Het roofvisseizoen is ten einde gekomen en voor veel vissers is dit het moment voor (groot) onderhoud aan bijvoorbeeld boot, hengels en molens. De kunstaasdozen worden weer geordend en alles wordt weer netjes aangevuld als voorbereiding op het nieuwe roofvisseizoen. Als allroundvisser, want zo zou ik mijzelf bestempelen, is de sluiting van het roofvisseizoen voor mij het startsein voor de voorjaarsvisserij op zeelt en grote brasem. Het toeval wil dat het voorjaar ook nog eens het perfecte moment is voor deze visserij.

Tekst & foto’s: Rico ’t Mannetje

In het voorjaar, zeker wanneer de watertemperatuur nog behoorlijk laag is, is de bekende uitspraak ‘being at the right place, on the right time’ nog essentiëler dan wanneer je bijvoorbeeld een vissessie in de zomer of het najaar plant. Het is dan ook belangrijk dat je precies weet waar je de meeste kans maakt op succes op dat specifieke water dat jij voor ogen hebt. Eén ding hebben de meeste vissoorten met elkaar gemeen; dat is dat bijna elke zoetwatervis in het voorjaar naar de ondiepe stukken van het water trekt. Het water warmt er namelijk sneller op en de vis maakt zich daar klaar voor de paai. Precies daar moet je dus zijn!

Waar grote zeelten zitten, zwemmen vaak ook grote brasems…

Waar grote zeelten zitten, zwemmen vaak ook grote brasems…

Of ik nu een polderwetering of een recreatieplas uitkies voor mijn volgende sessie, mijn aanpak in het voorjaar is identiek. Op een voor mij nieuw, onbekend water waarvan ik weet of vermoed dat er grote zeelten en brasems zwemmen, zoek ik eerst met behulp van Google Earth (satellietfoto’s) de ondieptes van het betreffende water digitaal op achter mijn pc. Elke ondiepe hoek, onderwatereiland of ondiepe oever is direct potentieel een goede plek voor zeelt en grote brasem. Weet je hier een zuurstofrijke plantenbodem te vinden of wat oude lelievelden die in de zomer mooi in bloei staan, dan ben je vaak spekkoper!

EERST ZAAIEN, DAN OOGSTEN

De eerst echt zonnige (en soms zelfs warme) dagen kunnen al zomers aanvoelen. Maar ondanks dat de omstandigheden ons verleiden om de trui uit te doen, kan het water nog verraderlijk koud zijn. Wees je er dus van bewust dat de stofwisseling van de vis hierdoor dan ook nog steeds traag is en het voer beperkt en secuur aangeboden dient te worden. Tijdens mijn eerste vissessie, die meestal het eerste weekend van april staat gepland, is het vaak nog een beetje aftasten wat de beste aanpak is. In brede lijnen is de benadering en tactiek elk jaar nagenoeg hetzelfde, maar het blijft vissen en soms zijn het de kleine details die een groot verschil kunnen maken. Positief én negatief.

Wanneer je ze gevonden hebt zijn dubbelruns geen uitzondering.

Wanneer je ze gevonden hebt zijn dubbelruns geen uitzondering.

De uitdaging voor mij is om het maximale uit elk water te halen waar ik vis, iedere keer opnieuw. De aantallen kunnen soms een rol spelen, maar het formaat natuurlijk ook. Zeelten groter dan 60 centimeter of brasems groter dan 70 centimeter (wegen doe ik persoonlijk nooit), zijn voor mij de drive om tot het uiterste te gaan. Experimenteren, investeren en afwisselen behoort dan ook tot de standaard. Op een van mijn favoriete wateren heb ik het geluk gehad om diverse mooie vissen te vangen. Ondanks dat, had ik het gevoel dat er wellicht meer uit het water valt te halen. Letterlijk! Ik besloot dan ook vorig voorjaar om het water opnieuw te benaderen, heronderzoek te doen en alle kennis die ik door de jaren heen heb verzameld te bundelen en daarmee een nieuw plan te maken.

In Beet 3 van 2023 lees je de rest van het artikel, dit nummer verschijnt in de tweede week van april. Voor een abonnement op Beet ga je naar: https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.