Zodra de thermometer onder of net boven de 0 graden komt, kijken mensen je toch wat vragend aan wanneer je zegt dat je in alle vroegte gaat vissen. En zeker met de bellyboot. De eerst reactie is vaak: ‘Het is toch veel te koud!’ of ‘De vissen bijten toch niet met dit weer?’ Maar zoals de meesten van jullie wel weten, valt dat reuze mee… 

 

Door Robbert-Jan Legtenberg

 

Waar begin je?

Zodra het kwik zakt laten veel rovers zich ook zakken richting de diepe gaten of aanliggende plassen van rivieren. De bijtmomenten worden korter maar zeker niet minder heftig wanneer je op de juiste plek op het juiste moment bent. Dit heb ik begin dit jaar ook weer mee mogen maken en dan is een grote snoekbaars vangen mooi, maar zeker geen must wanneer je met licht materiaal in een bellyboot vist.

Waar begin je dan, welke techniek gebruik je, wat voor aas doe je eraan en welk formaat pas je toe? De grootste vragen voor elke fanatieke visser, van karper tot witvis tot roofvis. Zo stel ik mijzelf deze vraag ook elke keer weer. De volledige focus en fanatisme op roofvis heb ik pas sinds twee jaar, aangezien ik voorheen meer gericht was op het feedervissen en karpervissen. Dit houdt in dat ik ook alle technieken nog aan het optimaliseren en uitproberen ben. Ik loop dus ook vaak nog tegen hetzelfde, altijd het frustrerende antwoord aan wat je krijgt wanneer je aan ervaren roofvissers vraagt naar het antwoord: proberen, proberen, proberen. Wat de ene dag niet werkt kan de andere dag wel werken.

Maar dit betekent niet dat er geen beredenering achter je strijdplan zit! Ik pak het vaak als volgt aan voor mijn eigen visserij qua techniek en aanpak.

Waar begin je dan, welke techniek gebruik je, wat voor aas doe je eraan en welk formaat pas je toe?

Jigging

Persoonlijk heb ik geen 10 hengels om alle technieken van te voren te monteren. Vaak laat ik het afhangen van het type visserij, vis je vanaf de boot, bellyboot of vanaf de kant? In dit specifieke geval gaat het om bellybootvissen op snoekbaars en dan kies ik er tot op heden eigenlijk altijd voor om één hengel te voorzien van een gevlochten hoofdlijn 10/00 met daaraan een speld, vervolgens monteer ik een fluorocarbon onderlijn van 28/00, direct op de loodkop gebonden om zo min mogelijk extra clipjes/bevestigingen bij de shad te hebben. Waarschijnlijk maak ik het mijzelf te moeilijk op die manier, maar het voelt goed om het op deze manier te doen.

Het gewicht van de loodkop is en blijft afhankelijk van de stroming en wind. Toch gebruik ik vaak 10 gram als uitgangspunt en varieer ik naar 5 tot 20 gram, afhankelijk van de situatie.

De avond van tevoren begint het al…

Shad keuze

Er is eigenlijk te veel keuze in kleuren, formaten en detaillering van de shads. Voor mij persoonlijk is belangrijk dat het een slanke flexibele shad is die makkelijk gepakt kan worden. Wat betreft staartvorm probeer ik zowel V-tails als schoepstaarten mee te nemen, zodat je kunt afwisselen als het stilvalt.

Qua kleur probeer ik aan te houden om bij helder water en helder weer natuurlijke kleuren te gebruiken en bij troebel en bijvoorbeeld mist opvallende kleuren. Dit betekent echter niet dat wanneer de zon schijnt en je kijkt op de bodem, dat ik er nooit voor kies om een knalpaarse shad te gebruiken en vervolgens toch goed te vangen. Probeer voor jezelf een standaard te ontwikkelen die voor jou werkt en word niet onzeker om af te wijken als het niet goed loopt.

Dropshot

Een van de voordelen van in een bellyboat zitten en je alle plekjes precies uit kan kammen, is dat er makkelijk een bijhengel in een steun gezet kan worden.

