Het was donderdag 6 januari 2022 toen mijn vismaat Tom mij omstreeks 11.30 uur appte en vroeg of ik zin had om met hem te gaan snoeken. Hij stelde voor de eerstvolgende zondag te gaan, want volgens de weersvoorspellingen zou het die dag droog zijn.

Volgens de Buienradar gaat het tegen 14.00 uur pas heel hard regenen.

 

Door Arend Disberg en Tom Ploeger

 

“Natuurlijk ga ik met je mee,” was mijn antwoord. “Goed dan zorg ik ervoor dat ik horsmakreel en dode voorns heb,” zei Tom, “Ik kom  je tegen 8.45 uur ophalen, dan gaan we richting Twello.”

Ik ben een fervent karpervisser, maar snoeken trekt mij ook wel. Ik ben naar mijn zolder gegaan, daar staan al mijn hengelspullen in een hoekje. Ik heb een spinhengel gepakt en ik heb een karperhengel omgebouwd tot snoekhengel. Daardoor had ik al de nodige voorpret. Ik keek er naar uit om met Tom te gaan vissen. Ook al zouden we die dag niets vangen, dan nog was de visdag geslaagd.

Tom kwam mij die zondag de 9e januari om 8.45 uur ophalen. Zoals gewoonlijk was hij een man van de tijd. Het regende heel erg zacht. “Maak je geen zorgen Arend, volgens de Buienradar gaat het tegen 14.00 uur pas heel hard regenen. Het wordt zo droog,” riep hij enthousiast.

Twello en Terwolde

De spullen werden ingeladen en we gingen op weg naar de Wetering nabij Twello en Terwolde. Toen we aankwamen was het droog en we hadden alleen wat last van een koude wind, maar daar kun je je tegen kleden.

Tom wist een plekje waar hij in november een snoek van 94 cm had gevangen. Daar moesten we maar eens beginnen. We zouden maximaal 4 stekken afvissen en maximaal 1 uur per stek, want tegen 14.00 uur zou het gaan hozen volgens de Buienradar.

We besloten om eerst naar de verste stek te gaan. Daarna zouden we zogezegd steeds weer afzakken in de richting van onze woonplaats Apeldoorn. Tom maakte twee hengels klaar en ik een. De spinhengel liet ik achter in de auto.

Tom zou aan een hengel een horsmakreel doen en aan de andere een voorn. Hij had de dode vis besteld bij de plaatselijke hengelsportzaak. Ik zou een voorn aan mijn haak bevestigen. Zo gezegd zo gedaan. Het stroomde behoorlijk. Het was duidelijk dat het gemaal open stond.

Voordat ik mijn aas ingooide kwam Tom bij me en zei dat hij het zwemblaasje ging doorprikken, zodat deze beter kon worden gepresenteerd. Ik wist dat niet. Weer wat geleerd.

Ik ben een fervent karpervisser, maar snoeken trekt mij ook wel. 

Beet!

We waren zo’n 50 minuten aan het wachten en vissen , toen we ineens wat visjes zagen wegspringen. Er werd dus op hen gejaagd. We besloten om het aas op zo’n 6 meter van elkaar in het water te werpen. Daar waar de visjes sprongen was het ongeveer 80 cm tot 110 cm diep. Het water stroomde nog steeds heel behoorlijk. Daarom besloten wij om de dobber op 130 cm van de haak te zetten. We visten nu dus met ons dode aas op de bodem, daarvoor visten we vlak boven de bodem.

Na circa 15 minuten wachten kreeg Tom beet. De dobber ging tegen de stroom in. Hij ging niet onder. Tom sloeg aan en hij slaakte een kreet van ontzetting. Hij had de slip te los gezet en daardoor was er een enorme warboel (een zogenaamde pruik ) rondom zijn molen ontstaan. De dobber kwam naar hem toe.

“Wat nu?” vroeg Tom hardop.

“Geef de hengel maar aan mij, dan haal ik hem wel met de hand binnen. Pak jij het schepnet maar alvast,” riep ik hem toe. “Oh nee. Dat ding ligt nog in de auto. Ik haal hem snel op,” was zijn antwoord.

Terwijl Tom het schepnet ging ophalen en in elkaar zette, haalde ik meter voor meter met de hand de lijn binnen. Ik moest opletten dat ik de vis niet zou verspelen. Ik had het snoer om mijn hand gewikkeld. Ik voelde meteen dat het een flinke vis was. We hadden geluk dat de vis naar een ondiep en smaller gedeelte zwom.

Ook een dode rat kwam met de snoek op de kant…

Dode rat

Het was een beste snoek. Uiteindelijk hebben we haar na zo’n 10 minuten naar de kant kunnen krijgen en heeft Tom haar geschept. Zij  bleek groter dan we eerst dachten en dus was het mooi dat we ons karperschepnet hadden meegenomen in plaats van een kleiner schepnet.

Nadat de snoek op de kant lag wilden we hem onthaken en toen zag Tom dat zij naast de voorn ook een dode rat in de bek had.

De snoek werd keurig onthaakt en op de meetlat gelegd. Ze lag iets met haar bek voorbij het beginpunt van de meetlat. Het einde ( bij de staart ) gaf een lengte van 116 cm aan. Dus misschien was ze wel 117 cm. Maar we houden 116 cm aan, want dan hadden we het maar goed moeten doen.

We hielden voor de zekerheid maar 115 cm aan…

Regenen

Voorzichtig werd de snoek weer teruggezet. Daar nam Tom alle tijd voor. Daar genoot ik net zoveel van als van de dril. We keken hoe de grote snoek langzaam weer wegzwom en op dat moment begon het keihard te regenen. De temperatuur daalde meteen fors. Buienradar had het dus helemaal mis. Het was nog geen 12.30 uur of de wolken braken open.

We besloten om nog niet naar huis te gaan, want de door ons gevangen kanjer gaf ons zoveel adrenaline dat we de regen voor lief namen. We gingen naar de volgende stek, maar na 10 minuten waren we het er over eens dat onze dag al geslaagd was en we beter naar huis konden gaan!

Wat hebben we nu geleerd deze dag? Een paar dingen:

Vertrouw de Buienradar niet blindelings.

– Wees op alles voorbereid.

– Neem regenkleding mee.

– Neem voor de zekerheid ook droge sokken en een droge broek mee, dan kun je je na het vissen  in de auto warm omkleden.

– Maak voordat je het aas in het water gooit, eerst je schepnet klaar.

– Blijf te allen tijden rustig.

– Respecteer de gevangen vis en zet het dier rustig terug.

– Deel de vangst met je maat, want je hebt de vis er samen uit gehaald.

Tom met de vangst van de dag op zondag 9 januari 2022…