie van het haakaas, vooral omdat ze een fluorescerende werking hebben die ontzettend opvalt onder water. Ze zijn ook nog eens herbruikbaar, dus minder milieubelastend.

Wanneer je in de donkere uurtjes vist, kunnen ze overal zitten.

Wanneer je in de donkere uurtjes vist, kunnen ze overal zitten.

Gebruik extra attractie voor de wijting!

Gebruik extra attractie voor de wijting!

Redelijk strak

Na het werpen draai ik de lijn strak, ‘redelijk’ strak. Wijtingen azen niet per definitie strak tegen de bodem; ze azen ook in hogere waterlagen. Wanneer de lijn slap zou hangen, bied je alle haken tegen de bodem aan en dat wil je dus niet! Tijdens het vissen laat ik de lijn niet continu strak staan, het slap hangen van de lijn zorgt er voor dat het aas wat extra in beweging komt. Meteen wanneer je de lijn slap hangt of juist weer terug strak draait kun je een aanbeet verwachten. Een beetje met de lijn ‘spelen’ is het devies.

Je kunt op dit kanaal dikke exemplaren tegenkomen!

Je kunt op dit kanaal dikke exemplaren tegenkomen!

Wees niet bang om flink aas aan te zetten op dit kanaal, er zitten immers wijtingen van een formaat waar je hoofdletter U tegen zegt. Deze rakkers staan erg hoog op mijn verlanglijstje wanneer ik een trip richting Terneuzen plan, daar richt ik me volledig op. Twee kleine pieren, een grote pier, een dikke zager, een combinatie ervan: het kan allemaal, als het maar flink is. Een reepje makreel of haring is ook een goede keuze, ook daar worden grove wijtingen op gevangen. Van een grote hap komt extra veel geur af en het valt vele malen beter op dan een klein aasje. Het vangen van ondermaatse wijtingen kun je niet uitsluiten, ook die vang je gewoon tussendoor. Iedere wijting die de 27 cm passeert mag je meenemen voor consumptie, dat is de wettelijke maat voor geheel Nederland.
Het is wel gebleken dat grote wijtingen beter reageren op grotere porties aas! Ook vissoorten zoals bot, schar, meun en een scholletje komen regelmatig boven, maar de hoofdmoot vormt hier toch wel de wijting. Af en toe buigt je hengeltop flink door, het lijkt haast wel een aanbeet van een gul, maar die zitten hier niet. Het vermoeden is dat dit snoekbaarzen betreft, wellicht dat die een gehaakte wijting proberen te stelen.

Ze lusten veel verschillende aassoorten!

Ze lusten veel verschillende aassoorten!

Iedere wijting die de 27 cm passeert mag je meenemen voor consumptie

Schepnet en touw

Op kanalen met hoge kades heb ik meestal een schepnet bij me. Die dikke, grote wijtingen waar je het op gemunt hebt, wegen behoorlijk wat en vallen met het ophalen nog wel eens van de haak. En dat is niet echt leuk. Scheppen is dus geen overbodige luxe op dit water. Ook is het aan te raden een emmer met een lang touw mee te nemen. Vanaf de hoge kades is het anders onmogelijk water te scheppen.

Deze flinke jongens kom je ook op de kanalen tegen!

Deze flinke jongens kom je ook op de kanalen tegen!

Vispas mee

Tot slot wil ik je ook aanraden rustig binnen te draaien wanneer je een wijting gehaakt hebt. Door het ontbreken van de stroming azen de wijtingen lang niet altijd even fel en zit het haakje regelmatig voor in de bek. Wie te snel indraait die verliest regelmatig een dikke vis en dat is niet de bedoeling natuurlijk. Om die reden is een schepnet aanbevolen maar in deze gevallen is iets meer rek in je lijn ook een voordeel en kan nylon ten opzichte van gevlochten lijn de beste keuze zijn.

Wanneer je de reis naar dit kanaal onderneemt, let dan wel op dat je op een binnenwater vist en dus een Vispas nodig hebt. In dat geval mag je hier met twee hengels vissen. Het is niet toegestaan om er ’s nachts te vissen of gebruik te maken van een derde hengel. In dat geval dien je lid te worden van HSV O.N.I. te Terneuzen. Succes!

Als ze er zitten, zorg dat je voldoende aas bij je hebt!

Als ze er zitten, zorg dat je voldoende aas bij je hebt!

 

Dit is een artikel uit Beet 1 van januari 2021. Wil je direct op de hoogte blijven van de nieuwste technieken en materialen, neem dan een abonnement op Beet Magazine! Alle informatie is te vinden op: https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.