Tot op heden gebruik ik voor de bijhengel een dropshotmontage waar ik een kleinere shad aan doe met een andere kleur dan aan de jigging montage. Vaak gebruik ik voor het jiggen een shad van 7-12 cm, soms 15 cm, en aan de dropshot meestal een shad van 5-9 cm. Op deze manier bied je in één keer twee technieken aan en verschillende kleuren en formaten aas. Of meer mensen dit ervaren weet ik niet, maar wanneer het jiggen niet meer loopt vang je meestal nog wel een visje op de dropshot, merk ik vaak. Indien zowel jiggen als dropshot niet werkt en ik heb voor die dag de vriezer geraadpleegd, dan vervang ik de shad aan de dropshot nog wel eens door een klein dood voorntje.

De dag geboren zien worden…

Trotseer de kou

Eerlijk is eerlijk, het is niet altijd even warm in de wintermaanden op het water. Om dit tegen te gaan kun je honderden euro’s aan warmtepakken en speciale kleding kopen. Mijn totale uitgave aan kleding is circa 180 euro, waarvan 110 euro gebruikt is voor een 5 mm neopreen waadpak. Wanneer je je in de waadpakken gaat verdiepen is de kans op verdwalen bij de keuze aanwezig. Maar wanneer je praat met de ervaren vissers, dan kom je erachter dat alle waadpakken vatbaar zijn voor lekkage: de waadpakken van 60 euro maar ook de waadpakken van 300 euro. Wat ik belangrijk vind bij de keuze voor een waadpak is dat deze warm is in de winter. Mocht het in de zomer echt veel te warm worden koop ik er een ‘goedkope’ bij. Daarnaast kies ik er altlijd voor om veel lagen over elkaar heen te dragen. Startend met thermo-ondergoed, gewoon gekocht in de aanbieding bij de supermarkt voor 15 euro. Vervolgens een strak hardloop-shirt met lange mouwen, daarover een gewone hoodie en tot slot een softshell jas met daarover een ski-jas. Wat betreft het onderstel zorg ik naast het thermo-ondergoed voor dikke sokken en een trainingsbroek.

Mijn totale uitgave aan kleding is circa 180 euro, waarvan 110 euro gebruikt is voor een 5 mm neopreen waadpak.

Talkpoeder

Tijdens één van mijn vissessies vertelde een ervaren rot mij dat een goede laag talkpoeder in je sokken zweet opvangt en zo koude tenen tegengaat. Dit doe ik nu al een aantal sessies en ik moet zeggen dat het wel effect heeft. Na 4 of 5 uur dobberen voel je de kou nog wel, maar aanzienlijk minder. Daarentegen zijn er ook genoeg warmtesokken te koop die dit kunnen verhelpen indien je aanleg voor koude voeten hebt. Tot slot zorg ik dat ik altijd een lekkere warme muts bij me heb waar ik een capuchon overheen kan doen wanneer de wind aantrekt.

Geen must

Nogmaals; als je goed zoekt, kost het alsnog geld, maar kun je de kosten wel minimaliseren. Met visvrienden heb ik het ooit eens berekend dat je voor 250 euro een nieuwe bellyboot kun kopen en alle basis toebehoren. Daarentegen zijn er ook genoeg websites en webpagina’s waar fanatieke vissers hun startersset verkopen.

Uiteraard zie je de grootste en meest complexe fishfinders gemonteerd op een bellyboat wanneer je video’s bekijkt en verslagen leest. Zelf ben ik ook in het bezit van een fishfinder en het helpt ook wanneer de vis lastig bijt maar de aasvis wel aanwezig is volgens je fishfinder. Dit geeft meer zelfvertrouwen over de plek. Maar het is geen must en zeker niet om de smaak te pakken te krijgen! Bruggen en taluds uitgooien en verschillende dieptes af vissen, geeft je vanzelf de locatie van de actieve vis. Voor wie geen fishfinder heeft: er zijn ook gratis waterkaarten op internet te vinden.

Door overal over na te denken en veel te vragen en te lezen probeer ik het beste uit een vissessie te halen. Helaas komt het bij mij ook vaak genoeg voor dat er niks gevangen wordt. Hierover had ik laatst een gesprek met Luc Coppens van Westin en hij kwam met de levensles: “Je vist niet alleen om te vangen maar het gaat ook om de beleving”. En laten we eerlijk zijn: je vist inderdaad wel eens achter het net, maar wanneer je een onvergetelijke zonsopkomst meemaakt, dan zijn een paar koude tenen en geen vis slechts bijzaak. Gewoon blijven zoeken en proberen, dat komt de vis vanzelf!

Blijven zoeken en proberen, dan komt de vis vanzelf!